Het was een mooie en ontwapende lezing van de Australisch-Nederlandse schrijver Michel Faber, gisteren op de Friday Night Unlimited van het literair festival Winternachten, in zijn geboortestad Den Haag. Zijn lezing ging over ‘Fictie in tijden van fake’. ‘Voordat ik hoogdravende uitspraken ga doen over literatuur en over wat literatuur in de huidige wereld vermag, wil ik open kaart met u spelen, zei Faber. ‘Ikzelf lees vrijwel geen fictie. Ik wend mij niet tot fictie voor troost en (ont)spanning. Die vind ik in de muziek.’
‘En nu sta ik hier om een lezing te houden over literatuur,’ vervolgde hij even later. ‘Maakt mij dat tot een charlatan? Ik hoop het niet. Ik heb in de loop van mijn carrière geprobeerd literatuur te schrijven met de nodige diepgang, literatuur die doordringt tot de essentie, zonder geniepige foefjes of goedkope effecten. Ik heb geprobeerd romans en korte verhalen te schrijven die het waard zijn dat er bomen voor geveld werden. Ik heb geprobeerd een alternatief te bieden voor stompzinnig wegwerpvermaak.’
Machine met de mens als brandstof
Het megakapitalisme dat we in het leven hebben geroepen, is inmiddels uitgegroeid tot een machine die ons als brandstof gebruikt, vindt Faber. Een systeem dat er, om te kunnen overleven, echter niet hardvochtig uit mag zien. Het biedt mensen de mogelijkheid op een comfortabele manier en met een minimum aan moeite al hun verlangens te vervullen. Maar, hield Faber ons voor: ‘Op het eerste gezicht lijkt het megakapitalisme onze individualiteit te respecteren en te huldigen, ons recht om alles op onze eigen manier voorgeschoteld te krijgen, naadloos toegesneden op onze unieke behoeften, maar in werkelijkheid is er nog nooit een periode in de geschiedenis geweest, waarin de maatschappij waarbinnen we functioneren zich zo weinig gelegen liet liggen aan ons als individuen. We zitten diep begraven in onze illusie dat we vrij rondvliegen.’
Intussen sussen we ons geweten met het kopen van biologische producten en antikapitalistische boeken, en brengen we ons geld onder bij een ‘groene’ of ‘sociale’ bank. Zelfs een organisatie als IS, die beweert het kapitalisme met de grond gelijk te willen maken, maakt maar wat graag gebruik van de verworvenheden ervan, zoals mobiele telefoons, internet en massa’s geld.
Schrijven, lezen, luisteren en denken
Wat kunnen we doen om ons toch teweer te stellen tegen de uitwassen van de moderne maatschappij, vroeg Faber zich af. ‘Ik noem u vier dingen, zei hij: we kunnen schrijven, we kunnen lezen, we kunnen luisteren en we kunnen denken.’ Echt luisteren, nadenken, andere visies tot ons nemen en overwegen, helpt om te bepalen ‘over wie we werkelijk zijn, wat we werkelijk willen en niet willen, waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan, wat belangrijk is en wat niet.’
En ‘aan zorgvuldig, geduldig en toegewijd schrijven wordt door het megakapitalisme zo weinig waarde toegekend,’ hield hij zijn publiek voor, ‘dat alleen al dat schrijven zelf een daad van protest is.’
Toevluchtsoord
In de wereld van vandaag is iedereen die geeft om de waarheid, om diepgang en de uitwisseling van ideeën, verhalen, visies en ervaringen, een vluchteling, aldus Faber. Een vluchteling is immers iemand die een toevluchtsoord zoekt, een veilige plek die als alternatief kan dienen voor het vroegere thuis waarmee het zo afschuwelijk is misgegaan. ‘Een festival als Winternachten is een vluchteling die een toevluchtsoord zoekt, weg van al het slechte nieuws, en wij zijn vluchtelingen die, voor het korte tijdsbestek waarin we deze ruimte kunnen delen, ons troosten met de gedachte dat de wereld tal van intelligente, voor rede vatbare mensen kent.’
Voor alle vluchtelingen die graag een avond willen schuilen: het Winternachtenfestival duurt nog t/m zondag, Theater aan het Spui, Den Haag.