In een klaslokaaltje op Sicilië krijgen migranten die kort daarvoor de Middellandse Zee hebben getrotseerd te horen hoe Europa over hen denkt. Het is geen gewone les, want de leraar wordt gespeeld door de Belgische acteur Valentijn Dhaenens. Hij laat hier in de Nederlandse documentaire Étranger au paradis drie heel verschillende gezichten van Europa zien. Dat kan soms hard aankomen. Étranger au paradis is een filmessay volgens een bijzonder concept. Het Amerikaanse vakblad Variety vergeleek het al met het werk van de Deense provocateur Lars von Trier. Reden genoeg om even te bellen met de maker, de pas twee jaar geleden aan de Filmacademie afgestudeerde Guido Hendrikx.
Wat is je bij de research voor Stranger in Paradise speciaal opgevallen?
‘Dat je het gevoel krijgt dat wij in Europa een soort mal hebben gemaakt waar de vluchteling of asielzoeker in moet passen. Het is een soort trechter, en als je daar buiten valt is het vrij snel afgelopen.”
“Ik wilde vooral de machtsverhouding tussen Europa en de migranten invoelbaar maken. We lezen er veel over in het nieuws, maar ik wil het echt laten voelen, ook door de gekozen vorm, de beslotenheid van het klaslokaal en de verhouding tussen de leraar en de migranten. Het benadrukken van die machtsverhouding, dat was het belangrijkste.”
Mechanismen
“En er ook met een bepaalde afstand naar kijken. De film is toch een beetje mijn persoonlijke blik op wat wij in Europa de vluchtelingencrisis zijn gaan noemen. Ik wilde dat je er met een zekere afstand naar kan kijken. Dus hoe wij, de gelukkigen in Europa, met het geluk van anderen omspringen. Dit zijn de mechanismen die wij daarvoor hebben bedacht.”
Étranger au paradis is verdeeld in drie akten. In de eerste zegt de leraar de migranten recht in hun gezicht: ‘Jullie zijn niet welkom hier, ga terug!’ In de tweede akte is hij het tegenovergestelde, de schuldbewuste Europeaan die de migranten met open armen verwelkomt. In de derde akte volgt hij de regels van het Nederlandse asielbeleid, een rationele afvalrace waarbij slechts een paar gelukkigen overblijven.’
Waarom heb je voor deze opvallende vorm gekozen? Het is heel anders dan een traditionele documentaire, bijna een theateropvoering.
‘Ik kwam erachter dat die machtsverhouding verschillende verschijningsvormen heeft. De publieke opinie is bijvoorbeeld sterk gepolariseerd geraakt, en beide uitersten drijven op een soort zelfgenoegzaamheid. Daarnaast is er ook het beleid van de overheid. Dus ik dacht, als ik die verschillende verschijningsvormen wil laten zien heb ik een ander instrument nodig dan in een gewone documentaire.”
Punishment Park
“Normaal zijn documentaires karaktergedreven. Je leeft mee met de hoofdpersonages. Ik vond het interessanter om een instrument te gebruiken dat de thematiek uitdrukt. Dus voor mij is de acteur niet perse een personage maar meer de belichaming van een bepaalde opvatting. Het is een manier van vertellen die bijvoorbeeld ook Peter Watkins gebruikt in Punishment Park (een pseudo-documentaire rond de confrontatie van hippies met een groep soldaten. LB)’
Hoe heb je de migranten die aan de film meewerken benaderd. Heb je ze bijvoorbeeld geïnformeerd over de opzet van de film, wisten ze dat de leraar een acteur was?
‘”We zijn zeer gecontroleerd te werk gegaan. Twee van onze medewerkers zijn dat vluchtelingenkamp ingegaan, samen met Hamdan, een migrant die daar al vijf jaar in de buurt woont en ieder jaar weer een verblijfsvergunning voor een jaar krijgt. Ze hebben daar hele dagen gepraat en gevoetbald met die mensen. Veel gevraagd, jullie zijn hier net, wat weten jullie. Dat was meestal heel weinig.”
