Investeren in culturele broedplaatsen draagt bij aan het regionale vestigingsklimaat voor inwoners en bedrijven. Dat heeft de voorzitter van de Raad voor Cultuur Kristel Baele afgelopen weekend gezegd bij de opening van de nieuwe broedplaats ‘Nesse’ in de gemeente Terneuzen. In haar speech brak zij een lans om te blijven investeren in laagdrempelige culturele voorzieningen in elke stad, dorp en regio. “Elke investering in cultuur zien wij als een investering in brede welvaart.”
Juist laagdrempelige, toegankelijke culturele voorzieningen maken dat lokaal talent tot bloei kan komen. Dat leidt volgens de raad vaak tot hoogwaardig cultureel aanbod met een regio-overstijgende aantrekkingskracht. “Wie daar wil komen, moet beginnen te investeren aan de basis.”, waarschuwde Kristel Baele. “Dat gaat verder dan alleen bibliotheek en cultuureducatie. Het vraagt om investeren in faciliteiten en een infrastructuur die cultuurmakers in al hun verscheidenheid centraal stelt en faciliteert, los van instituties.”
Ook die makers staan volgens haar vaak te springen om broedplaatsen: “Ruimtes die te gebruiken zijn als atelier, studio of repetitieruimte zijn schaars en vaak tijdelijk. Bovendien zijn makers steeds vaker op zoek naar samenwerking in losse verbanden. Wij horen overal in het land een breed gedragen roep op regionale cultuurhubs. Broedplaatsen als Nesse hebben potentieel om uit te groeien tot zo’n hub.”
Baele complimenteerde verder de initiatiefnemers van Nesse, waaronder de Gemeente Terneuzen, de Provincie Zeeland en de financiers via de Regio Deal North Sea Port District: “Jullie laten zien wat je kan bereiken als je verbinding legt tussen verschillende domeinen van de samenleving.”
De raad vroeg begin 2024 al aandacht voor hubs en cultuur in de regio in zijn advies ‘Toegang tot cultuur, op weg naar een nieuws bestel in 2029‘.