De afgelopen tijd werd de westerse moraal weer eens goed op de proef gesteld. Dit keer was het door een paar flinke piemels in Brussel. Red Press-auteur Roxy Jongewaard heeft genoeg van de ophef die genitaliën telkens weer teweeg weten te brengen in de (kunst)wereld.
Hide your kids, hide your wives! Het is weer zover: iemand tekent een piemel op de muur en de hele maatschappij is in rep en roer. Het is te choquerend! Het is niet choquerend genoeg! Mogen mensen hier wel mee geconfronteerd worden? Nee, mogen vrouwen hier wel mee geconfronteerd worden? Het is moeilijk voor te stellen dat in de 21e eeuw een piemel nog steeds zoveel ophef veroorzaakt.
Wat is er precies gebeurd? Twee maanden geleden torende in een buitenwijk van de Belgische gemeente Brussel, hoog boven de toeristen, scholieren en Europarlementariërs, plots een enorme penis. Het street art werk van een onbekende kunstenaar op een blinde muur besloeg een oppervlakte van enkele vierkante meters.
Kattenkwaad of echte street art?
Het was een mooie piemel: zacht, onbesneden en met een roze eikel, opvallend realistisch weergegeven. Dit was niet zomaar een puber die snel met een permanent marker twee rondjes en een cilinder op een muur krabbelt. Hier had iemand verdomd veel werk ingestoken. Enkele dagen later verscheen er in het centrum van Brussel een verwant werk. Ditmaal was het een actiemodel: in dezelfde realistische stijl ziet men een erecte penis in een vagina verdwijnen. Het stadsbestuur besloot dat deze penetratiescène mocht blijven. De lokale wethouder van Openbare Netheid, Carlo Luyckx, wilde de penis echter wel laten verwijderen. Deze zou volgens hem de leerlingen van de katholieke meisjesschool aan de overkant van de straat teveel afleiden.
https://www.youtube.com/watch?v=T972Z64LaPM
Het Vlaamse televisieprogramma De Ideale Wereld leek de kunstenaar te hebben getraceerd
Piemels in de kunst
‘Maar Roxy,’ hoor ik u zeggen, ‘erotische onderwerpen zijn nog altijd controversieel binnen de kunst!’. Daar kan ik inkomen, ware het niet dat al eeuwen – nee, millennia – geslachtsdelen worden afgebeeld. Is de Apollo Belvedere (Leochares, 330 v.chr.) niet ook naakt? En alle middeleeuwse votiefschilderijen met het kindeke Jezus? Is daar niet ook een klein piemeltje op te zien? Iets recenter: Keith Haring (1958-1990), misschien wel de beroemdste street artist ooit, plaatste meerdere malen homo- en hetero-erotische scenes in het straatbeeld. Kunnen we het nog wel een taboe noemen, met zo’n rijke traditie van afgebeelde penissen?
Ik kan de controverse wel begrijpen. Een baby is niet geslachtsrijp, zijn piemel is dus alleen nog maar een plassertje. Haring werkte in een herkenbare, cartooneske stijl. Een metershoge realistische penis is dan toch wat anders. Dit maakt de Brusselse beslissing alleen maar kwalijker. Wie kan ontkennen dat een afbeelding van een penetratie meer aanstoot geeft dan die van een slappe penis? Een penetratie is pornografisch, maar waarom wordt een slappe penis als erotisch ervaren? Waarom mag de eerste blijven, en de tweede niet?
Paternalistisch
De wethouder heeft dit besluit alleen genomen om de tere zieltjes van de katholieke schoolmeisjes te beschermen. Beetje paternalistisch, niet? Waarom zouden juist deze scholieren beschermd moeten worden tegen het mannelijk geslachtsdeel? In het katholieke geloof wordt bij mijn weten nergens een verbod gelegd op het bekijken van anatomisch correcte afbeeldingen van penissen. Het besluit is mijns inziens genomen op de seksistische vooronderstelling dat jonge, onschuldige meisjes niet geconfronteerd mogen worden met het geslachtsdeel van de andere sekse. Waarom niet? Wellicht omdat wordt gedacht dat het hen zal corrumperen – of dat het een bepaald seksueel verlangen aan zal wakkeren.
De ouders willen misschien ook niet uitleggen wat daar op de muur is afgebeeld, terwijl dat helemaal niet zo ongemakkelijk hoeft te zijn. Waar volwassenen naast een bron van seksueel plezier ook de gevaren van ongewenste zwangerschappen en seksueel overdraagbare aandoeningen zien, is het voor kinderen gewoon het deel van het lichaam waarmee geplast wordt. Komt de beslissing niet gewoon voort uit de eigen dirty mind van de wethouder van Openbare Netheid? En wordt hij niet genomen vanuit een bepaalde gemakzucht, vanuit de behoefte de eerder opgeroepen discussies niet aan te gaan?
Kom niet aan mijn piemel
In de wijk ontstond vrijwel meteen na de beslissing van Luyckx een grote tegenbeweging. Buurtbewoners wilden de piemel behouden, en richtten de actiegroep Touche pas à mon zizi (Kom niet aan mijn piemel) op. Op 28 oktober jongstleden heeft deze groep het Brusselse Schepencollege gevraagd om behoud van het kunstwerk. Het college besloot dat het niet aan de stad was op te beslissen of het werk mocht blijven of niet, maar aan de eigenaar van de woning. Deze heeft hem tot op heden nog niet overgeschilderd. Ik schaar mij onder hen die hopen dat de piemel behouden blijft, en besluit daarom met een kleine oproep aan de eigenaar van het kunstwerk.
Haal de piemel alsjeblieft niet weg. Straatkunst is altijd goed voor een opstootje binnen de maatschappij. Keihard worden wij geconfronteerd met onze westerse waarden: de vrijheid van meningsuiting, seksuele geaardheid, geloof en zo verder. Zoveel vrijheid vraagt ook om een grote ruimdenkendheid. Niet alleen jij bent vrij, je buurman is dat net zo goed. De piemel in Brussel is hier een uitstekend voorbeeld van. Wanneer de muur wordt overgeschilderd, houdt de discussie op. Wees trots op je kunstwerk, maak er een conversation piece van en stel de discussie centraal. Leve de Brusselse piemel!
Auteur: Roxy Jongewaard
Alle foto’s zijn beschikbaar gesteld door actiegroep Touche pas à mon zizi.