Na de presentatie van de Rotterdamse en Haagse kunstadviezen, en een paar dagen tot weken voor de harde oordelen van de Raad voor Cultuur, en een paar maanden voor de vernietigende rapporten van het Fonds Podiumkunsten, begint duidelijk te worden hoe ingrijpend de Nederlandse cultuursector geraakt wordt door de bezuinigingen van het kabinet Rutte. Halbe Zijlstra heeft ervoor gezorgd dat zijn korting van 25% op de hele sector, en tot 50% op de podiumkunsten, wet is geworden.
Een persoonlijke overwinning, en een pijnlijke werkelijkheid voor de sector, die creatief probeert te reageren, maar nu langzaam maar zeker moet aanzien hoe er enorme gaten geslagen worden in een bedrijfstak. En dat terwijl die, zo blijkt uit een vandaag uitgebracht rapport van SICA, een van de succesvollere exportproducten van Nederland was.
Niet alleen verdwijnen er nu al een aantal instellingen aan wiens bestaan door weinig mensen werd getwijfeld, zoals het Rotterdamse Onafhankelijk Toneel, Danceworks and Theatergroep Bonheur, ook verdwijnen clubs die gered lijken dankzij fusies: Stella Den Haag, decennialang toonaangevend in het jeugdtheater, gaat op in het Nationale Toneel. Wunderbaum and Ro Theater geven een groot deel van hun autonomie uit handen aan de Rotterdamse Schouwburg, en zelfstandige jeugdtheaters in Rotterdam verlaten hun eigen plek om op te gaan in één groot nieuw gezelschap.
Er gaat leegstand ontstaan van panden in krachtwijken. Groepen makers die daar zaten fleuren de straat niet langer op met hun soms wat detonerende aanwezigheid. Daarmee gaat er meer verloren dan op het eerste gezicht lijkt: de stad verarmt.
Fusies betekenen vrijwel altijd een groter verlies dan wat ze opleveren. Zeker in de eerste jaren. Toneelgroep Amsterdam, in 1987 samengesteld uit Toneelgroepen Centrum. Baal en Publiekstheater, had ruim 14 jaar nodig om die klap te boven te komen. Het Zuidelijk Toneel en Hollandia, twee toonbeelden van markant theater, overleden beide aan hun fusie onder invloed van subsidiekortingen.
En nu fuseert vrijwel alles: Springdance en Festival a/d Werf in Utrecht, de dansgroepen in Den Haag en de theater- en jeugdtheaterclubs in Rotterdam. En die mogen dan een inspirerend verhaal hebben opgeschreven dat de adviescommissies aan het juichen brengt, het kan ook anders. Oost Nederland lijkt op dit moment een monopolie te hebben op slecht voorbereide fusies. We berichtten al uitvoerig over de orkestenoorlog in Enschede en Arnhem. Nu blijkt er een andere fusie gepland te zijn die al even weinig hoop geeft: de productiehuizen voor popmuziek in Deventer, voor dans en theater in Arnhem en voor literatuur in Nijmegen, gaan samen. Centrale locatie wordt het kleine theater a/d Rijn in Arnhem. Gisteren presenteerde Eve Hopkins, de zakelijk leider van de fusieclub Nieuwe Oost haar plannen op een symposium in Amsterdam.
Een platter voorbeeld van een fusie zonder enige inhoudelijke onderbouwing was zelden te zien. Ok, ze voegen wat taken samen, en beloven elk de eigen identiteit te waarborgen, maar waar de meerwaarde ligt is volslagen onduidelijk. Men probeert banen en plaatsen te behouden, en wil zo wachten tot de bui over waait. En ondertussen schat vrijwel iedereen in zijn ondernemingsplan de eigen inkomsten veel te hoog in. De komende jaren gaan veel clubs omvallen.
Het maakt boos, maar het is zinloos om boos te worden op de samenstellers van de fusies: zij kunnen niet anders, ze moeten wel onder druk van de over zijn politieke graf heen regerende Halbe Zijlstra, gesteund door een nog steeds triomfantelijk over de kaalslag (#ordeopzaken) twitterende VVD-cultuurwoordvoerder Bart de Liefde.
Ooit zei ik dat de kunst sterk genoeg was om zelfs de hardste aanslag te overleven, en dat de sector best wel een opfrissertje kon gebruiken. Nu wordt duidelijk dat de sector zo hard wordt getroffen, dat ook het voortbestaan van de kunst in Nederland onzeker is geworden.