Dat is alvast één fout die je kunt maken: boeken voor een voorstelling van Christoph Marthaler en dan verwachten dat er iets nieuws zal gebeuren. Toch deed ik het, bij mijn laatste bezoek aan het Holland Festival van dit jaar. Iemand had gezegd dat de Zwitserse theatermaker die al sinds het begin van zijn carrière voorstellingen maakt waarin verloren zielen in een donker gelambriseerde ruimte drinken en liedjes zingen omdat alles toch verloren is, zichzelf heruitgevonden had. Helaas, gisteravond, 28 juni, zat ik in de Stadsschouwburg van Amsterdam te kijken naar een donker gelambriseerde ruimte, waarin verloren zielen liedjes zongen omdat alles toch verloren was.
Blauwe knoop
Scherpe lezers zullen hebben opgemerkt dat niet alles hetzelfde was: er werd dit keer niet gedronken. Schijnt ermee te maken te hebben dat Marthaler zelf zo verstandig is geweest de fles te laten staan. Want, het moet gezegd, zo ergens rond het jaar 2010 was ik hem kwijtgeraakt omdat alles wel erg beneveld werd op het toneel van de bourgondische Zwitser.
Dus eigenlijk had het mij een weldadige rust moeten geven dat alles bij het oude gebleven was en Marthalers lever er nog was. Er waren nog steeds mensen die liedjes zongen, al waren het dit keer geen havenliedjes, zoals bij eerdere hoogtepunten, maar veelal christelijke liedjes. Die werken hier wat minder op de nostalgiespieren. ‘Een vaste burcht is onze god’, is zo’n nummer waarvan normale mensen aan de drank raken, omdat het ze herinnert aan een jeugd met minder fijne kantjes.
Resistent
Wat overblijft is het bij Marthaler gebruikelijke hoogtepunt halverwege, wanneer drie oude Hammondorgels ingezet worden om en moppie Procol Harum te doen, en iets met close harmony zingende urinoirs. En daarna is dit diepzeeavontuur klaar om voort te kabbelen tot het onherroepelijke einde. dat dan weer geen einde is. Want ja, de lambrisering stelt dit keer een kamer voor op de bodem van het Bodenmeer, op het diepste drielandenpunt ter wereld. Iets met vluchtelingen en resistente bacteriën.
Alles bij het oude, de acteurs een decennium grijzer en soberder. Dat gevoel van totale stilstand is geen fijn gevoel om de zaal mee uit te komen. Dit werd door de organisatie van het festival er nog extra ingepeperd doordat in het immer beruchte schouwburgcafé de levendige beats inmiddels op de pijngrens waren beland. Afterparty voor de wél levende en nieuwe voorstelling Crowd (hier ook besproken), speciaal bedoeld voor de deelnemers aan het programma HFYoung, waarvoor de belangrijkste eis is dat je niet ouder bent dan 39.
Dus strompelde ik, ouder dan 39, naar buiten waar het bier en de verkoelende avondbries lonkte. Het is niet fijn om je oud te voelen voor de tijd daar is. En precies dat was wat de combi Marthaler en afterparty me gaf.
Briljant
Wat mij op de gedachte bracht dat deze afsluiting van het Holland Festival briljanter is dan ik in eerste instantie vermoedde. Het gaat in de kunst niet om leeftijd, maar om mentaliteit. Marthaler viert de stilstand, maar bevestigt ook iets fundamenteels in de kunsten: doorgaans is een kunstenaar maar tot één kunstwerk in staat, en zal zij dat tot in lengte van dagen blijven herhalen, verbeteren, herkauwen. De Red Hot Chili Peppers brengen tenslotte ook elke zoveel jaar een CD uit, met iets andere titels, maar dezelfde muziek.
Zulke zichzelf herhalende kunst is er niet voor niets. Hij zweept je op om niet te worden zoals zij. Want je kunt jezelf ook blijven heruitvinden. Steeds weer overstag gaan, een andere koers zoeken. Tijdens het Holland Festival van dit jaar kwam tenslotte minstens één kunstenaar voorbij die dat zijn hele leven had gedaan.
Redding is nabij. Zoek de Bowie in jezelf!
Of ben ik nu een nostalgische oude zak die aan zijn verleden vasthoudt?
Moeilijk, hoor.