Steriele witte pakken
“We vertelden dat we een film gingen maken waarin we de verschillende geluiden in Europa wilden laten horen, en dat we dat graag met hen wilden doen.”
“Ze wilden heel graag meewerken, want het feit dat ze aandacht kregen was voor hen al bijzonder. Op het moment dat je op Sicilië aankomt staat er een delegatie van mannen in steriele witte pakken op je te wachten, wordt je gefouilleerd door de politie, gecontroleerd op ziektes en ga je in een bus naar het eerste opvangkamp. Tijdens het hele proces krijg je heel weinig informatie over wat er gebeurt. Dus zelfs als de informatie die ze van ons kregen negatief was, zoals in de eerste akte van de film, wat dat toch al beter dan genegeerd te worden.”
“Op de draaidag zelf legde ik de migranten in het klaslokaaltje uit: straks komt er een docent, dat is een acteur, en hij vertegenwoordigt een bepaald geluid dat in Europa rondzingt. Vandaag is dat het geluid tegen migratie. Hij kan heel hard zijn, hij vindt dat jullie niet welkom zijn. Probeer daar naar te luisteren en probeer het te weerleggen, er commentaar op te geven.’
Nazorg
Ik kan me voorstellen dat die opnamesessies, met name voor de eerste en derde akte, nogal confronterend waren. Was er ook nazorg?
‘”Na iedere les hebben we geëvalueerd en nagepraat, maar ik had niet de indruk dat ze erg van slag waren. Het scheelde natuurlijk dat ze wisten dat de leraar een acteur was. Ze waren zich ook bewust van de constructie en van het feit dat we aan het filmen waren. Dat scheelde. Na de derde akte organiseerden we een informatieavond waar ze vragen konden stellen over de asielprocedure, en wat het bijvoorbeeld betekent om economisch vluchteling te zijn. Basale informatie waar ze in ieder geval iets mee konden en dat sommigen misschien kon voorbereiden op de werkelijke procedure.”‘
In de epiloog kletst Valentijn Dhaenens, de acteur, op straat nog wat met een paar passerende migranten. Daarbij komt onder meer het budget van de film ter sprake. Dat vond ik wel opvallend.
‘”We wilden heel open zijn. Ik vind dat als je een politiek geëngageerde documentaire maakt met een kritische blik zoals wij hebben gedaan, dan moet je ook naar jezelf kijken. Dan moet je ook de vraag stellen: wat is mijn rol als maker, van welke economische structuur is de film afhankelijk, hoe zit het met de machtsverhouding tussen filmmaker en onderwerp. Die openheid en transparantie zie ik te weinig in dit soort documentaires.”‘
Simplisme
Wie moeten de film wat jou betreft vooral gaan zien?
‘”Nou, (aarzelt even) ik vraag me af of het politieke sentimenten zijn die in de eerste akte spelen, of dat het ook gaat over hoe de media de werkelijkheid weergeven. Dat vind ik steeds simplistischer worden, meer belust op sensatie. Het probleem met de media en de journalistiek is, vind ik, dat ze pretenderen objectief te zijn, maar dat is natuurlijk een illusie. De media zouden in ieder geval deze film moeten zien en moeten nadenken over de pretenties van objectiviteit. Daar moeten we vanaf, daar moeten media veel openen over zijn.”
“In de tweede plaats denk ik aan mensen die heel sterk één bepaalde mening aanhangen, vastgeroest zitten in hun dogma’s en daarmee het hele vraagstuk simplificeren. Daardoor ontstaan veel misverstanden, dat vind ik gevaarlijk.”‘
Étranger au paradis was de openingsfilm van het documentairefestival IDFA en werd daar bekroond met de IDFA Special Jury Award voor een Nederlandse documentaire. Op 8 december komt de film in de bioscoop.