Het Orkest van het Oosten zet de tering naar de nering, richt zich primair op Overijssel en heeft collectief ontslag aangevraagd. Dat – en heel veel meer – is te lezen in het nieuwe businessplan. Het is genoeg voor de provincie om eenmalig 1,1 miljoen euro vrij te geven en voortaan weer jaarlijks 3,5 ton subsidie beschikbaar te stellen. Het orkest is daarmee gered. Voorlopig. En gelukkig is er ook nog Maestro, dat dit jaar de broodnodige tonnen oplevert. Wel blijft het spannend of het orkest nog in aanmerking komt voor een plaats in de Culturele Basisinfrastructuur (BIS). Als het aan de inmiddels vertrokken directeur Harm Mannak ligt, in elk geval niet.
Wie betaalt de rekening?
Niet direct de inwoners van Overijssel; het geld was immers al gereserveerd voor het orkest, maar werd bevroren wegens de tegenvallende prestaties van het vorige businessplan. Op basis van het nieuwe plan worden de gelden nu vrijgegeven. Over 2 jaar ligt dat anders: tegelijkertijd werd namelijk besloten dat het Orkest van het Oosten dan weer jaarlijks 350.000 euro subsidie krijgt, bovenop de rijkssubsidie van 3,5 miljoen. Precies zoals voor dat vermaledijde businessplan.
Business as usual, allemaal doorlopen?
Klopt, ware het niet dat de provincie ruim acht miljoen in het orkest heeft gepompt met als enige legitimatie dat het orkest met deze financiële injectie de subsidierelatie met de provincie zou beëindigen. Dat is overduidelijk mislukt. Sterker: het orkest staat op hetzelfde punt als vier jaar geleden, maar zonder eigen reserves en moet nu alsnog inkrimpen. De geïnvesteerde miljoenen zijn verdwenen.
Diepgravend onderzoek dus?
Nee, juist naar die verdwenen miljoenen weigert de provincie verder onderzoek te doen. De provincie vindt het voldoende te concluderen dat het vorige plan niet heeft gewerkt en dat de miljoenen dus zijn besteed aan projecten met louter negatief resultaat. Dat een klein leger aan adviseurs, bevriende communicatiebureaus en ict-bedrijven ondertussen fors hebben verdiend aan wat eigenlijk cultuursubsidie was, bedekt men met de mantel der liefde.
Geen enkele zelfreflectie?
Niet helemaal. Wie namelijk wel uitgebreid terugblikt, is de door de gedeputeerde als falend omschreven – en inmiddels opgestapte – orkestdirecteur Harm Mannak (de Raad van Toezicht zit er nog altijd). Zijn conclusie? It’s the economy, stupid. Het lag niet aan het plan, maar aan de crisis. Hij had graag nog meer tijd en nog iets meer geld gehad om alles alsnog tot een succes te maken.
“Het werd in 2014 duidelijk dat de afgesproken periode van 4 jaar een te beperkte periode was om het nieuwe verdienmodel van het orkest te laten slagen. Om die reden heb ik in aanloop van de verkiezingen van provinciale staten in 2015 aandacht voor de positie van het orkest gevraagd.”
Dit is opmerkelijk, want het rijmt niet met de totale verbazing die de provincie tot in november 2015 naar buiten bracht over de financiële problemen, die onder deze directeur waren ontstaan. En het wordt nog pijnlijker, als Mannak schrijft:
“Uit diverse contacten binnen de provinciale organisatie leerden vertegenwoordigers van het orkest, bij herhaling, dat het orkest bij de coalitievorming daarvoor een luisterend oor had gevonden en er bereidheid en financiële ruimte was het orkest (extra) te ondersteunen.”
Dit betekent namelijk dat in april 2015 de partijen die de dienst uitmaken in Overijssel (CDA, VVD, D66 en CU) op de hoogte waren van de problemen én bovendien wisten hoeveel geld er nog nodig was. Hoe uitgerekend diezelfde partijen in november 2015 gechoqueerd reageerden, is dus eigenlijk best verbijsterend.
