Sid Vicious heb ik in 1977 met de Sex Pistols zien optreden in het roemruchte Eksit in Rotterdam, ruim 45 jaar later toog m’n tienerdochter mee naar het verhaal van Vicious in de voorstelling Hamlet en Ophelia van Internationaal Toneel Amsterdam. Ze heeft nog een leven te gaan, ik dompelde me in herinneringen.
Een (te lange) terugblik
Volgens de annalen van het prachtige Delpher-archief (NRC-artikel met foto) zijn de Sex Pistols op 14 december 1977 in Rotterdam geweest. Wat ik me herinner was urenlang wachten in de kou en toen de poorten opengingen en het viertal tenslotte op het podium stond, het nauwelijks in staat was om te spelen. Zo straalbezopen waren ze. Sowieso Sid Vicious niet, want die bakte er live zelden wat van gezien z’n cocktail aan drank- en drugsgebruik.
Het Vrije Volk, Rotterdamse krant in ruste, sprak van een ‘legendarisch concert’. Zanger Johnny Rotten hield zich vooral onledig met schelden, spugen en neus legen op het publiek, Vicious met fysiek geweld. “Oorlog blijft het tot het einde. Het publiek, van heinde en ver gekomen, krijgt het aan de stok met de Hell’s Angels…Rijen rollen om. Hysterische fans raken daardoor in paniek, vertrappen elkaar, rukken elkaar de kleren van het lijf. De sfeer wordt er niet beter op.
Vooral Sid Vicious daagt het publiek uit door met zijn laarzen tegen de overhangende lijven te trappen…Niemand heeft in de gaten als Sid Vicious zijn basgitaar langzaam, als een slagwapen, met een klap in de nek van een fan laat vallen. En doet dat nog eens en nog eens. Totdat de fan, weer bij zijn positieven, Sid als een getergd dier naar de keel vliegt. Vier Hell’s Angels schoppen en stompen hem terug in de menigte die haar wapens inmiddels ook heeft gevonden…” Na een klein uur is de oorlog voorbij, 0 doden en een paar zwaargewonden. Een optreden in Paradiso wordt afgelast om een oploop van punkers te voorkomen
Pogo ‘dansen’
Eksit bood een reeks punkgroepen die we met een vaste groep van zo’n tien vrienden van de blues-soos De Rotonde uit ons dorp bezochten. Wiet mee en als ieder een meter bier haalde waren we – verlegen jongens – op tijd in een roes. In de achtertuin brandde ik gaten in een T-shirt, niet gehinderd door curlingouders, ze lieten me vrijelijk van de tienerjaren genieten. Tastbare herinneringen aan de punktijd resteren er nauwelijks, geen selfies met heer Rotten, louter wel een stapel vinyl LP’s en flarden van teksten zoals afgelopen jaar het altijd verrassende onberekenbare geheugen nog veelvuldig “God save the queen…an her fascist regime” bij alle aandacht voor het Britse koningshuis.
Maar het woord ‘pogo’ voor de punkdans was ik glad vergeten, maar werd gisteren in de Toneelschuur in Haarlem aan het begin van Hamlet en Ophelia opgehaald: recht omhoog en omlaag springen op de plaats waar je staat. Zo eenvoudig was het, maar als je met honderden tegelijk de Pogo ‘danste’ bewoog de vloer van Eksit mee.
Eksit ging failliet, punkers werden brave huisvaders en keken gisteren met veel jongeren in de toneelschuur naar Sid Vicious (Arne Luiting) die was gemodelleerd naar de blonde Johnny Rotten en Nancy Spungen (Laura de Geest) met krullenpruik. Beiden drenken hun leven in drugs en drank, eindigend in bloed, de een aan het begin van de voorstelling al, de ander aan het eind. De dramaturgie van Debbi Oskamp, scenografie, licht, video, fotografie, het klopt allemaal tijdens deze voorstelling van hallucinaties, destructief leven en dwepen met de dood tot die verlossing brengt.
O ja, de recensie…
Jonge regisseur Matteus Staniak nam de tekst van De Hamletmachine van Heiner Müller en verzon een analogie tussen de levens van Sid Vicious en Nancy Spungen, Hamlet en Ophelia. Dit alles speelt zich af in een kamer van het Chelsea-Hotel in New York, waar Spungen in 1978 dood gevonden werd, mogelijk omgebracht door Vicious. Er wordt een cliché toegevoegd in de vorm van exploitatie van het leedwezen door een opportunistische (Sex Pistols) manager ‘Malcolm’ (Pepijn Korfage) en zijn cameravrouw Lee (Robin Zaza Launspach).
Zo werd m’n dochter geïntroduceerd in het heftige rauwe leven van de punktijd, die vader overigens vooral had beleefd vanwege de muziek, of wat daarvoor moest doorgaan. Overnachtte later nog eens in het Chelsea Hotel, maar dat was toen al vergane glorie.
Zij weet meer van Hamlet en van Ophelia, van de middelbare school die gedurende vakken als Grieks, Latijn, Engels en Maatschappijleer in het drukke curriculum gelukkig nog ruimte vindt voor cultuur. (Nu de, zeg maar voor de hand liggende intelligentie met computers wordt voortgebracht, kunnen scholen wellicht meer aan creativiteit en cultuur gaan doen.)
Om de waarheid te zeggen, het ging in ons gesprek na afloop nauwelijks over Hamlet en Ophelia. Ik begrijp best dat je als jonge ‘experimentele regisseur’ bij een eminent gezelschap als ITA je je ‘op niveau’ wilt verantwoorden. Maar wat je ook voor pretentieuze ondergrond verzint, het komt uiteindelijk aan op goed toneel en het aftasten van de grenzen tussen realiteit en verbeelding.
De regisseur zelf over die essentie in Hamlet en Ophelia: “Van Sid Vicious werd gezegd dat hij een idioot was en Hamlet wordt vaak als gek bestempeld. Wat mij fascineert is hoe een waarheid ontstaat…Hoe draagt het jong sterven van culthelden bij aan het in stand houden van hun imago? Welke waarheid construeren we van onszelf? Indien we hetzelfde verhaal lang genoeg vertellen, wordt het dan onze realiteit?…Als we niet in de werkelijkheid kunnen leven, waar willen we dan naartoe vluchten?”
Zo keken we naar dit stuk van Staniak voor Toneelschuur Producties, met al onze herinneringen aan, en vragen over het barre leven. We vonden het grotendeels goed en onderhoudend, met krachtige acteurs. De rauwheid geloofwaardig op toneel brengen is echter niet eenvoudig. Het stuk mist soms een paar snaren, misschien wel van de punkmuziek ter afwisseling van te breed uitgesponnen scenes.