Als het had gekund, had fotograaf Ed van der Elsken het liefst een camera in zijn hoofd ingebouwd, om vierentwintig uur per dag de wereld vast te kunnen leggen. Wat hij wél heeft kunnen maken zijn talloze prachtige foto’s, films en boeken. Het Stedelijk Museum in Amsterdam toont zijn rijke nalatenschap op de grote tentoonstelling De verliefde camera.
Hij was eigenzinnig, geëngageerd, ongelooflijk bevlogen en je zou hem zelf de eerste vlogger avant la lettre kunnen noemen. Ed van der Elsken (1925-1990) was een van de grote Nederlandse fotografen uit de vorige eeuw, en een veelzijdig kunstenaar. Dat veel van zijn beelden iconische kwaliteit hebben, zie je al meteen bij binnenkomst op de tentoonstelling De verliefde camera in het Stedelijk Museum in Amsterdam. In elke zaal trekt een blow-up die de hele wand beslaat onmiddellijk de aandacht, zoals de foto van zijn muze Vali Myers, die zichzelf kust in de spiegel – een beeld dat ook nu nog wereldberoemd is. Hij maakte het portret aan het begin van zijn carrière, toen hij in Parijs een groepje jonge bohémiens volgde (onder wie Myers) die hun tijd doodden op straat en in de kroegen.
Al meteen in dat vroege werk zie je zijn sociale bewogenheid en eigenzinnigheid: het realisme Van der Elsken stond haaks op de positieve tijdsgeest van dat moment, en zijn aandacht voor jongerencultuur en de heftigheden en verslavingszucht die daarbij hoorden, was volstrekt nieuw. Edward Steichen, die in een foto van Van der Elsken selecteerde de tentoonstelling The Family of Man in het New Yorkse Museum of Modern Art (de wereldberoemde fototentoonstelling is ruim zestig jaar later nog altijd te zien in Luxemburg!), moedigde de Nederlander aan een boek te maken van zijn Parijse werk. En dat deed hij. Een liefdesgeschiedenis in Saint-German-des-Prés was zijn eerste fotoboek, en Van der Elsken vestigde er in 1956 direct zijn naam mee.
Schokkend
Zijn rauwe beelden riepen echter ook verzet op, vertelt conservator Hripsimé Visser. Ze wijst op een van de vitrines, waarin een artikel ligt uit Vrij Nederland, dat het werk aankondigt als: “Schokkend Parijs fotoboek”. ‘Het waren de jaren vijftig, de periode van de wederopbouw, jongeren werden geacht fris en fruitig te zijn. Van der Elsken liet een heel ander beeld zien. Er wordt vaak gedacht dat deze jongeren existentialisten waren, maar het waren vooral anarchistische jongeren die heel verbitterd waren en teleurgesteld naar de dope en de alcohol grepen.’
Gewone mensen op straat in Amsterdam, Parijs of Japan, nozems, Hell’s Angels en prostituées – Van der Elsken sprak en werkte met mensen uit alle lagen van de bevolking en alle culturen. De liefde voor de wereld en de mens vertaalde zich op verschillende manieren naar foto’s en films. Zo is een fragment te zien uit de serieuze, ontroerende documentaire over sloop van de Joodse buurt in Amsterdam na de Tweede Wereldoorlog – omdat de huizen niet meer volstonden, maar bovendien omdat er niet zo veel bewoners meer over waren.
Vlogger avant la lettre
In zijn documentaires was Van der Elsken even onconventioneel als in zijn fotografie: de maker was zelf vaak nadrukkelijk aanwezig (soms zelfs de hoofdpersoon) in zijn films, wat in die tijd nog heel ongebruikelijk was. Je zou hem zelfs een vlogger avant la lettre kunnen noemen, al bestond internet natuurlijk nog niet. Toen hij geld nodig had voor de wereldreis die ten grondslag lag aan zijn fotoboek Sweet Life, stelde hij namelijk aan de Avro voor om travelogues te maken, korte filmpjes die op televisie werden vertoond. Alleen het eerste filmpje en een montage zijn bewaard gebleven, en hiervan zijn op de tentoonstelling fragmenten te zien. ‘Ed heeft ooit een keer gezegd dat hij het liefst een camera ingebouwd in zijn hoofd wilde hebben, om twenty-four seven alles vast te kunnen leggen,’ lacht Visser.
