Goed, het is altijd nog meer dan voormalig gedoogpartner PVV, die het hele conceptverkiezingsprogramma op een enkel A4’tje wist te proppen. Maar in de halve pagina die de VVD, ’s lands grootste partij, aan cultuur besteedt is het eigenlijk erger. Hier is nog overduidelijk de door Wilders en Zijlstra ingegeven rancuneuze lijn jegens alles wat maar naar Nederlandse cultuur ruikt terug te vinden. En erger. Geleerd van fouten is in elk geval niet.
Wie een andere toon had verwacht, na de voorzichtige excuses tijdens het Paradiso debate van de ‘beste bestuurder van het land’ Jeroen Hatenboer, komt bedrogen uit.
Meer geld voor cultuur?
Er komt nog steeds geen cent bij. Na een obligaat pleidooi voor de mislukte Giving Act, het benadrukken van tradities als de avondvierdaagse, Koningsdag, carnaval en de Elfstedentocht – aan Sinterklaas brandt de VVD de vingers niet – lezen we: ‘Wij willen subsidies zo inzetten dat met dezelfde hoeveelheid geld meer cultuur tot stand kan komen.’ Harder werken dus voor het zelfde geld. En dat in een jaar waarin de SER de noodklok luidde over de erbarmelijke arbeidsvoorwaarden in de kunst
Maar de grens is nog niet bereikt. Wie onverhoopt toch nog wat geld achter de hand heeft, zal dat moeten inleveren. De VVD: ‘Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie moet daarom mee worden genomen of een instelling over veel eigen financiële middelen beschikt en hier ook in de toekomst over zal blijven beschikken.’ Het is overduidelijk dat hiermee gemikt wordt op het Rijksmuseum, dat van de huidige coalitie moet afromen – sterk tegen het advies van de Minister in.
Catch-22
We zien een ‘Catch-22’ opdoemen: als je geld hebt en zelfs een beetje winst maakt, kom je niet in aanmerking voor subsidie. Als je geen geld hebt en verlies lijdt, is je financiële toekomst te onzeker om subsidie te krijgen. Bovendien moet het aanbod zich nog verder toespitsen op de vraag van het publiek. De tijd van de autonome kunstenaar is definitief voorbij. Maar de tijd van subsidies eigenlijk ook.
Na dit doodvonnis voor alles waar Nederland trots op kan zijn, volgt obligaat gemompel over regionale spreiding en het belang van cultuuronderwijs. Met als accentverschuiving dat de onderwijsinstellingen leidend moeten zijn in plaats van de makers. Dus kan een school zeggen: wij hebben deze week als thema de ruimte, lever daar even een voorstelling bij.
Liever de lobby
Van de VVD valt voor kunstliefhebbers kortom niks te verwachten na de verkiezingen. Tenzij lokale bestuurders, waaronder de beste van het land, zich eens niet louter profileren in eigen stad of eigen provincie. Wanneer die lokale bestuurders ook op durven te staan bij het interne programmadebat. Helaas wagen zij zich daar zelden aan, maar opteren ze voor de lobby achteraf. Plaatselijke verkiezingen zijn immers nooit ver weg.