Wat we aan het begin van de coronasteun al vreesden, blijkt werkelijkheid geworden. Het riante steungeld voor cultuur zou via de instellingen ook terecht moeten komen bij de kleine zelfstandigen in de kunsten, maar dat gebeurt nu te weinig. Natuurlijk zijn er mooie voorbeelden, zoals de grote gesubsidieerde kunstinstellingen in Groningen en festivals als Boulevard en Holland Festival die zelfstandigen doorbetalen, ook al is hun opdracht door de coronacrisis vervallen.
Er zijn echter, zeker ook in de hoek van de beeldende kunst, heel veel kunstenaars en ondersteunende zelfstandigen die te maken hebben met uitgestelde opdrachten en dus ook uitgestelde betalingen.
Slechts de helft betaald
Platform Beeldende Kunst, de belangenvereniging van beeldend kunstenaars, heeft een en ander uitgezocht en het beeld is ontluisterend. Onderzoeker Koen Bartijn schrijft: ‘Bijna 70% van de respondenten geeft aan dat de werk-/opdrachtgever niet of slechts een deel van het afgesproken honorarium/salaris voor de bestaande opdrachten heeft doorbetaald (69,4%). Maar 28,4% heeft volledig doorbetaald gekregen en bij slechts 12,8% werd weliswaar niet het gehele bedrag maar in elk geval wel meer dan 50% van het afgesproken bedrag doorbetaald. De rest van de respondenten kreeg niets, of minder dan 50% uitbetaald.’
Optredens van popsterren worden uitgesteld en dus ook nog niet betaald, kaartrjes die al gekocht zijn blijven ook geldig, maar dat geldt dus ook voor kleine zelfstandigen in de kunst, en dan wordt het dus lastig om met, zeg, een bruto omzet van 20.000 euro opeens de helft daarvan af te moeten schrijven ‘tot wanneer het weer kan’.
En dan ook nog die partnertoets
Platform BK stelt: ‘De belangrijkste reden voor niet betalen is het simpelweg doorschuiven van werk (en de betalingsverplichting) naar de toekomst (72,9%). Uit het massaal doorschuiven van afgesproken werk en het uiteindelijk niet afsluiten van contracten kan worden geconcludeerd dat weinig gebruik wordt gemaakt van de NOW-regeling om flexibele arbeidskrachten toch door te betalen.’
Conclusie is dus dat organisaties en bedrijven die steun ontvingen om personeel door te betalen, dat niet, of te weinig, ook laten gelden voor de zelfstandigen, die vaak een aanzienlijk deel uitmaken van de begroting. Probleem is bovendien dat met al dat doorgeschoven werk ook de TOZO te streng en onhandig blijkt om het gat te overbruggen. Vaak verdient een partner teveel, of kom je met die ene opdracht die nog wel doorging net boven de ondergrens uit. Platform BK meldt dat het aantal zelfstandigen in de kunst dat een beroep kan doen op de TOZO is teruggelopen van 66 procent in de eerste regeling naar 22 procent in de derde en laatste tranche. En dat is dus niet omdat ze zo rijk zijn, maar omdat het 22-uurs-baantje van de partner net teveel was om een beroep te kunnen doen op de regeling. In bijna de helft van de gevallen bleek dat het geval, aldus Platform BK.
Basisinkomen
Als oplossing stelt Platform BK een generieke uitkering van 10.000 euro per zelfstandige voor. Dat riekt naar een universeel basisinkomen, en zolang liberaal Nederland nog denkt dat dat een links idee is, gaat dat er niet van komen. Ondanks de succesverhalen.
Wat kan Nederland dan wel doen om te voorkomen dat, op het moment dat we met zijn allen al het gemiste plezier van de afgelopen 14 maanden willen inhalen, er niemand meer is om de boel te versieren, of aan de knoppen te zitten? Laten we daar een lezersvraag van maken. U kunt uw voorstel achterlaten in de comments.