Herodes heeft zijn kreet ‘Dood deze vrouw!’ nog niet geslaakt of zijn soldaten heffen Salome ruw op hun schouders en smijten haar in de hel. – De in een ruïne veranderde sjieke salon die via een doorkijkluik bijna de gehele opera zichtbaar was. Salome’s in bloed gedrenkte jurk lijkt even op te vlammen, maar dan valt – pats! – het doek. Met dit krachtige beeld besluit regisseur Ivo van Hove een meeslepende enscenering van de opera van Richard Strauss.
Parel in rijk getooide kroon
Deze productie van Salome is een nieuwe parel in de toch al rijk getooide kroon van De Nationale Opera. Ivo van Hove vertelt het verhaal namelijk zonder ons krampachtig een eigen ‘visie’ op te dringen. Het sobere, maar vindingrijke toneelbeeld van zijn vaste vormgever Jan Versweyveld vormt een treffend contrapunt met de hyperemotionele lading van zowel libretto als muziek. Een simpele maan verbeeldt de heftige gemoedstoestanden van de moreel losgeslagen personages op het toneel.
Omineus wassend overschaduwt zij de in een zwart achterdoek uitgespaarde salon met canapés en palmen. Traag van links naar rechts glijdend kleurt zij rood als Salome Jochanaän tracht te verleiden, om dan weer te verbleken.
Na Salome’s fatale sluierdans wordt de habitat van Herodes en Herodias zelfs geheel aan ons oog onttrokken door een frontaal op ons afstormende maansverduistering. Het beklemmende beeld roept associaties op met de apocalyptische, alles verwoestende planeet uit de film Melancholia van Lars von Trier.
Niemand is onschuldig
Niemand is onschuldig. De jonge Salome (Malin Byström) beklaagt zich over de wellustige blikken van haar stiefvader Herodes (Lance Ryan), maar belaagt zelf Jochanaän (Evgeny Nikitin). Herodes geilt op zijn stiefdochter, maar wil het leven van Jochanaän sparen als zij om diens hoofd vraagt. – Niet uit respect voor de profeet, maar uit angst voor het onheil dat zijn executie teweeg zal brengen. Zijn vrouw Herodias hitst hem daarentegen op, uit welbegrepen eigenbelang: ze kan Jochanaäns aantijgingen niet langer verdragen.
Het schitterende toneelbeeld vindt zijn gelijke in de voorbeeldige uitvoering. Daniele Gatti voert het Koninklijk Concertgebouworkest trefzeker door de kolkende partituur. Nu eens subtiel en verleidelijk (Salome als nog onschuldige tiener), dan weer onderhuids dreigend (onheilsboodschappen Jochanaän), woest en oorverdovend kakofonisch (Salome eist diens hoofd) of met ingehouden suspense (in afwachting van de executie).
Ruim baan voor zangers
Gatti geeft de zangers alle ruimte om hun vaak bijna atonale melodieën gestalte te geven. Dat zij desondanks soms overstemd worden, ligt niet aan hem maar aan Richard Strauss. In zijn streven alle woekerende emoties muzikaal te verklanken, schiet de componist soms een beetje door. Maar over het algemeen is zijn Wagneriaanse partituur een lust voor het oor.
Mede dankzij de vele leidmotieven. Neem alleen al de wufte, ‘oosterse’ melodie die Salome introduceert, of de donkere celli en hoorns die Jochanaän kenmerken. Wonderschoon ook zijn de klanknabootsingen. Bijvoorbeeld de windvlaag die door het orkest ‘waait’ als Herodes ‘machtige vleugels’ meent te horen. Gatti en zijn musici maken elke nuance hoorbaar.
Opgestuwd door het dienstbare orkest komen ook de zangers tot grootse prestaties. Voorop de Zweedse sopraan Malin Byström, die excelleert als Salome. Ondanks haar ranke gestalte en meisjesachtige uitstraling heeft zij een dijk van een stem. Moeiteloos en loepzuiver zingt zij haar zware partij, die van laag naar hoog schiet in ongemakkelijke toonafstanden.
Ondertussen weet zij feilloos het narcistische, recalcitrante en egoïstische karakter van haar puberpersonage te treffen. Weliswaar is haar sensuele sluierdans niet altijd even soepel, maar bij vlagen heeft zij de allure van een Barbara Hannigan. Zeker wanneer zij haar perverse lusten botviert op het bebloede lijk van Jochanaän.
Herodias dwaalt verloren rond
De Canadese tenor Lance Ryan is als acteur onovertroffen. Hij is een Poetin lookalike, die gladjes zijn lustgevoelens voor Salome bagatelliseert, bruut zijn vrouw Herodias afbekt en verstoord over het lijk van Narraboth struikelt. ‘Ik heb geen opdracht gegeven hem te doden, weg ermee!’ Jammer dat zijn fraaie tenor iets te weinig kracht heeft om weerstand te bieden aan het orkestgeweld.
De Duitse mezzosopraan Doris Soffel heeft een sterkere, maar ietwat schelle stem en schiet qua inleving enigszins te kort. Als een verloren Tante Sidonia doolt ze over het podium, zich schijnbaar afvragend wat ze daar eigenlijk doet. De Rus Evgeny Nikitin heeft weliswaar een sonore bariton, maar weet zijn personage evenmin vlees op de botten te geven. À propos vlees: met zijn getatoeëerde lijf en grijze staartje ziet hij eruit als Henk Schiffmacher. Dat levert potsierlijke momenten op als Salome zijn lelieblanke lijf en ravenzwarte haar bezingt.
De kleinere rollen zijn goed bezet. Peter Sonn is een overtuigende Narraboth, Hanna Hipp zijn dito page. De vijf joden (Dietmar Kerschbaum, Marcel Reijans, Mark Omvlee, Marcel Beekman en Alexander Vasiliev) zorgen voor een komische noot met hun gekibbel over geloofszaken.
Sowieso valt er in deze in wezen loodzware opera toch vaker wat te lachen. De inventieve enscenering en personenregie van Ivo van Hove en zijn team kunnen niet genoeg geprezen worden. Gaat dat zien, gaat dat horen!
Gehoord: dinsdag 12 juni. Salome is nog te zien t/m 5 juli. Kaarten en info hier.