Historisch materiaal, zullen we het maar noemen. De brief van Halbe Zijlstra, demissionair staatssecretaris van Cultuur, en Uri Rosenthal, de al even demissionaire minister van Buitenlandse Zaken over het internationale cultuurbeleid van populistisch Nederland.
Zo kil en zakelijk als het gevallen kabinet Rutte omging met cultuur, zo is ook de formulering van het cultuurbeleid in internationaal perspectief, blijkt uit de brief, die vandaag in de openbaarheid kwam. Meer nog dan in het binnenlandse beleid, gaat het in het internationale beleid niet om broedplaatsen, opleiding en ‘ketensamenwerking’, maar om het te koop aanbieden van bewezen successen.
We voegen de brief bij, en geven hier de samenvatting van de demissionairen zelf, in de hoop dat een volgend kabinet zal beseffen hoe weinig duurzaam dit beleid was. U kunt dat natuurlijk ook verder verhelderen in de reacties.
Met deze inzet willen we eind 2016 bereiken:
- Een aantoonbaar toegenomen vraag naar topinstellingen en kunstenaars om zich op internationale podia en festivals te presenteren;
- Een goede uitgangspositie voor jong Nederlands talent op de internationale markt;
- Een kwalitatief hoogwaardige presentie van Nederlands bewezen talent en vernieuwend aanbod op de relevante presentatieplekken, zoals beurzen en grote internationale evenementen en show-cases, filmfestivals, biënnales en podiumkunstenfestivals;
- Een sterke internationale marktpositie van de Nederlandse ontwerpdisciplines;
- Positieve aandacht voor Nederland die leidt tot duurzame relaties en uitwisseling.
Klik om toegang te krijgen tot kamerbrief-met-visie-op-internationaal-cultuurbeleid.pdf