We zagen het in maart al aankomen, maar nu is het officieel: minister van cultuur Jet Bussemaker legt het Museumadvies van de Raad voor Cultuur naast zich neer. Het adviescollege onder leiding van Joop Daalmeijer heeft zijn huiswerk dus niet goed gedaan: zijn idee voor een nationale collectie en gedwongen samenwerking tussen musea is als onwerkbaar van de hand gewezen.
Musea worden in de toekomst gestimuleerd om beter samen te werken en er komt een potje van twee miljoen voor talentontwikkeling en wetenschappelijk onderzoek, digitalisering ‘en een prijs voor het beste samenwerkingsproject tussen scholen en musea’.
De precieze plannen worden na de zomer bekend, in de nieuwe begroting voor cultuur. Die nog een grote verrassing zal blijken te zijn, gezien de getallen die nu als bezuinigingseis door de Haagse wandelgangen galmen. Of cultuur opnieuw gespaard zal worden bij de miljarden die nog gekort moeten gaan worden op de overheidsuitgaven, is even onzeker als het weer in Nederland. Dat Bussemaker zelf in voorbereiding daarop haar best doet om de kunstsector achter zich te krijgen, is al duidelijk. Bij de opening van de Biënnale in Venetië beloofde ze al investeringen in talentontwikkeling voor jonge kunstenaars, en nu passeert ze de Raad voor Cultuur die zich met zijn advies over het museumbestel al de woede van de sector op de hals had gehaald.
Wie gaat winnen, Bussemaker of haar voorganger Zijlstra, is nog onduidelijk. De grote verliezer is in ieder geval al wel duidelijk: de Raad voor Cultuur.
De brief van de minister is hier te vinden
Reacties zijn gesloten.