Elke stad in Nederland kent kunstenaars die lokaal faam en glorie genieten maar even voorbij de stadsgrenzen slechts vragende blikken opleveren. Neem de Haagse schildersfamilie Goeting. Dat zijn Jan Goeting (1918–1984), zijn vrouw Catharina (1912-1987) en zoon Joep (1946-1986). Het aardige van deze familie is: elke Hagenaar of Hagenees van boven de 55 kent veel werk van ten minste Jan Goeting. Alleen: hij of zij wéét dat niet.
Wakker gekust
De erven Goeting, zus en broer Petra en Jan Willem Evers, oomzeggers van Jan Goeting, hebben de schilderijen, wandkleden, plastieken, kinderboeken en etsen van Jan, Catharina en Joep weer wakker gekust door een expositie te organiseren in het statige Wassenaarse Raadhuis de Paauw. ‘Uit de schaduw van de geschiedenis, in het licht van vandaag’, noemen ze dat zelf.
Wormgat naar de jeugd
Ik behoorde tot de onnozelaars. Op 8 december, een dag na de opening, reed ik als oudere Haagse jongere met getemperde verwachtingen naar Raadhuis de Paauw. Binnen was het alsof ik door een wormgat terugkroop naar mijn jeugd. Back to the Sixties and Seventies. Ik bekeek de vitrines met boekjes vol werk van (vooral) Jan Goeting en kreeg een déjà vu zo vers als een ovenbroodje. Jan Goeting is de man van de gevelstenen boven de oer-Haagse portieken en portalen aan de Sportlaan, de Scheveningse Oranjeflats en het Monnikendamplein. Ik fietste er jaren langs op weg naar school, strand of dancing en had er geen oog voor.
Jan Goeting is de man die – samen met zijn vrouw Catharina – tekende voor ontelbare gevelmozaïeken en keramische plastieken aan buiten- en binnenwanden van vele Haagse gebouwen. De muur met fraaie baksteenmozaïek van de Marcuskerk aan de Jan Luykenlaan bij mij om de hoek, ik was er blind voor.
Degelijk ANWB-gebouw
Het ergste: Jan Goeting is – met zijn Catharina – de man die het degelijke, bakstenen Haagse ANWB-hoofdkantoor opfleurde met keramisch geglazuurde tegels en stenen in primaire kleuren, met symbolen van dag, maan, vis en zon symbolen, gemetseld aan de hand van een gigantische tekening die Jan op ware grootte achter het metselwerk liet ophangen. Een kopgevel met een enorme hand, om de dienende en beschermende taak van de ANWB te verbeelden. Goeting bracht onder liefst 600 ramen mozaïeken met heerlijke vogels aan.
Zo’n 20 jaar liep ik, werkzaam bij ANWB Media, in de pauze langs de gevels met de ogen waarmee ik brood at. Ik zag niks, maar mijn ziel registreerde. Kortom: Den Haag is getruffeerd met kunstwerken van Jan en Catharina Goeting maar je moet er aan toe zijn..
Volle neef en nicht
Petra en Jan Willem Evers zijn neef en nicht van Jan en Catharina en volle neef en nicht van hun zoon Joep. Petra: ‘Ik bezocht met Joep dezelfde lagere school.’ De zus en broer, warmhartige en ongekunstelde mensen (zoals veel Hagenaars buiten het Benoordenhout overigens) werden al jong gedrenkt in de kunstenaarswereld van oom Jan en tante Catharina: ‘Ome Jan was onze lievelingsoom, een gezellige, aardige man. We gingen als kinderen vaak langs in de Van Imhoffstraat, waar ze woonden. Maar niet overdag, want er hing een bordje met “Tussen 10 en 4 uur niet bellen” op de deur, dan werkten ze.’
Alles aanpakken, geen vetpot
Jan Willem: ‘Oom Jan en tante Catharina waren harde werkers. In het begin moesten ze alles aanpakken, de kunst was geen vetpot.’
