‘With a little help form my friends’ mag dan zijn grootste hit zijn. Mijn eeuwige favoriete nummer van Joe Cocker is en blijft The Letter. Hier niet de vocale acrobatiek van Cocker, die van het nogal zijige Beatles-nummer een smeekbede van een krijsend slachtoffer maakt. In The Letter verandert de man die vooral briljante covers deed eigenlijk bitter weinig aan het toch al best ok klinkende origineel van The Box Tops.
Ik leerde Cocker kennen dankzij mijn drie jaar oudere broer, die zo goed was mij in bijna elke muzieksoort te initiëren. Dat we daarna muzikaal flink uit elkaar gegroeid zijn is een kwestie van andere vrienden en andere generaties, en doet niets af aan die dingen die we gemeenschappelijk hebben. Drie jaar leeftijdsverschil maken dus wel uit of je trouw blijft aan Jackson Browne, Eric Clapton, Dan Fogelberg, Neil Young en The Rolling Stones, of dat je verder gaat met David Bowie, Brice Springsteen, The Clash en Rufus Wainwright.
Broer draaide Mad Dogs and Englishmen, de live elpee die uiteindelijk Cockers ondergang dreigde te worden, en de muziek stak direct uit boven de andere live albums die je in die tijd allemaal moest hebben gehoord: Get your ya yas out van The Rolling Stones, en Derek & The Dominos Live van de destijds strak aan de heroïne verslaafde Eric Clapton, die een hele elpeekant lang vergat op te houden met een gitaarsolo die helemaal nergens heen ging.
Ik begreep niet zoveel van dat hele album van Cocker. Ja, het klonk allemaal fantastisch, maar als beginnende puber hoorde je niets te hebben met 1: een coverartiest en 2: blazers en 3: koortjes. Dat was feitelijk ouwelullenmuziek. Waarom Cocker er op Mad Dogs in slaagde om die generatiekloof te dichten? Energie, vermoed ik. Maar meer nog: dat muziek een feestje kon zijn, ook al had je zelf geen spat ironie in je lijf.
Want Cocker deed dus niet aan ironie. Heel on-Sheffields, maar uitstekend geschikt voor Amerika. Daarom hadden we allemaal ook acuut medelijden met hem als hij zong. Zeker in The Letter: de oerkreet van een naiëve verliefde kwezel die gedumpt is door zijn vriendin, maar helemaal gek van vreugde wordt als ze hem een briefje stuurt dat ze hem terug wil. De tragedie zit in de tweede regel van het refrein: ‘I’ve got to go back to my baby once more.’ Let op dat ‘Once more’: het is niet de eerste keer dat ze hem terug wil, het zal ook niet de eerste keer zijn dat hij een paar maanden later weer op straat staat.
Maar dat zou ironie zijn. Wanneer Joe Cocker die regel zingt geloof je met hem dat het dit keer voorgoed zal zijn, het geluk eeuwig is en teleurstelling tot de dood zal leiden.
En dit dan allemaal gebracht in een feestelijk concert waar zeker de helft van de aanwezigen op een andere planeet zit. Ik had de video eerlijk gezegd nog nooit gezien voordat ik hem opzocht voor dit stukje. Maar wat een toestand. Natuurlijk heerlijk al die dansende bloemenmeisjes, maar wat was er aan de hand met pianist Leon Russel? Zijn pianopartij draagt het hele album, maar zelf zit hij erbij of de laatste cocktail van harde en minder harde drugs hem volledig van de wereld heeft gelanceerd. Vooral na de saxofoonsolo zie je Russel opkijken of hij net wakker wordt en ontdekt dat hij op een podium staat, in plaats van thuis voor de buis te hangen.
Drank, drugs, veel seks met allerhande levensvormen: Rock ’n Roll. De Amerikaanse tournee van Mad Dogs & Englishmen werd Joe Cocker bijna fataal. Ook al vanwege die totale overgave, dat totale gebrek aan ironie waarmee hij zijn vertolkingen zo onontkoombaar maakte. Zulke feestjes zijn er nog wel, al zien we zelden meer totaal bezopen en knetterstonede artiesten op het podium. Sterker nog: we zouden er met zijn allen schande van spreken. Amy Winehouse raakte al haar vrienden kwijt, door regelmatig van het toneel gedragen te moeten worden wegens totale dronkenschap, terwijl Doors-held Jim Morisson beroemder werd met iedere minuut die hij wegens drugsverslaving liggend op het podium doorbracht.
http://youtu.be/2GPEbWnh2pQ
Er is nog maar één concertserie waar het toegelaten is om als artiest licht dronken of stoned op te treden, en ermee weg te komen, wat soms tot genante toestanden leidt, en soms tot hoogtepunten: Jools Hollands Hootenanny, op de BBC tijdens de jaarwisseling. Terwijl in Nederland de bevolking elkaar bestookt met dodelijke mortieren en bermbommen, vindt daar een revival plaats van die legendarische concertreeks van Joe Cocker: met blazers, met koortjes, met covers. En soms met ironie. Omdat we wijzer zijn.
Best jammer, eigenlijk.