De vertrokken directeur wil dus de regionale politiek in zijn val meenemen. Nog meer? Ja, want Mannak levert meteen ook maar onverholen kritiek op het nieuwe plan (wat een downgrade was van zijn eigen plannen):
“De ambitie om een volwaardig orkest te zijn en te blijven, dat zich met collega’s in den lande en daar buiten kan meten en op die manier zijn bijdrage aan de regio kan leveren was en is een essentiële ambitie. Een sec regionale oriëntatie leidt uiteindelijk tot een afname van het artistieke niveau en de artistieke kwaliteit met alle maatschappelijke en economische consequenties van dien.”
Uitgerekend op dit moment moet de nieuwe interim-directeur Bart van Meijl een nieuwe subsidieaanvraag bij de Raad voor Cultuur indienen om in de BIS te blijven. Maar gelukkig ziet in elk geval Mannak zelf ook nog iets positiefs in zijn eigen mislukte plan. Het blijkt dat hij zichzelf heeft opgeofferd voor een groter doel:
“Dat overigens bij het getoonde ondernemerschap ook fouten zijn gemaakt is evident. Ze zijn te betreuren maar vormen ook belangrijke lessen in de verdere ontwikkeling van het ondernemerschap in de culture sector.”
De musici betalen de rekening.
Dat is duidelijk: de rekening van de – vier jaar geleden ingegane – bezuiniging ligt allereerst bij de musici van het orkest. Voor hen is collectief ontslag aangevraagd. Het merendeel keert weliswaar meteen weer terug in loondienst, maar met contracten die met 30% of meer zijn verminderd.
“Gezien de nijpende financiële situatie en de wens om niet alleen de begroting voor 2016 sluitend te krijgen maar tevens te werken aan versterking van de vermogenspositie dienen we ons te herbezinnen op de huidige bezetting van het orkest. In de begroting 2016 is dan ook rekening gehouden met een teruggang van 30%voor de aanstelling van de musici in het orkest. De totale teruggang vanaf 2012 bedraagt op dat moment 40% (orkestformatie komt dan op 60%).”
Die kleinere formatie gaat bovendien gevolgen hebben voor de programmering:
“De inkrimping van het orkest heeft ook gevolgen voor de programmering, waarbij het uitgangspunt is dat de beschikbare bezetting leidend is voor het samenstellen van de basisprogrammering van het orkest. Vervolgens wordt aan de hand van de beschikbare budgetten bepaald wat de hoogte van de externe inhuur kan en mag zijn om de programmering in balans te brengen met de artistieke uitgangspunten. De artistieke uitgangpunten worden verder in lijn gebracht met de uitvoering van de provinciale kerntaken en speerpunten zoals hiervoor aangegeven.”
Daarnaast komt de rekening over 2 jaar bij rest van de culturele instellingen in de provincie te liggen. Het is immers zeer onwaarschijnlijk dat het provinciale cultuurbudget omhoog zal gaan. Die toegezegde 3,5 ton zal ergens vandaan moeten komen. Dat is geld dat niet elders besteed kan worden. En dan hebben we het nog niet eens over de nu vrijgegeven 1,1 miljoen, die ook aan andere culturele zaken (bibliotheken, theaters, kunstenaars) besteed had kunnen worden.
De bazen ontspringen de dans.
De verantwoordelijke raad van toezicht trekt zich gefaseerd terug, de voormalig directeur overweegt volgens geruchten zelfs een claim tegen het orkest en de verantwoordelijken binnen de provincie wassen hun handen in onschuld.
Godlof is er Maestro dat de gaten in de begroting helpt te dichten. De gemeente Enschede staat voor een half miljoen garant. Peanuts vergeleken bij de garantie van 32 miljoen voor FC Twente. Wordt, uiteraard, vervolgd.