Als ik aan mode dacht, zag ik een elitegroepje bij de catwalk voor me: kattige modellen en vijandige ontwerpers. Na mijn bezoek aan het Fashion + Design Festival Arnhem zijn al die beelden volledig bijgesteld. In de maand juni lijkt iedereen in modieus Arnhem samen te werken. Modeontwerpers lopen broederlijk met elkaar in een modeparade, delen ateliers, catwalks en vieren samen de mode.
‘Toen in 2013 bleek dat de Mode Biënnale in Arnhem niet door zou gaan, hebben we de handen ineengeslagen om met een nieuw festival de stad van de mode te waarborgen,’ vertelt zakelijk leider van het Fashion + Design Festival Riëlle Schoeman. Inmiddels viert het FDFA zijn vijfde editie. Dat lustrum wordt extra groot gevierd met een eigen festivalhart in de voormalige V&D, voor de maand juni -pun intented- de F&D.
Het festival duurt dit jaar van 1 juni tot 8 juli en er valt veel meer te beleven dan alleen maar mode en design. ‘Ons doel is om voor iedereen toegankelijk te zijn,’ zegt Schoeman, ‘we bedienen een breed publiek.’ Zo is er een modieuze circusvoorstelling te zien, kun je feesten op straat tijdens de nacht van de mode en in een workshop je eigen sneakers maken. Dat is dan nog maar een fractie van het programma.
De vele verschillende Arnhemse initiatieven zorgen voor een veelzijdig programma en werken allen broederlijk samen onder de koepel van het FDFA: ‘Wij verzorgen de marketing en promotie. We organiseren zelf niet, maar we initiëren wel,’ vertelt Schoeman. FDFA zorgt dat de programmering op elkaar is afgestemd. Zo staat dit jaar met het thema Essentials duurzaamheid voorop. Dat is in heel de stad feestelijk zichtbaar door het project Reflags: Studio VOLLAERSZWART versiert de stad met oude gerecyclede vlaggen en verknipt ze samen tot een nieuw kleurrijk mozaïek.
Textiel van oud plastic en leer van vissenhuid
Het is niet enkel kijken en shoppen, vertelt Schoeman: ‘The State of Fashion (StoF) heeft een heel goede inhoudelijke expositie: Searching for the New Luxury.’ StoF toont prachtige ontwerpen, maar vooral het verhaal dat achter die ontwerpen schuilgaat. Aan de rand van de stad in de Melkfabriek staat werk van verschillende ontwerpers die een antwoord op het duurzaamheidsvraagstuk bieden.
In de expositie zijn designs te zien met textiel gemaakt van oud plastic, leer van vissenhuid en latex van duurzaam rubber. Daarnaast zijn voor de expositie grote internationale namen als Vivienne Westwood en Stella McCartney naar Arnhem gehaald.
De tassen van Westwood gemaakt van gerecycled canvas, reclame-banners en afgedankte stukken leer zijn het pronkstuk van de expositie. Ze staan echter uitgestald op tapijtjes en blauwe zeilen zoals je bij menig straatverkoper kunt verwachten. Het is een knipoog naar de plaats waar ze geproduceerd zijn: de grootste sloppenwijk van Nairobi.
‘Voor je het weet loop je een groot ontwerper tegen het lijf’
Ook lokale initiatieven vullen het thema essentials op eigen manier in. Schoeman vindt het vooral belangrijk dat in de programmering het Arnhems talent getoond wordt, want ondanks dat Arnhem veel ontwerpers heeft voortgebracht, zijn hun producten er niet te koop. Schoeman: ‘Wij willen zorgen dat het werk van die ontwerpers een maand lang in Arnhem te zien is.’ In de F&D staan verschillende pop-up-shops van Arnhemse ontwerpers. Voor je het weet, loop je een bekend ontwerper tegen het lijf. Zoals Peet Dullaert.
Zijn stoffen zien er zo mooi uit dat je ze onmiddellijk wilt aanraken. ‘Het is zacht en glijdt heel lekker over je lichaam,’ vertelt Dullaert. Hij ziet mode als een persoonlijke ervaring voor de drager: ‘Wij zeggen niet: “dit is mode, je moet dit dragen.” Je voelt je er tot aangetrokken of niet.’ Dullaert vertelt dat hij niet zoveel meer in Nederland doet. Hoe bescheiden die formulering is, blijkt iets later als ik door Google leer dat zijn merk afdelingen in wereldsteden van New York tot aan Beijing heeft…
De onbeschaamde gretigheid van het publiek
Het Fashion + Design Festival is rondom de basis van het Arnhems talent gebouwd: de eindexamenshows van modeacademie ArtEZ. ‘We openen en eindigen ermee,’ vertelt Schoeman. Als mode-leek besluit ik mezelf flink bij te scholen en in het diepe te gooien: Ik neem plaats aan de catwalk van de graduationshow van ArtEZ.
In het gerenoveerde Musis theater staat een gigantisch intimiderende catwalk. Op dreunende technobeats paraderen de modellen; ze kijken verveeld en uitdagend tegelijk. Het is even wennen aan de onbeschaamde gretigheid van het publiek dat de modellen van top tot teen bekijkt, wijst, en hardop reageert op de verschillende outfits. Een model in een jurk en hoed gemaakt van luxaflexgordijnen loopt de catwalk op. ‘Ah! Wat grappig!’ klinkt het naast me. Bij een beter draagbaar gewaad hoor ik: ‘Prachtig!’