Hij laat een zwart-wit foto zien van Metropole Palace, de legendarische bioscoop aan de Laan van Meerdervoort. Jan Willem: ‘Dit enorme reclamedoek aan de gevel heeft oom Jan ook geschilderd, voor een film over het koningshuis.’
Petra: ‘Ik wil kunstenaar worden, zei oom Jan destijds tegen zijn ouders. Hij hoorde toen dat hij dan gedoemd was om arm te sterven. Maar hij mocht zijn gang gaan.
In nieuwe auto’s naar Italië
‘Later konden Jan en Catherina er goed van leven. Ze verdienden behoorlijk. Door de invoer van de 1%-regeling kregen ze tal van monumentale opdrachten, ze hadden rijke opdrachtgevers uit ’t Gooi. Ze hebben hun successen gevierd met een blij leven, reden in nieuwe auto’s naar Italië, ze leefden er goed van. Hun zoon Joep later ook.
Jan Willem: ‘Dat portret van dr. Ong, het hangt op de tentoonstelling, kostte dertig jaar geleden 20 duizend gulden. Zij waren best duur, ook in hun tijd. Ze hadden regelmatig opdrachtgevers uit het Gooi.’
Stoere vijftigerjarenkop
Jan Goeting was een mooie, zwierige man. Petra en Jan Willem openen een van de vele familiealbums met zwart-wit foto’s uit de vorige eeuw. Ome Jan kijkt met een stoere vijftigerjarenkop in de lens, zijn kuif zou zo in Gerard Reves De Avonden kunnen. Goeting maakte deel uit van de Nieuwe Haagse School, een beweging in de beeldende kunst uit de jaren vijftig en zestig. Kenmerken: verzet tegen de Cobra-beweging, inspiratie in de 17de-eeuwse kunst, de School van Barbizon en de daaruit voortkomende Haagsche School. Het was vernieuwing in een Haags jasje. In 1949 ontstond de zogenaamde Posthoorngroep, genoemd naar de beroemde bodega De Posthoorn, nog immer glorerend.
Veel kunstenaars van groepen als Atol, Fugare of Verve exposeerden tussen 1956 en 1962 in de Galerie op het Lange Voorhout. Bekende namen waren Kees van Bohemen en Jan Cremer. Niet-leden Paul Citroen en Piet Ouburg hoorden ook bij de Nieuwe Haagse School.
Hoe Haags waren de Goetings?
Petra en Jan-Willem: ‘Superhaags. Ze zijn hier geboren, hebben hier gewoond. Jan Goeting volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Was lid van Pulchri Studio en de Haagse Kunstkring. Hij was werkzaam als docent aan de Academie. In 1947 won hij de Jacob Marisprijs, een kunstprijs die door de Haagse salon in de Pulchri Studio aan Haagse kunstenaars werd uitgereikt.’
Reclame
Petra en Jan-Willem: ‘Deze mensen maakten geen reclame voor zichzelf. Ze hebben te weinig aan de weg getimmerd. Jan was gewoon een heel aardige man, Catherina en hij waren dol op elkaar, ze deden met Joep en ons allemaal leuke dingen, op vakantie ging al het materiaal mee in de auto, de kunst ging gewoon door.’
Jan Goeting stond ook bekend als portretschilder en portretteerde veel vooraanstaande personen en artiesten. Een hoogtepunt van Jan Goetings kunstenaarsleven was ongetwijfeld de opdracht voor de portretten van Prinses Beatrix en Prinses Christina, voor het nationaal geschenk aan Koningin Juliana in 1976. Jan reisde naar New York af voor een werkbezoek aan Prinses Christina en prinses Beatrix kwam persoonlijk naar de – volledig afgezette – Van Imhoffstraat om te poseren.
Jan Willem: ‘Wij wilden ons nog op zolder verstoppen, maar dat mocht helaas niet.’
