Het Nederlands Film Festival ging vanavond niet alleen van start met het slavernijdrama Hoe duur was de suiker, maar ook met de uitreiking van de eerste prijzen. Janina Pigaht kreeg de Filmprijs van de Stad Utrecht, de prijs voor het beste debuut, voor haar documentaire Dagboeken van een olifant. Pigaht gaat hierin op zoek naar het SS-verleden van haar liefdevolle Duitse grootvader en probeert het grote zwijgen hierover in haar familie te doorbreken.
Dagboeken van een olifant is een mooi en zorgvuldig gemaakt persoonlijke document dat eerder dit jaar al op televisie was te zien. De lovende woorden van de jury (‘moed’, ‘gedegen research’, ‘nuances’) zijn zeker terecht. Neemt niet weg dat het eerder een degelijke en zorgvuldige dan een spannende of verrassende productie is. Dat kon eigenlijk ook gezegd worden over de andere twee genomineerde titels – eveneens documentaires. In het oog springende debuutfilms als Die Welt van Alex Pitstra of de indrukwekkende en al veel geprezen documentaire Soldier on the Roof van Esther Hertog zijn kennelijk aan de aandacht van de jury ontsnapt.
Filmpubliciste Monique van Schendelen kreeg het Gouden Kalf voor de Cultuurprijs 2013, maar dat was al eerder bekendgemaakt. Het is een prijs voor bijzondere verdienste voor de Nederlandse filmcultuur. Al 27 jaar zet Van Schendelen zich in voor de promotie van films en filmactiviteiten. Een vertrouwd en betrouwbaar gezicht in een wereld waarin veel in beweging is. Ze zal ongetwijfeld gemist worden wanneer ze in december een punt achter haar werkzaamheden zet.