De digitale doekenstrijd in de bioscoop laat nog even op zich wachten. Voorlopig profiteert de filmliefhebber, zo blijkt uit onderzoek.
Zo’n kleine twee jaar geleden werd de digitalisering van het Nederlandse bioscoopbedrijf afgerond. Alle bioscopen en filmhuizen projecteren sinds 2012 digitaal. In de projectiecabine betekende het verdwijnen van de 35mm apparatuur een aardverschuiving.
Voor het publiek ging het zo gruisloos dat we er nu nauwelijks nog bij stilstaan.
Gelukkig is er de Stichting Filmonderzoek die uitploos welke effecten de digitalisering heeft gehad op de bedrijfsvoering en het aanbod.
Aanvankelijk waren er twee tegengestelde verwachtingen. De optimistische visie was dat digitalisering zou leiden tot een breder en meer divers filmaanbod.
Daartegenover uitten sommigen de vrees dat er een strijd om de doeken zou gaan losbranden, omdat een digitale film tegen geringe meerkosten met een groot aantal kopieën kan worden uitgebracht. De meer gespecialiseerde en artistieke titels zouden dan uit de markt worden gedrukt. Dat zou juist een verschraling van het aanbod zijn.
Nu is twee jaar misschien nog wat kort om ferme uitspraken te doen, maar het rapport van de Stichting Filmonderzoek wijst erop dat de optimisten (voorlopig) gelijk hebben gekregen. Het aantal voorstellingen per zaal (bioscoop en filmhuizen) is met 16% gestegen, en er zijn door met name de onafhankelijke distributeurs meer titels uitgebracht. Deze lieten in 2012 ruim 20% meer films in première gaan dan in 2010. Vooral Nederlandse en Europese films hebben daarvan geprofiteerd, aldus het onderzoeksverslag. Overigens daalde dit aantal in 2013 weer licht.
Daarbij was er in de periode 2001-2010 ook al sprake van een stijging (34%) van het aantal uitgebrachte titels, dus mogelijk is de huidige toename een gecombineerd effect. Een andere indicator, zoals het (gestaag dalende) aandeel van de top 20 in de totale recette, laat nog geen duidelijke trendbreuk zien.
De pessimistische verwachting is daarmee nog niet van tafel. De onderzoekers constateren dat de digitalisering nog niet tot een wezenlijk andere bedrijfsvoering heeft geleid. Dat heeft te maken met het feit dat distributeurs voor iedere kopie een zogenaamde Virtual Print Fee (VPF) betalen. Daarmee dragen ze bij aan de grote investering die de bioscopen voor de digitale ombouw hebben moeten doen. Een film met een groot aantal kopieën in veel zalen in première laten gaan brengt door die VPF nog steeds aanzienlijke meerkosten met zich mee. Maar wanneer de apparatuur is afbetaald en de VPF vervalt wordt dat anders. Dat kan al over een jaar of drie zijn. Dan kan de digitale veldslag alsnog beginnen.
Het volledige onderzoeksverslag is te downloaden op de website van de Stichting Filmonderzoek.
Meer films in bioscoop door digitalisering, aldus onderzoek http://t.co/5CYFaX1H66
Reacties zijn gesloten.