Mondriaanmotiefje
Op de (kleine) expositie in de Paauw hangt een portret van prof. drs. L.J.F. Wijsenbeek, de toenmalig directeur van het Gemeentemuseum. Lachend en met een visionair Mondriaan-motiefje voor zich op tafel. Het portret van prof. dr. Ong, een arts, een portret van zijn
vrouw Catherina en een van Catherina en de jonge zoon Joep. Geen statige portretten, maar vooral mensen gevangen in de actie en geest van het moment. Het wat kubistische, bijna archetypische beeld van de Amerikaanse toerist uit de jaren zestig, omhangen met camera’s, is bijzonder. Hij staat er ook in keramiek en zit/zat in gouache als een soort voorstudie in een map (nu overigens niet meer: schrijver dezes kocht het werkje snel en gretig).
Oelie en Djum uit 1946
Verspreid over de drie zalen hangen grafieken, aquarellen en wandkleden van Catharina. Van zoon Joep (die zijn opleiding kreeg aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem en in Amsterdam) zijn er gouaches, keramiek en enkele schilderijen te zien in Raadhuis De Paauw.
In 1946 maakte Jan Goeting de illustraties in het kinderboekje Oelie en Djum. Mooi, simpel gestileerd, in twee kleuren; een beetje Fiep Westendorp-achtig. Het boekje zou de tijdgeest van 2017 niet overleven. Lees bijvoorbeeld dit fragment:
‘Onder donderend applaus en muziek wordt een klein meisje de ruimte ingeleid. Het is een lief zwartkopje, een negerinnetje met krullend gitzwart haar en donkere ogen…’
Ah-erlebnis in derde vitrine
Weer een ah-erlebnis in de derde vitrine. Een boek toont beelden van het grote mozaïek in de raadzaal van het stadhuis van Hengelo, ontworpen door Jan en Catharina uit marmer en natuursteen. Felle kleuren, basale figuren, dikke symboliek van zon, haan en uil, met daaromheen kruikvormige taferelen van naakten, dorstigen, hongerigen en kinderen die moeten worden verzorgd en beschermd.
Wederopbouwkunst. Tijdsbeelden in een vorm die je (nu nog) op en in Haagse flatgebouwen, Haagse kweekscholen, bankgebouwen, of in het hoofdkantoor van de Shell kon tegenkomen. Goeting was het décor van mijn jeugd. Wel gezien toen, maar niet opgemerkt.
‘Het zal wel weer kunst zijn’, dacht je in die tijd. Maar benoemen kon je het niet in een tijd zonder TV en internet.
‘Alles is te koop’
Petra en Jan Willem: ‘Hier hangt lang niet alles. In ons huis waren honderden kunstwerken van Jan, Catharina en Joep opgeslagen, groot en klein. Onze moeder erfde van Jan en Catharina, wij erfden van Joep. We hebben de werken eerst in beheer gegeven van een instituut, dat kwam er niet uit, ze gaven alles weer terug aan de familie.
Jan Willem: ‘Erven is mooi, maar het is ook een last. Je kunt het niet in rekken neerzetten en er verder niks mee doen. Het moet gezien worden, de wereld in. De persoonlijke werken hebben we gehouden. Jan schilderde ons leven, je maakte weinig foto’s in die tijd.’ ‘Verder is alles is te koop’, zegt Petra. ‘We hebben al via kunsthandels verkocht en aan de Gemeente Wassenaar, maar het is best moeilijk, zeker de prijsstelling.’
De hele schildersfamilie Goeting ontsliep binnen een luttele drie jaar. Jan Goeting stierf op 66-jarige leeftijd in 1984 aan kanker. Zoon Joep was 40 jaar toen hij in 1986 aan aids overleed. Moeder Catharina Goeting stierf op haar 74ste in 1987.
‘Van verdriet’, zegt Petra Evers.
‘De schildersfamilie Goeting’ is een kleine, fijne tentoonstelling geworden, verspreid over drie tuinzalen van het sneeuwwitte Raadhuis de Pauw. Adres: Raadhuis De Paauw, Raadhuislaan 14, Wassenaar. De tentoonstelling loopt van 8 december 2017 tot 21 januari 2018 en is vrij te bezichtigen op do, vr, za en zo van 12.00 -16.00 uur. www.goeting-art.com is de officiële site van de erven Goeting.