Van Nederlands Symfonieorkest met internationale ambities terug naar provinciaal orkest met vooralsnog helemaal niets. Nu, op de ijzersterke oorspronkelijke naam na dan. Het zou een reclamespot voor Telfort kunnen zijn. Daartussen zitten vele verloren rechtszaken, de groteske protestnaam *****Symfonieorkest en het al even schreeuwerige HET Symfonieorkest. Het is de ultieme capitulatie van het ooit door zo’n beetje alles en iedereen omarmde businessplan.
Bestuurders vegen nu op elk niveau de stoep schoon, verbazen zich over het ontbreken van dossiers, roepen ‘in sprookjes te hebben geloofd’, maar stellen stuk voor stuk dat ze dit niet aan hadden kunnen zien komen, zeggen enorm geschrokken te zijn en verschuilen zich achter de Raad voor Cultuur, het Ministerie of Raden van Toezicht.
Feitelijk staat het orkest nu op hetzelfde punt als toen Zijlstra in 2011 een bezuiniging van 40% oplegde. Maar dan veel slechter. De toen nog aanwezige eigen reserves zijn immers verdampt, de subsidierelatie met de provincie is afgekocht en de daarvoor ontvangen acht miljoen zijn verdwenen. En dat in projecten zonder duidelijk geformuleerde doelen, laat staan degelijke financiële onderbouwing of verslaglegging. Bonnetjes zijn nog altijd niet boven tafel, maar het heeft er alle schijn van dat de voormalig directeur Harm Mannak bevriende bedrijven – waaronder die van hemzelf en zijn nageslacht – in de weelde heeft laten meedelen. Daarnaar nog altijd geen onderzoek. De directeur gooide volkomen vrijwillig de handdoek in de ring.
Falen van de regionale politiek: we wisten het niet
In de Enschedese gemeenteraad voerde cultuurwethouder Jeroen Hatenboer (VVD) op 23 november een schaamteloos spel voor de bühne op. De problemen bij het orkest stonden immers niet eens op de agenda, maar hij vroeg bij hoge uitzondering de Raad zich erover te buigen. Natuurlijk niet over de vraag hoe hijzelf bij de inmiddels befaamde fietsenhoklening nog vertelde dat HET Symfonieorkest financieel gezond was. De enkele vraag daarover beantwoordde hij met dat niemand hem toen gewaarschuwd had.
Daarna vergeleek Hatenboer het orkest met de muzikanten op de Titanic, die ondanks alles bleven doorspelen. Op de kritische opmerking dat muzikanten van de Titanic die ramp niet overleefden, antwoordde hij gevat dat hij de musici graag op een stevige ijsschots wil afzetten en zo de geschiedenis wijzigen. Want dan volgt steun vanuit de provincie immers als vanzelf. Hatenboer wilde louter weten met welke boodschap hij namens de gemeente Enschede naar de Statencommissiedag kon gaan.
Een briljante zet, want natuurlijk wil de Raad dat de wethouder bij de provincie gaat pleiten voor de eigen stad, en wanneer mogelijk later alsnog de kritische vragen komen, kan hij de bal simpel terugkaatsen: jullie wilden toch zelf dat ik het in Zwolle namens Enschede voor HET opnam?
Bij de Statencommissiedag voerden alle woordvoerders twee dagen later eenzelfde tactiek. Of ze zich nou beklaagden of voorzichtige excuses aanboden: ze wisten het allemaal niet. Moesten zelf op zoek naar de feiten. Zelfs geduputeerde Hester Maij (CDA) gaf toe dat het zoeken was naar alle gegevens.
In haar geval is dat dubbel schrijnend: niet alleen heeft zij cultuur in haar portefeuille, daarvóór was zij nota bene lid van de Raad van Toezicht van het orkest, dat toen nog gewoon Orkest van het Oosten heette. Maar ook alle andere woordvoerders kunnen zich wel proberen te verschuilen achter gebrekkige informatie van provincie of orkest, maar niemand heeft ze ooit belet zelf op zoek te gaan naar informatie.
Informatie die overigens publiekelijk toegankelijk was en ís, daar het orkest een ANBI-instelling is. Sterker: als bestuurder heb je de taak niet louter te vertrouwen op aangeleverde informatie, maar ook zelf actief je dossier bij te houden. Zelfs de de grootste criticasters van nu lieten dat na.
De reputatieschade voor het orkest is ondertussen enorm. Niet zozeer bij de trouwe vaste bezoekers. Niet bij de kritische plaatselijke, provinciale en landelijke partijen die zelf geen enkele moeite doen om feiten boven water te krijgen, maar wél bij het grotere publiek dat denkt: zie je nou wel: weer zo’n bodemloze put waarin belastinggeld wordt gepompt voor the happy few terwijl de top zich buitensporig verrijkt.
HET Symfonieorkest heeft niet alleen zichzelf schade toegebracht, maar de gehele culturele sector. En daar draagt ook de luie en louter op sensatie beluste regionale journalistiek aan bij.
Falen van de regionale journalistiek: het is pas nieuws als het fout gaat
Het hoofd in het zand steken en louter goed nieuws willen brengen? Het is niet voorbehouden aan de politiek. Hetzelfde zien we bij de regionale omroep en kranten. Jarenlang werden louter de juichende persberichten overgenomen, niemand deed moeite ook maar ergens een vraagteken te plaatsen. Waarom zou je; er moeten lezersreisjes georganiseerd worden, advertenties verkocht en zo nu en dan ook advertorials geschreven.
