De dichters Danez Smith en Patricia Lockwood braken ooit het internet met hun virtuoze woordkunst. Smith met een schuimbekkende tirade over onuitroeibaar racisme en politiegeweld in Amerika (Dear White America) en Lockwood met een hartverscheurend/grappig gedicht over haar verkrachting (Rape Joke). Beiden zijn hun hypes ontgroeid. Ze zijn stiekem al jaren fantastisch bezig om via Twitter, YouTube, papier en podium tegen de Ouwe Reet Der Poëziescene te trappen. Nu staan ze op Poetry International.
Smith (1989) en Lockwoord (1982) vormen de voorhoede van een nieuwe generatie dichters in het post-dode-bomen-tijdperk. Hoewel ze allebei een aantal bekroonde bundels op hun naam hebben staan, is hun bekendheid buiten de inner circle van fijnproevers zonder meer te danken aan hun supereffectieve sociale media-aanwezigheid. En dat wringt soms een beetje…
Lockwood schrijft in haar gedicht:
“The rape joke is if you write a poem called Rape Joke, you’re asking for it to become the only thing people remember about you.”
Rape Joke dus. Een verkrachtingsgrapje. Moet kunnen? Lockwood schreef het gedicht naar aanleiding van een mediarel rond komiek Daniel Tosh, bekend om zijn nogal discutabele/gitzwarte humor, die tijdens een optreden een vrouwelijke heckler met een rotopmerking afzeek:
“Would it be funny if this girl got gang raped right this moment, like right now right now?”
Da’s niet zo grappig. Zo vond ook Lockwood, die op haar 19e werd verkracht door haar toenmalige vriend en jaren met de mentale ellende worstelde. In 2013 schreef ze het trauma van zich af. Rape Joke werd gepubliceerd op The Awl en massaal gedeeld. Het gedicht – zowel ongemakkelijk geestig als hartverscheurend – werd geprezen door The Guardian en The Poetry Foundation, en bekroond met de Pushkast Prize. Luister hier.
Eerder had Lockwoord – schijnbaar uit het niets – reuring gemaakt met haar gedichten in The New Yorker, Poetry en de London Review of Books. Schijnbaar, want ze schreef haar eerste haiku op 7-jarige leeftijd.
Dickpics
In 2011 klom ze op Twitter en kreeg een massale volging. Met dit medium wist ze perfect in te spelen op een rare politieke rel: het ‘sexting-schandaal’, waarin getwitterde (en aan minderjarige meisjes verstuurde) dickpics van politicus Anthony Wiener (nomen est omen) het nieuws domineerde. In reactie produceerde Lockwood een serie hilarische ‘sexts’. Surrealistische, weird-seksuele oneliners, waarin onze neiging om álles te seksualiseren in de zeik wordt genomen:
I am a Charmin bear. You are a bear trap that is baited with a soft roll of toilet paper. I step inside you and “lose” my “leg”
The year is 1960 and I am Cary Grant. Kinetic typography sneaks up and fingers me. It writes STARRING CARY GRANT all up in my guts
I go up to heaven and open God’s Bible. It contains only a single sext: “Im hard”
Haar twee bundels Balloon Pop Outlaw Black (Octopus Books, 2012) en Motherland Fatherland Homelandsexuals (Penguin Books, 2014) werden zeer goed ontvangen. Vorig jaar publiceerde ze de wonderlijke autobiografie Priestdaddy (Riverhead Books, 2017), een coming-of-age-verhaal over haar jeugd met een anarchistisch-Katholieke priester als vader (!) in het conservatieve guns & bourbon Heartland van de Verenigde Staten (Fort Wayne & Kansas City).
Lockwood is de belichaming van introverte schrijver (ze leeft als halve kluizenaar) die tegelijkertijd de drang heeft om gezien te worden en de clown uit te hangen. En wat betreft Rape Joke. Kan je daar grappen over maken? Ja, dat kan. Lockwood twitterde:
“The real final line of “Rape Joke” is this. “You don’t ever have to write about it. But if you do, you can write about it any way you want.”
