“Even doorlopen mensen! Ik wil u voorstellen aan Frans van Montfoort. Eén van de allereerste straatmuzikanten in het oude Hoog Catharijne en zelf bijna een living statue.” Gids Ton van den Berg, vandaag in de gedaante van zijn alter ego Koos Marsman, geeft Van Montfoort een klap op zijn schouder. “Goed om je weer te zien jongen.”
Marsman is de Uterechgids die speciaal voor kunstmanifestatie Call of the Mall éch Uterechse rondleidingen geeft door het Cetraol Stetion en Hoog Ketrijne. Hij demonstreert de wensput – het werk van kunstenaar Antonio Vega Macotela – danst met deelnemers, interviewt bijzondere gasten en geeft bij elk kunstwerk vrolijk ‘het woord weer aan Monique’. Als projectleider van de manifestatie weet Monique Dirven namelijk alles over de projecten. Marsman niet, maar daar is hij ook niet voor. Als ras-Utrechter weet hij wél alles van de geschiedenis van het stationsgebied. De deelnemers hangen aan zijn lippen en vooral aan die van zijn gasten.
Mirliton Theater
“Op een gegeven moment struikelde het publiek over de junks voor de deur. Je kon darts gooien met de injectienaalden, zei Herman altijd.” Inge Hansen Weiss, de weduwe van cabaretier en volkszanger Herman Berkien, wacht ons op bij het Mirliton Theater. Ze vertelt over de laatste jaren van het theater, maar ook over de glorietijd, toen er een rij stond van de ingang tot aan de parkeergarage. “Herman ging dan maar achteraan in de rij staan tot iemand hem opmerkte,” lacht ze. “Hij heeft hier zo’n tien jaar opgetreden met Tineke Schouten en later met Carry van der Horst. Hij vond het een magnifiek mini-schouwburgje. Zijn plekkie verlaten was moeilijk, maar het ging op het laatst echt niet meer.”
De meeste deelnemers van de rondleiding kennen Berkien vooral van het bekende lied ‘Utereg me Stadje’ en van het woord ‘gladiolen’. “Niemand kon gladiolen uitspreken zoals hij,” grijnst Marsman. “Elk jaar op zijn geboortedag leggen vrienden van hem nog een bos gladiolen bij zijn standbeeld.”
De Postillon
Op het dak van het winkelcentrum ontmoeten we Ad Vermeulen. Hij is opgegroeid boven het café van zijn vader, De Postillon aan het Stationsplein. Na de uitleg van Dirven over het werk van kunstenares Ester van de Wiel – zij maakte een zelfregulerende tuinfabriek – praat Vermeulen over zijn jeugd in het stationsgebied. Hij speelde graag in het Smakkelaarsveld en haalde pinda’s bij de Chinees bij het buurtstation. “Pinda pinda lekka lekka, riep hij de hele dag. Het was een drukke wijk met veel mensen en verkeer. Toch heb ik er mooie herinneringen aan. We vonden genoeg plekjes om rustig te spelen.” De Postillon ging in 1972 dicht, maar een café met die naam bestaat nog steeds. De toenmalige eigenaar begon een nieuwe zaak aan de Lijnmarkt. “Bijzonder is dat hij de oude voordeur, de bar en het glas in lood heeft meegenomen en verwerkt in de nieuwe Postillon.”
De verhalen van Vermeulen roepen bij sommige deelnemers eigen herinneringen op, bijvoorbeeld als hij vertelt over tante Truus die elke vrijdag het koper poetste. “Dat hoorde er bij ons ook helemaal bij op vrijdag,” aldus oud-Utrechter Marion Vermeij. “Dan was alles weer schoon voor het weekend.” De ech Uterechse rondleiding is volgens Vermeij een aanrader voor alle Utrechters. “Maar ook voor mensen die hier niet vandaan komen kan het hartstikke leuk zijn. De kunstwerken zijn al heel verrassend, maar de verhalen over de geschiedenis geven de manifestatie nog iets extra’s.”