Je zult maar in Molenbeek wonen. Al jaren heersen er spanningen in deze Brusselse wijk. De no go area wordt zelfs rechtstreeks in verband gebracht met de aanslagen in Parijs en Brussel. Ook onderling zullen de verhoudingen er niet zachtzinnig zijn.
Danser/choreograaf Yassin Mrabtifi komt er vandaan. Hij moet een gedeukte persoonlijkheid zijn. Toen ik de vrolijke titel van zijn eerste eigen voorstelling zag, ‘From Molenbeek with Love’, wekte dat verwachtingen. Eindelijk een ander geluid uit die hel. Maar het enige dat hij van zichzelf bleek te laten zien was slachtofferschap. Iemand die niet weet met wat voor identiteit hij het best kan overleven. Het oude verhaal dus.
Zachtaardig
Yassin Mrabtifi heeft een zachtaardig karakter. Dat straalde hij uit op het podium. Vier metalen stellages, verbonden door een venster van cellofaan, vormden zijn kleine, veilige domein. Daar piekerde hij over zijn overlevingsvragen. Wie hij was. Hoe hij was. Hoe hij moest zijn. Het cellofaan was een spiegel waarin hij zijn lichaam bekeek. Maar tegelijk gluurde hij er doorheen naar de buitenwereld. Wat wilde hij het publiek meegeven? Een unieke, creatieve manier om te overleven?
Telkens verliet hij op een andere manier het vierkante domein. Veruit de mooiste scène was die waarin hij in een wit gewaad kroop waarvan de mouwen oneindig lang leken. Via twee palen liepen ze uit tot in de donkere nok van de zaal. Maar het onmetelijke bleek een handenbinder en een keurslijf. Mrabtifi deed hier denken aan een derwisj. Een veelzeggende associatie. Immers, een derwisj ervaart bevrijdiing. Eenwording met het volmaakte. Daar droomde Mrabtifi wellicht van. Maar diepgang of wijsheid, een mystiek of filosofisch antwoord op de vraag hoe mensen het leven op aarde zo beroerd kunnen maken, daartoe spoorde het derwisj-schap hem niet aan. Hij raakte slechts verstrikt in de mouwen. Met moeite maakte hij zich uit het gewaad los, om zich schuw terug te trekken in zijn domein, waar hij uit allerlei gewone kleren zijn keuze probeerde te maken.
Zo verbeeldde Mrabtifi hoe hij door krachten van buiten gemanipuleerd werd. En hoe pijnlijk dat was.
Opgesloten
Steeds meer kwam ik er in de opeenvolgende scènes achter dat hij er helemaal niet in slaagde via wisselende identiteiten zijn draai te vinden. Ik kreeg het gevoel dat het personage volkomen in zijn eigen wereldje opgesloten bleef. Dat hij geen weerwoord had. Dat hij zich liet leven in een nest van onvrede en ruwheid.
Even leek er een moment van uitbraak te zijn. Mrabtifi scheurde het cellofaan los van de palen. Hij zwaaide er wild mee in het rond. Het glinsterende vel vulde de ruimte met een razend geritsel. Wat een bevrijding, dacht ik. Totdat de danser er net zo hopeloos in verstrikt raakte als eerder in het witte gewaad. Mooi om zo’n motief te hernemen, maar teleurstellend dat er geen opening naar iets nieuws op volgde.
Solovoorstelling
Hij wilde een solovoorstellng maken, zei hij schuchter. In de verhalen die hij vertelde, kwam niets dan verdwaling en machteloosheid naar buiten. Wat was de kern van deze persoonlijkheid? Wat stelde hij als kunstenaar tegenover de onleefbare wereld in Molenbeek? Het blijft een onbevredigend zwart gat.
In aanzet was het wel mooi hoe Mrabtifi telkens zijn handelingen en woorden combineerde met dansbewegingen. Ze leken spontaan in zijn lichaam op te komen. Maar ze doofden telkens weer uit. Ook in zijn danskunst, die hem toch onderscheidde van andere slachtoffers in Molenbeek en hem dus een duidelijke eigen identiteit gaf, wist hij geen bevrijding op gang te brengen.
Het was moeilijk als toeschouwer in dit drama mee te gaan. Het bleef op afstand, in zichzelf gekeerd. Na elke scène trok de danser zich terug. Alles was even vluchtig en vluchtachtig. Het deed je snakken naar een persoonlijkheid die visie of uitzicht bood. En die je op een nieuwe manier naar de gecompliceerde werkelijkheid liet kijken.
Yassin Mrabtifi, ‘From Molenbeek with Love’. Gezien: 4 juli, Podium Mozaïek. Daar nog te zien: do 5 juli, 19.00 uur, in het kader van Julidans