Leuke quizvraag: wie was de allereerste student aan de Filmacademie? Dit borrelt niet zomaar toevallig op – ik kom er straks nog op terug. De Filmacademie bestaat namelijk zestig jaar. De eerste film die maandag bij de presentatie van eindexamenwerkstukken werd vertoond was een mooi cadeautje voor de jubilaris.
Voor hun documentaire De Nederlandse Filmacademie presenteert doken Josephine Moen en Dominique Hoogendoorn in het archief van de Academie. Een bloemlezing van afstudeerwerk, plus uit ieder decennium een filmmaker die daar nu op terugblikt. Behalve mooie verhalen over jeugdige ambities levert dat ook een fraaie reeks tijdsbeelden op. Die laten zien hoe thema’s en benaderingen van de studenten met de tijd veranderden. Na opstandigheid en protest in de jaren zeventig (Mijke de Jong) kwam de invloed van Tarantino. Na het spelen met bloed en kogels (Martin Koolhoven) zocht iemand als Jiska Rickels weer contact met de realiteit. Tegenwoordig zien we hoe veel filmstudenten het in kleine, persoonlijke onderwerpen zoeken. Ik generaliseer wat grof, maar toch.
Ego-docu’s
Ter illustratie: van de zes afstudeerfilms in de documentaire-sectie vallen er drie in de categorie ego-doc. Documentaires die de maker zelf en zijn naasten als onderwerp hebben. Het valt te begrijpen dat een jonge, pas beginnende maker zijn stof zoekt in zaken die hij goed kent. Jezelf tot onderwerp maken kan je zelfs moedig noemen. Dat neemt niet weg dat ik films met wat verder reikend engagement of nieuwsgierigheid wel een beetje miste. Ook in de sectie fictie. The Soap of Life, een documentaire van Sjoerd Niekamp over Congolese soapacteurs in België komt in de goede richting.
Sjoemeldokter
Maar de echte verrassing was Het zaad van Karbaat. Regisseur Miriam Guttmann buigt zich hierin over de zaak van de sjoemelende vruchtbaarheidsarts Jan Karbaat. Deze bevruchtte stiekem tal van vrouwen vrouwen met zijn eigen zaad. In de film vertellen twee moeders en twee jong-volwassen kinderen wat deze onthutsende ontdekking met hen deed. Spaarzaam doorschoten met raak gekozen archiefbeelden.
Op grond van de korte beschrijving verwachtte ik een obligate, reportage-achtige case-study, maar dat pakte anders uit. Guttmann en haar team laten zien hoe ook bij een documentaire een zelfverzekerde en strak ontworpen vorm het verschil maakt. Met evenveel aandacht voor compositie, decor en montage als in een speelfilm groeien deze heel persoonlijke verhalen uit tot iets dat de zaak overstijgt. Wanneer de kinderen worstelen met de vraag of ze misschien ook de minder fraaie eigenschappen van Karbaat hebben geërfd maakt dat niet alleen indruk door hun openhartigheid. De even sobere als bijzondere stijl maakt het universeler. Wat bindt ons, wat maakt ons tot wie we zijn. Het zaad van Karbaat kreeg de VPRO Documentaire Prijs. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
Buiten gebaande paden
In de sectie fictie was voor mij SISTERS van Daphne Lucker (regie) een soortgelijke verrassing, hoewel heel anders. De band tussen drie zussen in een probleemgezin. Hoe laat je zien hoe ze omgaan met elkaar en met een bedreiging van buiten? Nou, door ze te laten dansen. Vrijwel zonder woorden is dit gestileerde spel in emotioneel opzicht toch heel concreet en expressief. Een gedurfde en prachtige cross-over tussen dans en film, een subgenre dat onder de afstudeerfilms zeldzaam is. Dit geïnspireerd buiten de gebaande paden treden werd bekroond met de Topkapi Films Fictie Award.
Kinderwereld
Een thema dat bij de lichting 2018 meermalen opduikt is de strijd tussen kind en vader. Het mooist en meest subtiel werd dat uitgewerkt door Florence Bouvy (regie) en Jessie Tiemeijer (scenario) in Tot het einde van de wereld. Hoe een meisje van acht haar nog speelse wereld regelmatig ziet botsen met die van haar vader. Een vader die van goede wil is, maar die het niet lukt om goed voor zichzelf en haar te zorgen. Hoe liefde wringt met onvermogen. Nuchter en ondanks alles met een sprankje hoop.
Sterk en overtuigend is de consequente manier waarop alles steeds vanuit het perspectief van het kind wordt getoond. Dat mede dankzij de ontroerende hoofdrol van de parmantige jonge actrice Linde van der Storm. Het geheel had wat mij betreft wat minder impressionistisch gemogen, maar daar lieten mijn collega’s in de jury van de Kring van Nederlandse Filmjournalisten zich niet door afschrikken. Tot het einde van de wereld kreeg de KNF Prijs voor beste Filmacademie afstudeerfilm.
Daarnaast werden maandag ook prijzen uitgereikt beste scenario (Denise Rebergen) en beste commercial (Victor Horstink). Nieuw dit jaar is de prijs voor beste filmscore (Tom Schipper). Meer over de films, prijzen en juryrapporten op de website van de Filmacademie.
Alle films zijn deze week nog in EYE te zien.
Frans Weisz geëerd
Terugkomend op het 60-jarig bestaan van Filmacademie: directeur Bart Römer liet weten dat dit na de zomer op gepaste wijze gevierd gaat worden. Dan horen we meer. Nu alvast kondigde hij de oprichting van een zogenaamde ‘wall of fame’ aan. Een eregalerij met foto-portretten van bijzondere oud-leerlingen. Te beginnen met Frans Weisz, toevallig ook de eerste student die zich op de filmschool inschreef, en Nouchka van Brakel. Voor Weisz (Het leven is vurrukkulluk) was er nog een extra verrassing. Wethouder Kunst en Cultuur Touria Meliani was present om hem de versierselen bij zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau op te spelden.
En dan nog dit: