Anderhalf jaar is er nauwelijks gespeeld, zijn festivaltenten in de mottenballen gebleven en waren artiesten bezig met huiskamerconcerten of zolderkamersessies op Zoom. Nu mag alles weer naar buiten en is de ontlading nog net niet daar. Onwennigheid kenmerkt de frisse start van Theaterfestival Boulevard, dat voor de komende jaren is uitgeweken naar een park ten zuiden van de Bossche binnenstad, omdat de vaste locatie, de Parade onder de Sint Jan, veranderd is in een boomloze bouwput met pop-up terrassen.
Was het fijn om er weer te zijn? Meer dan, maar het voelt ook nog steeds niet helemaal alsof het mag en kan. Die dames op 30 centimeter achter je in de rij, de senioren die vlak naast je komen schuilen onder een parasol voor die ene regenbui? Tegelijk zou je oude bekenden wel in de armen willen vliegen, maar dat is dus allemaal raar en anders geworden.
Onwennig
Zoiets moet ook gelden voor de artiesten. Opeens sta je in een zaal met mensen die juist wel, of juist niet op je reageren. De eerste dag van mijn festivalonderdompeling ervoer ik de onwennigheid daarvan bij twee artiesten met ‘spoken word’ in hun aankondiging. Om gelijk maar even de breedte van dat begrip aan te duiden: Eva van Pelt en Lisette Ma Neza zitten zo’n beetje aan de twee uitersten van het spectrum. Wat ze gemeen hebben? Ze moeten alles helemaal uit zichzelf halen, en dat blijkt best een uitdaging.
Van Pelt zoekt in ‘Nu’ naar verbinding met het publiek dat via aparte inspreeksessies iets kan zeggen over respectievelijk angst, eenzaamheid en woede. Daar wordt vervolgens een soundscape van gemaakt, waarna drie muzikanten dat live ondersteunen met Radiohead-achtige zweeftonen. Vervolgens improviseert Van Pelt daarop met tekst en zang.
De vloer is lava
Hondsmoeilijk, dat improviseren, zeker als je niet al te veel fallbacks hebt, stukjes materiaal die je kunt inzetten wanneer de inspiratie even op is, of de zenuwen de overhand krijgen. De sessie die ik meemaakte werd een beetje gekenmerkt door een surplus aan instrospectie: iedereen was op het podium vooral met zichzelf bezig, en de zenuwen werden duidelijk doordat Van Pelt bewoog alsof de vloer van lava was. Je smachtte naar een moment van rust en aarding. Met twee voeten plat op de grond.
Die aarding zat wel goed bij Lisette Ma Neza, aka Die Meisje van Brussel. De Nederbelgische, geboren in Breda en wonend in Brussel, of andersom, met Rwandese roots en een begeleidingsband uit de Bijlmer, kwam zeker in het begin goed binnen. Soulvolle zang, fijne muziek en een verhaal om u tegen te zeggen. Ze meldt dat ze als puber te kampen had met depressies omdat ze niet aan de verwachtingen van haar voor genocide gevluchte moeder kon en wilde voldoen. Zij wilde terug naar Rwanda, maar dat bracht ook weer van alles met zich mee.
Klaterlach
Het zijn zulke verhalen die het moeilijkst zijn om te vertellen, omdat ze persoonlijk zijn, en je er pas echt iets mee kunt, als performer, als je er ook daadwerkelijk voor jezelf een echt verhaal van hebt kunnen maken. Lisette Ma Neza raakt er een paar keer aan, maar de show blijft te veel steken in onderlinge grapjes, zoals de trompettist de opdracht geven om alle levens die hem vóór gingen te spelen, waardoor ook hier de rust ontbreekt.
Die rust zou kwetsbaarheid toelaten en voelbaar maken. Eigenlijk keek ik best lang naar iemand die een enorm zwaar lot torste, maar dat steeds weglachte als het te dichtbij kwam. Wel een heerlijke klaterlach, overigens.
Overleven
Performers rijpen door heel veel voor heel verschillend publiek te spelen, en van dat soort publiek bieden de zomerfestivals in normale jaren een weldadige overvloed. Nu is Boulevard, naast Noorderzon later deze maand, een van de weinige overgebleven zomerfestivals, met alle beperkingen van dien. Het is heerlijk dat het er weer is, maar artiesten hebben meer nodig. Meer ontmoetingen, meer successen, meer tegenslagen, meer publiek.
Anders wordt overleven wel heel lastig voor ons allemaal.