Jetse Batelaan is zo’n beetje deze hele eeuw al bezig om het bijzonderste theater ter wereld te maken. Althans, van mijn wereld. Vaak met heel weinig woorden, altijd met een groot gevoel voor kale esthetiek en meestal sympathiek met een rare twist halverwege. Zijn laatste meesterwerk is een bewerking van Thea Beckmans Kruistocht in Spijkerbroek. Al moeten we minstens driekwart van de credits voor dit evenement ook geven aan de bedenkers, schrijvers en uitvoerders: Sadettin Kırmızıyüz en Marjolijn van Heemstra.
Het gebeuren heet voluit ‘Kruistocht, een voorstelling gebaseerd op dat dikke boek van Thea Beckman over die kinderen die heel ver moeten lopen en die ene jongen in die moderne broek; Over het vijanddenken van vroeger en nu’. Dat is best een mond vol, maar past in het rijtje titels dat Batelaan aan zijn voorstellingen tot nu toe heeft gegeven. Een van zijn laatste grote hits was ‘Hoe de grote mensen weggingen en wat er daarna gebeurde’. Daarin veranderde een pittoresk stuk over een middeleeuws dorpje in een anarchistische toneelsloperij.
Verteltheater
Kırmızıyüz en Van Heemstra doen in een moderne vorm van verteltheater verslag van hun poging om de Kinderkruistocht uit de dertiende eeuw na te reizen in een moderne gezinsauto. Ze komen erachter dat Beckmans boek, dat in 1972 best veel indruk maakte, hopeloos verouderd is. Dat verhaal, over een modern jongetje dat door een mislukt tijdmachine-experiment mee moet lopen in de historische kinderkruistocht, is volgens hen te mooi om waar te zijn.
Kruistochten zijn in al hun bloederige gruwelijkheid op dit moment weer actueel in de propaganda van zowel extremistische islamisten als patriottische VS-presidenten. Hoe ga je daar als moderne ouder en afstammeling van de Saracenen (Kırmızıyüz) of Kruisvaarders (Van Heemstra) mee om?
De drie creatieven achter Kruistocht, etc. maken er een verrassend actueel stuk van. Inclusief spannende twist aan het einde, die alles weer in een ander daglicht stelt. Met een hoofdrol voor de Middelandse Zee en een groep lokale kinderen.
Topniveau
En dan moet me toch iets van het hart. Artemis wordt betaald om theater te maken voor kinderen en jongeren. Dat doet het gezelschap al jaren op topniveau. Deze voorstelling bewijst dat ook weer. Met zulk topniveau is het gezelschap bovendien in staat om de grootste scepticus te veranderen in een gretig toneelliefhebber. En dan heb ik het niet alleen over de minderjarigen waarvoor de club subsidie krijgt. Het gaat ook om elke volwassene zonder toneelervaring, of met negatieve toneelervaring. Daar zijn er heel erg veel van in Nederland.
Wat is het geheim? Eigenlijk heel simpel. ‘Jeugdtheater’-gezelschappen als Artemis staan iedere dag met hun poten in de modder voor een publiek dat niet op ze zit te wachten. Ze spelen in theaters, maar ook in gymzalen, theatertrucks en tenten. Hun publiek is even divers van samenstelling als de scholen in Nederland. Om te overleven moeten die voorstellingen inhoudelijk perfect zijn, diep gaan en overtuigen. Acteurs kunnen zich niet permitteren hun eigen sores voor alles te stellen, de eigen navel voor het voetlicht te brengen of wijsneuzerig elitair met boekenwijsheden te strooien.
Door de mand
Zet een ‘volwassentheater’-gezelschap in zo’n situatie en het valt bijna altijd door de mand. Niet per se omdat dat niet goed bezig is. Wel gelden er voor de kwaliteitsbepaling door theaters, critici en subsidiegevers hele andere eisen. Het publiek wordt plots ook verondersteld veel meer voorkennis te hebben, het repertoire te volgen en de finesses van de dagelijkse actualiteit in de smiezen te hebben.
Er gaapt een geweldige kloof tussen jeugdtheater en volwassenentheater. Inhoudelijk, maar ook in waardering door de ‘peers’. Dat is onlogisch, omdat er niet zo’n kloof bestaat tussen jeugd en volwassenheid bij het publiek. Tussen 4 havo en de eerste eengezinswoning doet een mens niet opeens al die dingen op, waar het verschil in theaterstijl en -inhoud op wijst.
Andersom zal iemand van 25 wel tien keer nadenken voor ze een kaartje koopt voor een stuk waar 12+ bij staat. Hoewel dat bij film nooit een probleem is. Waarom zetten we zo’n leeftijdsaanduiding niet bij elke voorstelling?
Vragen
Hoe komen we van dat kunstmatige onderscheid af? Hoe zorgen we dat ook volwassenen ongehinderd door normen of leeftijdsaanduidingen kennis kunnen nemen van het theater dat zo perfect geschikt is om de leek in een liefhebber te veranderen? Hoe zorgen we ervoor dat mensen die theater maken voor volwassenen gaan denken als hun collega’s in het jeugdtheater? Kunnen subisdiegevers misschien ruimdenkender worden, en dit ook in hun voorwaarden opnemen?
Het zou zo mooi zijn. Dat vind ik dan wel weer een kruistochtje waard.