Dat wordt wat op Poetry International…
Vuurspugen
En dan is er Danez Smith. Hij ging viraal met het vuurspugende gedicht Dear White America, voorgedragen in 2014 en inmiddels 330.638 keer bekeken. Het is één lange schreeuw tegen de lange traditie van ingebed racisme in zijn vaderland, en de vele politiemoorden op ongewapende Afrikaans-Amerikaanse jongeren. Kijk hier dan:
Eigenlijk is dit fragment misleidend. Het is een momentopname van een woeste, emotionele performance. Spirit of the moment, zeg maar. In zijn veelzijdige werk laat Smith zien dat hij veel meer registers beheerst dan woede alleen. In zijn vier bundels Hands On Ya Knees (Penmanship Books, 2013), [insert] Boy (YesYes Books, 2014), Black Movie (Button Poetry, 2015) en Don’t Call Us Dead (Graywolf Press, 2017) combineert hij sociale bevlogenheid met bespiegelingen op ras, klasse, religie, identiteit, onrechtvaardigheid en onderdrukking.
“Amerika is een spookland,” zegt Smith in een interview in The Guardian. “Het is een natie gebouwd met genocide en slavernij (…) Met mijn gedichten probeer ik eer te betonen aan de doden, maar ook de mensen te beschermen die er nog zijn.”
Genderneutrale Slam-Poet
Smith groeide op in een vroom religieus gezin in de wijk Rondo van St. Paul, Minnesota. Net als Lockwood, ook in het conservatieve Heartland van de VS. Hij schreef zijn eerste gedicht op 14-jarige leeftijd tijdens dramales op school. Daarna ontwikkelde hij zijn energieke stijl op het podium, in slam-poetry optredens.
Smith is Afrikaans-Amerikaan, dichtgetatoeëerd, volgepierced, queer (lees: radicaal ongedefineerd seksueel), pov (een optimistische manier van zeggen dat je HIV-positief bent) en genderneutraal, wat in dit geval inhoudt dat hij het liefst wil worden aangeduid met de meervoudsvorm.
Zelfspot
Gelukkig weet Smith zijn engagement en zoektocht naar identiteit te combineren met véél ontwapenende humor, absurdisme en zelfspot – waar het menig verstokte Social Justice Warrior nog wel ‘ns aan wil ontbreken. Zoals in het gedicht Ohhh, you look like… (2016):
Smith is gezien en niet onopgemerkt gebleven. Hij won de Kate Tufts Discovery Award & the Lambda Literary Award for Gay Poetry (2014), de Button Poetry Prize (2015) en ontving beurzen van de Poetry Foundation, de McKnight Foundation en de National Endowment for the Arts. Twee keer was hij finalist bij de Individual World Poetry Slam. Hij was de eerste dichter die gepubliceerd werd op Buzzfeed, en zijn werk kwam voorbij in The New York Times, PBS NewsHour, Best American Poetry en Poetry Magazine. Onlangs won hij de Four Quartets Prize van de Poetry Society of America en de T.S. Eliot Foundation.
Identiteitspolitiek
In de Trumpistaanse Verenigde Staten heeft die filosofie aan de linker- en rechterzijde héle grimmige vormen aangenomen (denk aan Antifa- en Alt-Right-knokploegen die elkaar bij demonstraties de hersens in slaan). Mijn grote held Sam Harris legt in dit filmpje uit wat er volgens hem mis mee is. In het eerdergenoemde interview in The Guardian brengt Smith echter de noodzaak voor zijn identiteitspolitiek prachtig onder woorden:
“(We) hebben niet de luxe om een individu te zijn (…) Zwart, queer of arm – als individu zijn we altijd ten dode opgeschreven geweest. Een alleenstaande vrouw is in gevaar – dat leren we onze dochters, dat leren we zwarte mensen. Onze bevrijding komt via de gemeenschap, organisatie, collectivisering. Individualiteit was de dood. Individualiteit betekende dat je aan het lot was overgelaten. Individualiteit is een voorrecht, toch? De enige mensen die denken dat ze apart kunnen bestaan van de andere mensen die hun leven mogelijk hebben gemaakt, zijn heteroseksuele blanke gasten.”
Point taken. Laten we hier vooral over blijven praten.
Hier nog een voordracht van Smith waarin het vuur, de humor, de performancekunst en het activisme virtuoos samenkomen: Dinosaurs in the Hood (2015). Bizarre humor en fantasie, rassenproblematiek, archetypes, zoektocht naar identiteit en zingeving, en woeste energie. Zoiets staat je te wachten op Poetry International. Niet te missen dus:
Poetry International Festival Rotterdam. 29 mei t/m 3 juni 2018. Zie voor meer info: www.poetry.nl