Pas wanneer het fout gaat, volgt schreeuwerige berichtgeving, nog altijd zonder bronnen te controleren. En voor een pleidooi van de artistiek leider van de Nederlandse Reisopera? Sorry, geen ruimte. – Pas nadat Nicolas Mansfield zijn stuk op Cultuurpers publiceerde, verscheen het vier dagen later ook in Tubantia.
Zelfs De Roskam, het onafhankelijk weekblad van Twente, doet mee in het gehuil van de wolven. In het laatste nummer na jarenlang stilzwijgen verscheen opeens een redactioneel stuk en een gênant pleidooi voor Harm Mannak van de voorzitter van in feite de businessclub die vooral uitjes naar HET Symfonieorkest organiseert (zonder dat te vermelden). Daarnaast was er een vernietigende column van RTVOost-presentator Jan Medendorp die zich, eenmaal ontwaakt uit zijn winterslaap, verliest in typeringen als ‘Mannak kon geen gitaar van een viool onderscheiden’ en ‘de vroegere duikbootofficier annex VW-dealer en busjes-planner Harm Mannak.’ Diezelfde columnist sprak als presentator enkele dagen daarvoor met gast Henk Kesler, voorzitter van de Raad van Toezicht van HET Symfonieorkest, na wat gebrom vooral over zijn passie: voetbal.
Nieuwe spin: maar we zijn wel zichtbaar
Er is een nieuwe directeur, Bart van Meijl. Iedereen spreekt vertrouwen in hem uit. Er komt een nieuw plan, nog voor 1 december. Gewoon voor het Orkest van het Oosten.
Allemaal positief, en de terugkeer naar de oude naam is een slimme zet van Van Meijl, maar niet louter een simpele omkering van het bestaande logo zoals iedereen suggereert. Het vorige logo had immers HET Symfonieorkest groot, met daaronder Orkest van het Oosten. Orkest van het Oosten staat nu bovenaan, maar daaronder staat HET Symfonieorkest voor Overijssel.
In een poging het publiek voor zich te winnen middels een ongetwijfeld goedbedoeld filmpje, horen we niet alleen Van Meijl, de eerste concertmeester en de voorzitter van de OR, maar probeert ook de Raad van Toezicht het verleden achter zich te laten, terwijl de beelden van de hamerslagen uit Mahlers zesde niet anders dan aan het hoofd van Harm Mannak kunnen doen denken.
De tactiek is duidelijk: van internationaal orkest dat toevallig uit het oosten van Nederland komt naar een oostelijke orkest en dan nadrukkelijk voor de provincie Overijssel. Reden: er staat nog 1.1 miljoen van de oorspronkelijke afkoopsom van de subsidierelatie voor het orkest geblokkeerd. Geld dat het Orkest van het Oosten hard nodig heeft om de begroting rond te krijgen om een subsidieaanvraag naar het Rijk te versturen. Dat het orkest daarom wanhopig zo zichtbaar mogelijk wil zijn en worden in de provincie, desnoods door deals met pomphouders, optredens in provinciale kerken, scholen en zelfs supermarkten, daarover schreven we al eerder.
Tenenkrommend is dat juist die optredens steeds maar weer opduiken ter verdediging van nu weer het Orkest van het Oosten. Die zichtbaarheid in de provincie is immers louter paniekvoetbal en wordt nu misbruikt door verantwoordelijke bestuurders om het eigen falen te verbloemen.
Heeft Mannak fouten gemaakt? Zeker. Maar het is te gemakkelijk nu te doen alsof alleen hij fouten heeft gemaakt. ‘We moeten niet blijven steken in het verleden,’ horen we overal. Barbertje hangt, maar niemand hield hem tegen, en dan vooral niet zij die hem tegen hadden kunnen en moeten houden.
Wie Toneelgroep Oostpools briljante enscenering van Shakespeares Richard III heeft gezien, kan niet anders dan daar meteen aan denken. Shakespeare is altijd actueel:
Wethouder ziet kansen: op naar Nationaal Muziekkwartier 2.0
Ondertussen is een nieuw Twents drama in de maak, waarbij Hatenboer andermaal voor zijn beurt spreekt en zonder cijfermatige onderbouwing komt, niet in de laatste plaats omdat de werkelijke cijfers zijn argumenten lijken te weerspreken.
Juist na het totale fiasco van het Nationaal Muziekkwartier – die naam staat nog altijd groot op het Wilminktheater in Enschede en is zo inmiddels een pijnlijke reminder van torenhoge Enschedese ambities die niet waargemaakt kunnen worden – past het de gemeente Enschede niet zich wederom in de vuurlinie te storten met teksten als ‘Enschede moet een pilot voor Nederland worden’.
Niet alleen wil Hatenboer het liefst de Reisopera meteen aan het orkest verbinden, maar ook bepleit hij een fusie van alle poppodia en theaters in Enschede én Hengelo. Maar om juist op het moment dat vorige grote ambities louter tot grote verliezen hebben geleden meteen in diezelfde valkuil te willen stappen, is niet verstandig.