Het klinkt geweldig, dat Amsterdamse Kunstenplan 2017-2020. De stad verhoogt het cultuurbudget tot bijna 90 miljoen per jaar. En er lijkt opeens een visie te zijn: weg met al die verschillende adviesorganen, één hoofdstedelijke ‘basisinfrastructuur’ en voor de rest is er het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK). De gemeente moet zich tot de hoofdlijnen beperken, niet met individuele subsidies.
Om meteen maar met die budgetverhoging te beginnen: ja, er komt meer dan 7 miljoen bij, maar daarmee maakt Amsterdam hooguit de eerdere bezuinigingen ongedaan. Veel groter is het andere nieuws: door alle topinstellingen in een basisinfrastructuur onder te brengen, en de rest over te laten aan het bestuur van het Kunstfonds is de rol van de Amsterdamse Kunstraad (Akr) vrijwel uitgespeeld.
Maar zo is het landelijk toch ook geregeld? Klopt. Het Amsterdamse Kunstenplan verkleint de macht van het adviesorgaan, vergroot de macht van het uitvoerend orgaan. Beide organisaties reageerden dan ook totaal anders.
Boos en verontrust is de Kunstraad:
“Wanneer de gemeenteraad het voorstel van de wethouder overneemt, betekent dat voor de AKr in onze rol als adviseur over kunstsubsidies een grote aderlating. In de toekomst zal ons advies nog uitsluitend gevraagd worden over de grote instellingen in de binnenstad van Amsterdam.”
En dat advies is feitelijk overbodig, want de Kunstraad kan bijvoorbeeld wel vinden dat de Nationale Opera iets moet veranderen, maar dat gezelschap is groter dan de stad en wordt door het Rijk gefinancierd. Wat rest? Niet veel, aldus de Kunstraad:
“Ook onze taak om te adviseren over de subsidieaanvragen voor de Vrije Ruimte vervalt. En daarmee ook ons overzicht van mogelijke crossovers en dynamiek. Kortom, onze kerntaak in het huidige stelsel vervalt.”
Opheffen dus maar, die vrijwel uitgespeelde Kunstraad? Maar wie levert dan nog onafhankelijk advies? Wie bewaakt de meerjarenplannen en let op de rol van educatie?
Veel optimistischer is het AFK, want dat ziet terecht dat alle instellingen die niet in de basisinfrastructuur vallen daar moet aankloppen:
“Anders dan in de huidige situatie maakt het AFK met deze instellingen prestatieafspraken op maat, waarbij de aard, omvang en de eigen kracht van instellingen het uitgangspunt vormen.”
Een forse taakuitbreiding voor het AFK dus, dat in een klap de macht grijpt in de hoofdstad. Is dat erg?
Nee, dat hoeft niet zo te zijn. Mits de gemeente ervoor kan zorgen dat het AFK echt onafhankelijk is, voldoende inhoudelijke kennis in huis haalt en weet te houden en bovenal controleerbaar is. Maar goed, daar zijn de cultuurambtenaren voor, al valt te vrezen dat in no time die zich weer tot een adviesorgaan zullen wenden.
Bijvoorbeeld tot de Kunstraad.