‘Iets later trekken twee modellen blikken halve liters pils open’
De verschillende collecties worden ijzig aangekondigd door een voice-over met Frans accent. Even waan ik me in modestad Parijs tot de collectie JE MOEDER van Dennis Schreuder de catwalk betreedt: Plots schalt er ‘Mama, je bent de liefste van de hele wereld’ uit de speakers. De tonen van Heintje blijven niet lang hangen en barsten los in een akelig harde remix. Schreuder ontlokt er een lach mee bij zijn publiek.
Wat ik in de collectie van studente Emmie Hermans voor een creatieve handtas aan zie, blijkt een zak chips te zijn. Iets later trekken twee van Hermans modellen blikken halve liters pils open. Zo zetten sommige collecties je volledig op het verkeerde been.
Gespot: een modieuze man
De zaal is voornamelijk gevuld met trotse ouders van de ontwerpers. Aan hun outfits te zien heeft het gevoel voor mode bij sommigen een generatie overgeslagen. Op de trap spot ik gelukkig een modieuze man. Thijs is sportief doch netjes gekleed; je zou het haast nonchalant kunnen noemen, maar alles lijkt hem te perfect te passen. Dat blijkt geen toeval: ‘Doordat ik zo’n ‘dunne kleerhanger’ ben, was ik vaak “doorpasmodel” voor vrienden op de academie.’ Thijs voegt daar bescheiden aan toe: ‘Dan hebben we het wel over tien jaar geleden hoor!’ Inmiddels woont en werkt hij in Arnhem als parfumeur.
Als ik Thijs vraag of hij extra over zijn outfit nadenkt bij een bezoek aan zo’n evenement, zegt hij eerst vastbesloten: ‘Nee,’ maar dan: ‘Nou hoewel.. Ik heb een dure pantalon van Acne Studios en dan denk ik wel “die trek ik nu aan.”‘ Vol bewondering kijk ik naar zijn broek, ‘Wel met 70% korting in de uitverkoop gekocht, hoor!’
Over zijn hoogtepunt van de show moet hij even nadenken. Thijs lijkt de vele outfits in zijn hoofd te reconstrueren. Maar dan: ‘Ja, ik weet het!’ Thijs vertelt over het model in een ontwerp van Dennis Schreuder. Ze liep van top tot teen gekleed in denim tot ze haar lange rok afscheurde en ineens een knalrode latex slip toonde. ‘Dat vond ik een heel spannend moment.’
Met een parade naar het hart van de modestad
Voor mijn tweede dag ga ik naar het hart van de modestad, Modekwartier Klarendal, voor de Nacht van de Mode. Deze wordt geopend met een feestelijke parade.
Rijen fanfaremuzikanten worden gevolgd door vier modellen op torenhoge hakken. Samen leiden zij een uitgelaten menigte naar het Modekwartier om daar de nacht van de mode gezamenlijk te openen. Tot middernacht zijn alle ateliers en winkels geopend en is het feest in Klarendal.
‘Hoe gekker hoe beter!’
Maaike, Els, Esther en hond Fien vormen met kartonnen borden om hun nek een opvallende verschijning in de parade. Met hun grafische design studio Paradijs vertegenwoordigen zij het stukje design in de Nacht van de Mode. Voor de nacht maken ze een photobooth, iedereen kan daar met net zo’n gespierd torso als Els op de foto. Als ik de dames vraag wat de festivaltrend is, zeggen ze: ‘Hoe gekker hoe beter!’ Dat maken ze zelf zeker waar.
‘Voor vandaag ben ik mannequin’
Ook Hanneke Janssen loopt mee: ‘Voor vandaag ben ik mannequin.’ Ze is gekleed in een jurk van Clau-D en wordt vergezeld door haar man Jörgen en ontwerpster van de jurk Claudia Träumer. Hannekes man Jörgen ziet er even fijn gestyled uit. Als ik vraag of ook hij Clau-D draagt. Zucht hij, ‘Helaas, maar als er een mannenlijn komt, ben ik de eerste die iets koopt!’ Hanneke staat vanavond op de buiten gebouwde catwalk voor Claudia’s winkel en deelt daar het podium met twee dames van Studio Bolder.
Met zoveel kleine modezaakjes naast elkaar zou je concurrentie verwachten, maar niets blijkt minder waar. Claudia vertelt dat Studio Bolder geen eigen werkruimte meer heeft: ‘Ik zeg: “Ik heb plek zat. Dan kom je toch lekker bij mij.”’
‘Modellen lopen in Haute Couture door de feestende, bierdrinkende massa’
Naarmate de nacht vordert, vullen de straten in Klarendal zich en is het festivalgevoel alom aanwezig. De gepropageerde duurzaamheid lijkt wat ver te zoeken met alle plastic bierbekers, maar wellicht veegt een ontwerper ze op om er een mooie nieuwe plastic rok van te maken.
Niet alleen de ontwerpers werken op de nacht van de mode met elkaar samen. Heel de buurt helpt mee: bewoners verkopen muffins op straat, spelen balletje-balletje en op iedere straathoek staat er een lokale coverband. Slechts een paar meter verderop worden de Elite modellen klaargemaakt voor een laatste catwalk. De modellen lopen met hun haute couture door de feestende, bierdrinkende massa heen.
Het lijken totaal verschillende werelden, maar in het Modekwartier mengen ze perfect.