Wat doet trauma met mensen? Veel, kan ik nu zeggen, na het horen en vooral zien van Le Moindre Geste in het Holland Festival. De voorstelling is heel bijzonder van opzet, en alleen daarom al mooi om mee te maken, en confronterend, voor zowel de amateurs die het uitvoerden, als de liefhebbers die ernaar keken.
Le Moindre Geste is te vertalen als ‘Het Kleinste Gebaar’ en is een theatraal project dat documentair van opzet is, en daar vervolgens weer een twist aan geeft. De makers, Selma en Sofiane Ouissi, geboren in Tunesië, verwijzen met de titel van hun project naar de gelijknamige Franse film uit 1971. Daarin wordt een gemeenschap gevolgd van landarbeiders en autistische kinderen, waarbij mondelinge communicatie vrijwel ontbreekt. De maker, Fernand Deligny, wilde onderzoeken of en hoe de taal los te zien is van de spreker. De film is integraal via YouTube te zien.
Een lastig uit te leggen constructie
De film laat zien hoe er, zonder woorden, toch een verstandhouding en wederzijds begrip zou kunnen ontstaan, dit alles tegen de achtergrond van het woeste landschap van de Franse Cevennen.
De voorstelling onderzoekt dit gegeven via een lastig uit te leggen constructie. Broer en zus Ouissi filmden mensen met een verhaal. Ze deden dat niet in close up, maar namen de hele persoon in beeld. Aan steeds weer nieuwe vrijwilligers vragen ze om in een theaterzaal naar die gefilmde persoon te kijken en diens lichaamstaal en gebaren zo exact mogelijk na te doen. Ze krijgen daarbij het verhaal niet te horen, en worden ook niet geacht de mond te playbacken. Het publiek zit tegelijkertijd in een belendende zaal en ziet alleen de vrijwilligers die de gebaren en lichaamstaal van de sprekers nadoen, maar hoort er op zijn beurt wel het verhaal bij.
Hallucinerende choreografie
Gisteren, 11 juni, maakte ik de gebeurtenis mee in het Amsterdamse Frascati en het was ronduit fascinerend. We hoorden en zagen twee verhalen. Eén was van een Syrische vluchtelinge, een oudere vrouw die als kind al politiek gevangene werd onder het regiem van Assad. Het tweede verhaal kregen we van de inmiddels al tot een BV’er uitgegroeide Vlaamse Brenda, die vol ironische distantie vertelt over haar psychiatrische verleden, dat inmiddels al tot twee boeken en een theatervoorstelling heeft geleid.
Terwijl we de verhalen hoorden, zagen we de uitvoerders de lichaamstaal uitbeelden, ingespannen turend naar een scherm dat wij niet konden zien. Soms stonden ze alleen, soms in close up, wat hallucinerend werkte, soms ook als een groepschoreografie, waarbij de uitbeelders tot dansers werden. Is dit kunst of een sociaal experiment? Bij Les Ballets C de La B, waar deze productie ressorteert, is dat altijd een beetje de vraag.
Totaal verschillende ervaring
Het derde deel van de avond bestond uit een zeer noodzakelijke en daarom ook feitelijk verplichte informele ontmoeting tussen de uitvoerders en de kijkers. Dat verplichte en noodzakelijke zit hem in het feit dat de twee groepen zo’n totaal verschillende ervaring hebben gehad. Omdat de uitvoerders niet wisten welke gruwelen hun voorbeelden beschreven, was het voor hen confronterend om te horen waar de tekst werkelijk over ging, want, en dat is waarmee de oorspronkelijke film en de theatervoorstelling elkaar raken: er is geen één op één relatie met de lichaamstaal en het vertelde verhaal, vooral niet bij mensen die een ernstig trauma achter de rug hebben.
Een vraag die blijft rondspoken
De Syrische vrouw sprak met kleine gebaren, de handen steevast met de palmen omhoog gekeerd en dicht bij het lijf: beheerst en vriendelijk, nergens naar voren tredend, terwijl ze vertelde over de martelingen in Syrië en de vernedering op de vlucht. Brenda, aan de andere kant, had alle gestiek die hoort bij een lekker in haar vel zittende wilde meid, wat totaal in tegenspraak was met de beschreven verschrikkingen van isoleercel en dwangmedicatie. Doordat de uitvoerders van de bewegingen het verhaal niet kenden werd de discrepatie tussen taal en gebaar nog beter voelbaar. De nazorg kwam dus voor beide partijen als geroepen.
Heb ik wat geleerd? Want dat is een vraag die blijft rondspoken in het hoofd, in de trein terug naar huis. Misschien dit: dat kijken naar elkaar belangrijk is, maar luisteren nog meer.