Een woord zegt meer dan duizend beelden. Dit lijkt misschien vreemd in een wereld die gedijt op beeldcultuur, maar is een waarheid als een koe. Mocht je nu nog geen koeien in alle soorten en maten zien, laat je dan overtuigen door het Holland Festival. Gisteren zag ik de openingsvoorstelling ‘Drive Your Plough Over The Bones Of The Dead’ en daar zaten zoveel beelden in, dat het me duizelde, terwijl het stuk vooral uit taal bestaat.
‘Drive Your Plough…’ is de toneelbewerking van het gelijknamige boek van de Poolse nobelprijswinnares Olga Tokarczuk, in Nederland uitgegeven onder de titel ‘Jaag je ploeg over de botten van de doden’. De bewerking is gemaakt door Simon McBurney met zijn gezelschap Complicité, een in Londen gevestigde club die al meerdere malen op het Holland Festival te gast was, en die Prinses Beatrix (en mij) tot de vaste fans mag rekenen.
Pukkeltjes
Nu zijn er mensen die pukkeltjes krijgen van het begrip ‘vaste gast op het Holland Festival’ omdat ze nog steeds denken dat dat staat voor ingewikkeld, hoogdravend, elitair en moeilijk. Als dan ook nog het woord ‘Nobelprijs’ valt, treedt het Hollandse maaiveld genadeloos in werking.
Maar hoe onterecht dat allemaal is, maakte ik dus bij die prinsesselijke opening mee.
Wat Simon Mcburney namelijk als geen ander begrijpt, is dat je een boek, dat een vertelling is, niet moet gaan verknoeien door het te gaan verbeelden. Om dezelfde reden moeten mensen bijvoorbeeld ook met hun filmspulletjes uit de buurt van de teksten van Bruce Springsteen blijven.
Meesterschrijvers, en Olga Tokarczuk is er één van, getuige de Nobelprijs die haar op één lijn plaatst met Gabriel Garcia Marquez en Bob Dylan, weten met hun woorden beelden op te roepen in het hoofd van de lezer, en dat maakt schrijven tot één van de bijzonderste en meest diverse en inclusieve vormen van kunst.
Groot talent voor humor
Daarom dus laat McBurney het verhaal van de niet meer zo jonge vrouwelijke vertelster gewoon vertellen door een niet meer zo jonge vrouwelijke toneelspeelster met een groot talent voor humor. Met haar gaan we, net zoals in het boek, mee op avontuur in een wereld waarin de dieren en planten eindelijk eens door een mens verdedigd worden, en de natuur wraak neemt op onze onverschilligheid.
Omdat het gaat om de wereld zoals de vertelster die ziet, is elke vorm van realistische verbeelding uitgesloten. De overige acteurs spelen zowel gesprekspartner als hond, hert of wild zwijn, of bos. McBurney, geluidsfan als hij is, voorziet dit alles van een prachtige soundscape met een paar heftige uitschieters, en projecties die nooit je eigen verbeelding in de weg zitten, maar die ten volle ondersteunen.
Speels
Dit alles leidt tot een voorstelling die het volwassen Holland Festivalpubliek iets biedt dat zelden te zien is in ons vaak nogal ernstige en conceptuele volwassen theateraanbod. Zulk spannend theater, met een vertelling als uitgangspunt, ken ik vooral uit het betere jongerentheater, en dat McBurney het waagt om dat aan dit publiek voor te schotelen is een godsgeschenk.
Zo’n speelse voorstelling zouden onze grote toneelleiders als Ivo Van Hove, Eric de Vroedt of Daria Bukvic niet snel durven maken. Het is puur aan dat zogenaamd elitaire Holland Festival te danken dat we kennis kunnen maken met zulk fantasierijk en toegankelijk theater. Het mag van mij als een les dienen om de verbeelding weer ruim baan te geven in onze schouwburgen.
En zulk verteltheater is dus niet goedkoop, al zou het zo lijken. Wat hier aan techniek uit de kast gehaald wordt, overtreft het budget van zelfs onze belangrijkste gezelschappen, zoals een paar jaar geleden pijnlijk duidelijk werd. Laten we dus ook eens daarin investeren.
Full-Wappie
En dan nog iets: in het boek (en de voorstelling) is de hoofdrol weggelegd voor een eigenzinnige zestiger. Dat gebeurt niet vaak, maar zou veel vaker moeten gebeuren. Hier zien we een gerijpt en volkomen eigenzinnig type voor ons, dat heerlijk botst met de geldende normen van fatsoen en weldenkendheid. In haar fanatieke dierenliefde en haar geloof in astrologie is de gemankeerde lerares Engels die Olga Tokarczuk ons voorschotelt, een spannend iemand om je als toeschouwer mee te identificeren, want ‘full-wappie’, en ook nog eens gewelddadig.
Dat we haar toch op handen dragen, en haar daden niet echt kunnen afwijzen, is te danken aan de Nobelprijswaardige vertelkunst, die McBurney zo treffend intact laat. Na drie jaar onderlinge verwijdering wegens een maatschappij-ontwrichtende pandemie, is dat misschien wel het mooiste resultaat van deze voorstelling.