Ik had u beloofd een sessie met Benjamin Zander te gaan checken. Ik als niet-kenner, samen met iemand die klassieke muziek ronduit slaapverwekkend vindt. Kijken of Zander werkt, zoals hij belooft te werken: “Iedereen houdt van klassieke muziek, ze weten het alleen nog niet“. De man is in Nederland en dat gebeurt niet zo vaak. Nog niet zo heel lang geleden zou de komst van de 75-jarige chef-dirigent van het Boston Philharmonic nieuws zijn waarmee kranten en journaals zouden openen, maar de tijden zijn veranderd.
Enfin. Op naar Scheveningen. In het nieuwe Zuiderstrandtheater kijken naar een sessie van een topdirigent met een orkest dat die avond voor het eerst bij elkaar is, en waarvan de musici net die middag hebben gehoord wat er op het repertoire staat.
Zander dus. Uitgegroeid tot goeroe. Laatste strohalm voor de mensen die weerstand willen bieden aan het gezonde volkse sentiment dat de kunst die wij in eeuwen hebben ontwikkeld plots waardeloos heeft verklaard. Gevolg is dat overal ter wereld orkesten in nood zijn, operahuizen op instorten staan en steeds meer regeringen denken dat kunst die niet van de entreekaarten kan leven geen bestaansrecht heeft.
Zo’ n wereld. En Zander laat feilloos zien waarom de mensen van de schone en ware kunsten dat ook een beetje aan zichzelf te wijten hebben. Mijn partner getuigt daarvan. Haar ouders hadden haar met klassieke muziek opgevoed. Het had averechts gewerkt. Juweeltjes van Mozart en Bach waren sindsdien onlosmakelijk verbonden met bedompte zondagmiddagen en nietszeggend zwijgend luisteren bij een kop lauwe koffie. Klassieke Muzak. En in het Concertgebouw was het al niet beter, had ze ervaren: tussen bekakte bejaarden, sommige duttend op de stoel die ze al sinds 57 jaar in abonnement hadden, of dood, is het slecht luisteren naar barok, hoe goed ook uitgevoerd.
Hoewel: luisteren gaat nog wel. Ware liefhebbers doen de ogen dicht bij een concert. Om te checken of het Concertgebouw beter klinkt dan de superaudio-set thuis. Klassieke muziek is dus saai en alleen geschikt voor nerds en rollatormafia. Orkestmusici zitten strak in pak en met stijf gezicht hun noten te spelen. Spatgelijk. Dat wel.
[bol_product_links block_id=”bol_53f9c011d72b9_selected-products” products=”9000000012326555,9200000009270835″ name=”sacd” sub_id=”” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”250″ cols=”1″ show_bol_logo=”undefined” show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]Hoe anders was dat beeld op zaterdag 23 augustus in Scheveningen. Zander stak zijn orkest in t-shirts. Het ongeregelde zooitje van conservatoriumstudenten en oude rotten voelde zich zichtbaar meer op zijn gemak. Er werd gelachen. Er werd gepraat. Er werd virtuoos gemusiceerd. Want zelfs zonder Zanders bevlogen leiding speelde het orkest een prachtige Coriolanus-ouverture van Beethoven. Dat Zander het even later tot een weergaloos meesterwerk wist te dirigeren was voor iedereen in de zaal, maar vooral ook voor alle musici op het podium, een openbaring.
Het zichtbare en voelbare plezier van de orkestleden bracht ook de zaal in vervoering. Hier niet meer die rare vierde wand tussen spelers en toeschouwers, die in de 19e eeuw werd uitgevonden om hoge kunst van gewoon publiek te scheiden. Hier mocht iedereen meedoen. Tot en met het gezamenlijk gezongen slotkoor, na 1 keer repeteren door de hele zaal meegebruld.
Alle Menschen werden Brüder. Het lied dat we van de extremisten en fundamentalisten ter linker- en rechterzijde niet meer mogen zingen. De avond werd zo nog een heerlijk vrolijke protestmars.
Zander dirigeert hetzelfde orkest op maandag 25 augustus. Er is een wachtlijst.