In ‘Cineastas’ toont de Argentijnse regisseur Mariano Pensotti (1972) een gelaagd verhaal over vier cineasten uit Buenos Aires, die ieder worstelen met hun nieuwe films. Het is deels een portret van de stad, door de ogen van vier Argentijnse filmmakers, zegt Pensotti. “Maar het is vooral – vergeef me die vréselijke uitdrukking – een universeel verhaal, over de constante wisselwerking tussen tijdloze fictie en het vluchtige, alledaagse leven. Hoe de fantasie vorm geeft aan de realiteit, en omgekeerd.”
Pensotti vervlecht vier losse verhalen tot een theatrale collage. Undergroundfilmer Lucas werkt bij McDonalds – “Ik ga hier dood tussen de frieten en de hamburgers” –, en fantaseert over een hyperagressieve kidnapfilm, waarmee hij voor eens en voor altijd het verwerpelijke grootkapitaal, belichaamd in de vorm van de gehate clown Ronald McDonald, van het voetstuk zal trappen. Prijswinnaar Gabriël hoort dat hij terminaal ziek is. Hij verzwijgt zijn aandoening maar schrijft zijn ziekte zijn film in, terwijl de populaire Mexicaanse hoofdrolspeler het aanlegt met Gabriëls vrouw. Documentairemaker Mariela stort zich na het stranden van haar liefdeloze huwelijk op de revolutionaire, hyperoptimistische musicals uit de uiteenvallende Sovjet-Unie. En filmmaker Nadia, totaal overrompeld door het onverwachte succes van haar eerdere werk en middenin een crisis, gaat in haar film op zoek naar haar vader – ooit ‘verdwenen’ tijdens het Vidéla-regime.
In ‘Cineastas’ gaan deze vier films een eigen leven leiden, en sleuren hun makers mee. Realiteit en film lopen in elkaar over, totdat zowel de films als de makers fundamenteel veranderd zijn. Dat zorgt twee uur lang voor heel knap theater, maar het is wel opletten geblazen.
De vijf acteurs bewegen zich door een huizenhoog kijkdoosdecor met twee verdiepingen, gemaakt door Mariana Tirantte. Op de benedenverdieping zien we de dagelijkse sleur van de personages, en hoe ze met zichzelf en anderen in de knoop liggen. Boven worden de (gefantaseerde) scènes uit hun films gespeeld. Als een horizontale split-screen.
Iedere acteur (op ééntje na, die uitsluitend met de rekwisieten sjouwt) is verantwoordelijk voor meerdere rollen, of doet een verhalende voiceover via een draadloze microfoon terwijl de actie op beide verdiepingen gewoon doordendert. Net als de boventiteling voor de niet-Spaanstalige toeschouwers. Het enige handvatten zijn het sympathieke, losse spel (vooral Marcelo Subiotto is met prachtig gedoseerde mimiek briljant in al zijn rollen) en de bij vlagen hilarische tekst – die ook in de Nederlandse vertaling erg sterk is.
Pensotti: “Al die personages zitten diep in een existentiële crisis, maar ik heb ter contrast bewust gezocht naar een lichte, speelse stijl van acteren. Vrij onnadrukkelijk, en organisch. Ik denk dat dat te maken heeft met mijn achtergrond, want ik heb een filmopleiding gehad. Dan neig je in de regie toch wat meer naar kleiner, meer naturalistisch spel.”
Om de filmscènes ook echt te filmen, en tijdens de voorstelling op de bovenwand te projecteren lag teveel voor de hand, zegt Pensotti. “Ik wilde nadrukkelijk géén video gebruiken in dit stuk. Dat vind ik een zwaktebod. Ik wilde juist alles op het toneel vluchtig houden, omdat het een voorstelling is over film; een medium dat de tijd vastlegt. Dat contrast is heel belangrijk.”
‘Cineastas’ is het meest complexe dat ik ooit voor theater heb gemaakt. Niet alleen was het een flinke opgave om in mijn originele tekst – eigenlijk geschreven als een novelle – de theatraliteit te zoeken. Het was hartverscheurend om in die tekst te moeten snijden. Maar ook het repetitieproces van zeven maanden was heftig. Pas bij de première had ik echt het gevoel dat alles op z’n plaats viel. Nu is het een kwestie van finetunen.”
En ja, Pensotti en consorten hebben de recente dood van ex-dictator Jorge Vidéla nog even gevierd. “In de kleedkamer hebben we met z’n allen een goed glas whisky gedronken. Ik ben geboren onder de dictatuur, en deze heeft diepe groeven in ons land achtergelaten. Maar op mijn tiende was het voorbij. Ik ben nu veertig. Dus ja, de gevolgen van die inktzwarte periode werken nog steeds door, maar het is niet meer zo allesverstikkend aanwezig, zowel in de kunsten als in de Argentijnse samenleving. We moeten toch door.”