Hoewel Van der Elsken vooral bekend is geworden als straatfotograaf, laat De verliefde camera zien dat hij wel degelijk ook foto’s in scène zette en veel waarde hechtte aan compositie; hij maakte schetsen van zijn ideeën, combineerde en monteerde beelden zo dat er boeiende tweeluiken of spiegelingen ontstonden. Ook fotografeerde hij veel in kleur, zoals voor het fotoboek Bagara over zijn reis naar Afrika, waar hij onder meer een indringende foto schoot van een baby-olifantje dat net uit de buik van zijn dode moeder is gehaald.
Japan was ook een favoriete bestemming. Reizen deed hij veel. ‘In de jaren zestig en zeventig werkte hij voor de glossy Avenue, waarvoor hij met grote auteurs als Cees Nooteboom of Harry Mulisch op reis ging. Ed was iemand die weleens in opdracht werkte, maar liever niet. Hij was eigenlijk een van de eerste autonoom werkende fotografen. Hij initieerde zijn eigen opdrachten, zijn eigen boeken, zijn eigen reizen.’
Sculpturaal
Niet alleen werd Van der Elsken in zijn eigen tijd zeer gewaardeerd, ook op latere vakbroeders heeft hij invloed gehad. De beroemde Amerikaanse fotografe Nan Goldin bijvoorbeeld bewondert Van der Elsken en beschouwt hem als haar voorloper. Ook vandaag de dag is zijn werk nog erg geliefd. ‘Hij was erg goed in sterke foto’s maken, hij maakte krachtige composities,’ aldus Visser. ‘Hij heeft beeldhouwen gestudeerd, en de manier waarop hij mensen, lichamen en vormen in de ruimte zet, heeft vaak iets sculpturaals.’
Ze wijst naar een foto van vrouwen op een bankje, met een staande man ervoor, als het ware een aura van licht om zijn hoofd. ‘Elke fotograaf houdt tegen of geeft soms juist meer licht om meer expressie te geven. Dit hier is een foutje dat ontstaat als je daar niet al te precies mee omgaat. Maar Ed speelt daarmee en gebruikt het om een persoon uit te lichten, als een heilige blanke man. Hij was geen fotograaf van de keurige regels, hij werkte niet volgens het boekje.’
Aan het einde van de tentoonstelling neem je als bezoeker letterlijk afscheid van hem. Van der Elsken nam, toen hij eenmaal wist dat hij het niet van de prostaatkanker ging winnen, afscheid zoals het hem betaamde: door het op film vast te leggen. Bye is een ontroerend zelfportret van een stervende man, een waardig sluitstuk van een bevlogen kunstenaar.
Ed van der Elsken – De verliefde camera is te zien van 4 februari t/m 21 mei in het Stedelijk Museum in Amsterdam. De tentoonstelling biedt het grootste overzicht wereldwijd van zijn fotografie en documentaires, en belicht de relatie tussen zijn leven, boeken en films. Rondom de tentoonstelling valt ook van alles te beleven. EYE biedt een speciaal filmprogramma rond verschillende thema’s in het werk van Ed van der Elsken. Het Stedelijk biedt daarnaast digitale interactieve verhalen over Ed van der Elsken, een lezingenprogramma, een seminar op 12 februari en drie fotografieworkshops, waarvan het eindresultaat wordt getoond op de laatste avond van de tentoonstelling. Ook geven jongeren, de zogenoemde Blikopeners, elke vrijdagavond een rondleiding die een bepaalde Ed van der Elsken-blik op de tentoonstelling geeft – inclusief gekleurde bril. www.stedelijk.nl