We gaan te laat dood. Meestal. Niemand wil immers de laatste levensjaren lekkend in een verpleeghuis doorbrengen, verzorgd door steeds weer ander personeel dat zijn stinkende best doet, maar niet tot de liefde in staat is die kinderen, of goede vrienden bij gebrek daaraan, zouden kunnen geven.
Liever een pilletje dan dement, zeggen we, maar dan moet je wel ‘Ja!’ kunnen en willen zeggen wanneer de diagnose eenmaal daar is. Dat er nog steeds mensen met dementie verzorgd worden, toont alvast aan dat dat geen vanzelfsprekendheid is.
Dorpsfestival
Over zoiets theater maken, is best lastig. Minou Bosua (voor wie dat nog niet vergeten is, ooit de helft van De Bloeiende Maagden), slaagt er glansrijk in met Pow-Wow, een voorstelling die dit seizoen toert langs theaters. Bosua heeft een team van ouderen meegenomen, dat voor en achter de schermen meehelpt om uit te zoeken wat dat is: ouder worden en veranderen van rol: wie eerst verzorgde wordt zorgbehoevend.
De vorm is die van een dorpsfestival, een POW-WOW, die bij de oorspronkelijke bewoners van de Verenigde Staten voor de viering van de eigen cultuur staat. Hier staat het voor de cultuur van ouder worden, die bij ons meestal uitmondt in het verlaten van het eigen huis en opvang in een verpleeghuis. Minou Bosua bevraagt die cultuur, mede vanuit haar eigen ervaringen met het ziekteproces van haar moeder, die in juli van dit jaar aan de gevolgen van dementie overleed in een Brabants verpleeghuis.
Communicatie
‘Wie durft er om verzorging te vragen?’, legt Bosua op zeker moment aan de volle zaal voor. Slechts een handvol mensen steekt de hand op. Wanneer ze daarna de vraag stelt wie er zou willen verzorgen, steekt bijna iedereen de hand op. Daar zit dus iets mis in de communicatie, merkt de bevlogen Bosua op, want waarom is er dan zoveel eenzaamheid, en waarom kunnen we dan niet onze ouderen in eigen huis in hun laatste levensfase bijstaan? Ligt dat aan de ouderen die geen hulp durven vragen, of al die anderen die misschien wel willen, maar uiteindelijk niet kunnen?
Dat we onze ouderen moeten eren en liefst op een voetstuk moeten zetten, is wat Minou Bosua ons voorstelt. Er komt een Iraanse vrouw op, die vertelt dat ouderen in haar cultuur met een knieval worden begroet. Dan is er een ontwapenend optreden van een dochter met haar demente moeder, die nog fantastisch blijkt te kunnen zingen. Oké, ze zal misschien na afloop een luier moeten verschonen, maar dat heeft moeder bij haar vroeger ook gedaan, dus dat de je.
Ontwapenend
Misschien moeten we terug naar een kleinere schaal. Zoiets legt deze voorstelling ons voor: je hebt een dorp nodig om een kind groot te brengen, dus misschien heb je dat dorp ook nodig om mensen oud te laten worden in een omgeving die vertrouwd is en niet voelt als een wachtkamer voor de dood.
Genoeg vragen die je blijkt te kunnen oproepen met een voorstelling die maar anderhalf uur duurt. Een prettige anderhalf uur, dankzij de ontwapenende leiding van Bosua en de relativerende aanwezigheid van de ouderen die deels decor, deels klankbord, deels acteur zijn. Het is ook een fijne manier om weer terug te keren in het theater, en na al die maanden van lockdowns en eenzaamheid weer sociaal actief te kunnen zijn. Misschien dat de voorstelling daarom wel zo hard bij me binnenkwam.
POW-WOW van Minoux speelt nog. Speellijst en inlichtingen.