In elke toneelvoorstelling, film, of concert zit wel een scène die je bijzonder raakt. In de documentaire Ik wil gelukkig zijn (2016) over het leven van actrice en cabaretière Fien de La Mar (1898-1965) zit ook zo’n moment, een muziekscène van onvergetelijke ontroering.
Fien de la Mar was in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw een vedette in de theater- en filmwereld. Geboren in een beroemde Amsterdamse theaterfamilie De la Mar leerde haar vader Nap de la Mar het vak. Ze had een groot talent voor acteren en zingen. Emoties als kwetsbaarheid, sensualiteit, vrolijkheid of boosheid wist ze met levensechte overtuiging over te brengen. Ze was een gedurfde, energieke speler. Fien was geliefd bij het publiek, maar werd ook verguisd. Buiten de schijnwerpers stond ze bekend om haar wispelturig karakter, haar drankmisbruik en haar escapades met mannen.
De documentaire Ik wil gelukkig zijn, gemaakt door Annette Apon, is genoemd naar het gelijknamige lied dat Fien de la Mar zingt in de Nederlands film Bleeke Bet (1934). Deze film onder regie van Alex Benno en Richard Oswald, speelt zich af in de volkswijk de Jordaan in Amsterdam. Het lied Ik wil gelukkig zijn is geschreven door Jacques van Tol. Tekstschrijver Van Tol schreef voor veel kleinkunstenaars. Omdat hij fout was in de Tweede Wereldoorlog wegens het vervaardigen van nazipropaganda publiceerde hij nadien onder pseudoniem (Pinkhof, Bert van Eyck en Jip Feldman).
Bleeke Bet (Aaf Bouber), een groentekoopvrouw, wil niet dat haar dochter Jans (Jopie Koopman) trouwt met de zeeman Ko (Johan Heesters). Jans moet trouwen met een ander voor financieel gewin. Met steun van winkelhulp Ka (Fien De la Mar) en Sally (Sylvian Poons) de ijscoman weten Jans en Ko elkaar toch te krijgen. Wanneer Ka met haar nieuwe vriend in een nachtclub zit oogt ze somber. Volgens haar vriend is ze met haar gedachten bij iemand anders. Moederlijk kalmeert Ka haar tegenspeler. Dan, als het orkestje tangomuziek speelt, gaat ze zingen: Ik wil gelukkig zijn.
Ongemakkelijk
Fien de la Mar zingt als Ka dat ze gezelligheid zoekt. Het treurige is, dat ze die niet bij haar vriend kan vinden. De scène gaat ongemakkelijk verder. Ze doet een bekentenis. Op een dag begroef ze in haar hart een stille liefde. Om niet te bezwijken aan liefdesverdriet wil ze niet thuis zijn. De mensen op de dansvloer stoppen met dansen.
Oprecht en vol overtuiging zingt Ka dat ze gelukkig wordt van dansen en uitgaan. Zelfs als ze teveel gedronken heeft en zich mal gedraagt. Leunend tegen een paal en voor de zoveelste keer zingt ze het refrein, met langzamer begeleiding van de muziek. Van uitbundigheid verandert haar stemming in zwaarmoedigheid. Fien is hier fenomenaal en het is pure emotie. Onvergetelijk.
Een hedendaagse deskundige zou nu constateren dat Fien de La Mar leed aan een, waarschijnlijk aangeboren, persoonlijkheidsstoornis. Haar vader was alcoholist en stierf op 52-jarige leeftijd aan een delirium. Fien De la Mar kon niet leven zonder aandacht. Nadat haar man, architect Piet Grossouw, in april 1957 stierf, werd ze depressief. Aan het eind van dat jaar deed ze een zelfmoordpoging. Met de gaskraan open en met doorgesneden polsen werd ze gevonden. Ze hield er een verlamde onderarm aan over.
Zelfmoord
Toch kwam haar leven weer op de rails: ze kreeg een toneelengagement en er werden televisieopnames gemaakt. Depressies bleven haar echter parten spelen. Nog maar mondjesmaat werd ze gevraagd om te spelen. Haar speelstijl raakte uit de tijd. Ze vereenzaamde en sprong in april 1965 uit het raam. Vijf dagen later was ze dood.
De documentaire Ik wil gelukkig zijn maakte Apon in een montage van bestaande film- en fotobeelden van Fien De la Mar. Bekende acteurs van nu lezen uitspraken van haar toenmalige collega’s voor. De meeste uitspraken zijn overgenomen uit Fien de la Mar, portret van een kunstenaar, een beetje een kletsbiografie, geschreven door Jenny Pisuisse. Door vertraagde beelden en soundscapes wordt met distantie een beeld geschept van De la Mar. Een kwetsbare vrouw die ten onder gaat aan haar grillige karakter.
De afstand tot de kijker wordt vergroot door het in beeld brengen van actrice Johanna ter Steege die in de huid van Fien de la Mar kruipt. Ze bereidt zich voor om het gedicht Opbouw (1940) van Martie Verdenius voor te dragen. Dit gedicht droeg Fien de la Mar vlak na de oorlog voor. Het gaat over het bombardement op Rotterdam. Het is een hoogtepunt in haar carrière. Je ziet hoe Ter Steege opgemaakt wordt, een jurk uitzoekt en studeert. Het heeft iets gekunstelds en zegt weinig over het meeslepende leven dat de vedette leidde.
Dat de suggestie wordt gewekt dat we sterren als Fien de la Mar zijn vergeten, dat klopt niet. Er is veel over De La Mar gepubliceerd in kranten, tijdschriften en YouTube. In 1990 is er zelfs een expositie aan haar gewijd in het toenmalige Theater Instituut in Amsterdam. Maar het is fijn dat Fien weer eens in de picture is.
Nog meer Fien? Zie deze documentaire uit de oude doos en de film Bleeke Bet.
Ik wil gelukkig zijn draait ook in de (thuis)bioscoop.