Nieuws van de Raad voor Cultuur: ‘De vier teams ontwikkelden diverse bouwstenen, die ze verder geconcretiseerd hebben. Daarnaast hebben de teams elkaars ideeën getest en verrijkt. Aan het eind van de dag presenteerden ze aan de hand van visualisaties hun bouwstenen aan leden van de raad.’
Dit citaat is, met de titel ‘Laatste bijeenkomst designteams nieuw cultuurbestel‘ afkomstig van de Raad voor Cultuur, en hoewel ik tegenwoordig de persberichten van de Raad onverkort pleeg door te plaatsen, kon ik deze niet zonder commentaar laten passeren. Het kwam door het begrip ‘Design Thinking’. De Raad heeft aan Design Thinking gedaan.
Best nuttig. Nuttiger dan het tot nu toe te vaak toegepaste Epibreren.
Nieuw toverwoord
Design Thinking is het nieuwe toverwoord voor organisaties die een beetje door het managementjargon van de afgelopen eeuw heen zijn. Design Thinking is hip sinds aangetoond is dat brainstormen volslagen nutteloos is. Met Design Thinking volg je de stappen van de designer, en sinds we weten dat alles ooit een keer ontworpen is door creatieve geesten en die ontwerpen vaak het succes van een organisatie bepalen, kun je daar niets tegen hebben.
Mits je alle stappen doorloopt. De Raad slaat twee stappen over. Dan wordt het epibreren.
Wat zijn ook alweer de 5 vinkjes van Design Thinking?
- Wees Empathisch
- Definieer het probleem
- Bedenk ideeën
- Maak een Prototype
- Test de oplossing
Ziet er helder uit. Je ziet ook direct waar het misgaat, als het gaat om het hervormen van het kunstsubidisiestelsel dat we sinds Tobi Goedewaagen in elkaar hebben geknutseld. Die hervorming is nodig omdat het systeem door en door stuk is. Laten we eens op een rijtje zetten wat er mis is:
- We hebben aanbod en vraag gescheiden.
Het rijk bepaalt welk aanbod wordt gesubsidieerd, de lokale overheid zorgt dat er plekken en middelen zijn om dat aanbod te vertonen. Of, zoals ooit iemand bij een fonds zei: ‘We bepalen nog steeds in Den Haag wat in Assen te zien is.” Dat leidt tot een geweldige kloof tussen gesubsidieerde kunst en publiek dat niet in de randstad woont.
- We ontmoedigen experiment.
Er worden allerlei eisen aan subsidie verbonden, en omdat het stelsel stuk is, komen er alleen maar eisen en regels bij. We gooien slechte regelingen niet weg. We volgen de Ruttedoctrine, die erop neerkomt dat je een probleem oplost door vooral niet aan een snelle oplossing te werken. Sommige problemen lossen zichzelf dan op, door aan actualiteit in te boeten, andere problemen worden juist steeds groter.
- We wantrouwen iedereen
Sinds we allemaal het neoliberalisme hebben omarmd, wantrouwen we iedereen die niet overleeft door iemand anders een poot uit te draaien. We noemen dat gezonde economie en wat zo niet de eigen broek op kan houden, heeft geen reden om te overleven. Wie wel gemeenschapsgeld nodig heeft, dient tot in de diepste vezel gewantrouwd te worden. Dat geldt voor kunstenaars, zo goed als voor mensen in de zorg.
Empathie is makkelijk
Het grappige van het nieuws van de Raad is dat de eerste drie punten geen enkel probleem zijn. Empathie is makkelijk voor een Raad die bestaat uit – en zich laat adviseren door – mensen uit het veld. Het probleem definiëren is ook makkelijk, zoals ik hierboven schetste. Heb je dat eenmaal gedaan, kun je ideeën gaan bedenken. Top.
Daarna wordt het lastig, want hoe werk je die ideeën uit in een testbaar prototype? Die stap is nodig om van oeverloos brainstormen naar Design Thinking te komen. En hoe bouw je een prototype van een nieuw subsidiestelsel, waarbij je in een redelijk omschreven situatie je idee aan de praktijk kunt toetsen? Je kunt niet één theatergezelschap anders gaan subsidiëren, je kunt niet in één stad de aanbodfinanciering aan het gemeentebestuur overlaten.
Of moet zoiets wel?
In Utrecht en Tilburg zijn succesvolle tests onderweg met een universeel basisinkomen. Dat idee, waarbij je mensen niet alleen een vast bedrag per maand geeft, zonder dat er door vijftien miljoen hoepels van allerlei regelingen hoeft te worden gesprongen, maar je die mensen ook gewoon vertrouwt, zonder ze dagelijks lastig te vallen met het feit dat ze gratis geld krijgen, werkt. Zoveel is al bewezen.
Doe het in Arnhem
Kan dat ook met kunst? Natuurlijk kan dat, maar dan moet dat Design Thinking wel door de hele overheid worden ondersteund: geef Arnhem een geoormerkt budget om kunst en kunstenaars in te kopen, geef die mensen een basisinkomen en zorg dat je samen met de rest van je stad een mooi cultuurleven krijgt, waar de kunstenaars ´s avonds in de lokale kunstkroeg hangen in plaats van in de trein naar Amsterdam. Ik zag het soort van in de praktijk gebeuren in Manchester, waar de lokale overheid zich kon permitteren om in lange lijnen te denken.
Is dat ‘Rocket Science’? Zeker, het is ingewikkeld, maar precies in de raketwetenschap ligt de oplossing. Ooit werd er idioot veel geld gestoken door diverse wereldmachten in de race naar de Maan. Het lukte om in tien jaar een mens op de maan te krijgen. Sindsdien lukte het eigenlijk niet meer, omdat de lol eraf was en niemand meer een astronomisch budget wilde vrijmaken voor een sprongetje door de dampkring.
Want falen is duur. Een raket kost idioot veel geld, en een mensenleven schijnt ook nog wat te kosten, waardoor een mislukking door een slecht schroefje decennia van werk overbodig kan maken.
En dan heb je Elon Musk. De brokkenpiloot. De man die zo veel geld heeft dat hij kan doen waar hij zin in heeft. Ik vind Musk persoonlijk een enorme hufter, zelfs een gevaarlijke, vanwege zijn verwoesting van Twitter.
Geen morele grenzen
Toch kunnen we iets van hem leren, want doordat hij geen morele grenzen heeft, kan hij bergen verzetten met de turbo-versie van Design Thinking. Of laten we zeggen: Prototyping in Ludicrous Mode. Niet net zo lang overleggen en empathiseren en brainstormen tot je iets hebt dat één keer getest kan worden, en dan goed moet zijn, maar snel en goedkoop een herbruikbare raket in elkaar knutselen die je net zo vaak laat ontploffen tot je precies weet waar alles mis kan gaan. Dat hij die strategie nu toepast op Twitter is gevaarlijk voor de wereldvrede, dus is niet alles goed aan het hyperprototyperen van Musk, maar iets kunnen we er wel van overnemen.
Het ontwikkelen van een nieuw systeem van kunstsubsidiëring is voor ons minstens even moeilijk als het organiseren van een succesvolle Maanreis. Maar als je niet heel snel dingen echt in de praktijk gaat uittesten, met alle mogelijke ontploffingen van dien, komt het er nooit van.