Een weekend vol korte, sprankelende toneelstukken in de Haagse Schouwburg; heen en weer geslingerd worden tussen een warm bad van waardering ‘dat je er bent’ en de zinloosheid van datzelfde bestaan.
Ongemakkelijk, irritant, vervelend, drakerig, uitdagend, etterend; de monoloog ‘Tom Pain (op niets gebaseerd)’ die Bram Coopmans van Het Nationale Theater een uur lang opvoert, laat je bepaald met een onprettig gevoel de zaal verlaten. Het wil maar niet harmonieus worden, blijft aldoor schuren.
Machteloos publiek
Waar gaat dit over, waar moet dit relaas heen van het leven een jongen die zijn hond verliest, door een zwerm bijen wordt gestoken en geen relatie met een vrouw kan onderhouden? Samenhang is ver te zoeken, het is niet eens een verhaal, gebrabbel van flarden van herinneringen afgewisseld met plagerige opmerkingen richting publiek. Zelfs de toeschouwer uit de zaal die aan het eind instemt om op het podium in een stoel plaats te nemen, wordt louter gebruikt, geminacht.
Daar staat de toneelspeler te sarren, hier zitten wij, machteloos publiek, en ik wil hem toeroepen: wat wil je nou eigenlijk? Komt er nog iets? De New Yorkse toneelschrijver Will Eno schreef met Thom Pain een grimmig verhaal, dat pijn doet. Ook al besef je dat het leven een zinloos als kwetsbaar is, de worsteling om er toch nog wat van te maken wordt rauw ingepeperd. Dat doet Bram Coopmans, helaas, heel goed onder regie van Eric de Vroedt.
Perfecte bewindsman
De monoloog T(h)om Pain was het laatste deel van de zaterdagavond van een toneelpremièreweekend van ‘Het Nationale Theater speelt altijd’. Daarvóór zagen we twee sketches van Harold Pinter. In Press Conference (tekst, pdf) legt een minister van cultuur in een totalitaire staat, tot voor kort chef van de geheime dienst, iets van verantwoording af. Over de kinderen van subversieve personen: ‘We hebben ze ontvoerd en goed opgevoed. Of we hebben ze vermoord.’ En: ‘We hebben de vrouwen verkracht. Het was onderdeel van een opvoedkundig proces.’
Hein van der Heijden speelt de minister perfect, uitgedost in een helblauw pak en voorzien van een haardos, houding en spreektrant die me even deden denken aan Roger van Boxtel, voorheen D66-minister en Menzis- en NS-chef.
500.000
Met het tweede stuk Precisely zien we, heel herkenbaar dezer maanden, Joris Smit en Vanja Rukavina op 1,5 meter uit elkaar achter katheders van de Rijksoverheid als ministers een persconferentie houden. Die gaat over ‘500.000 slachtoffers’ die de eerste minister meldt, en ontaardt in bonje over het exacte aantal dat volgens de tweede minister behoorlijk hoger moet liggen en in elk geval ‘niet exact 500.000’ was.
De oorspronkelijke tekst (pdf) die Pinter schreef en regisseerde in 1983, was aangepast door Eric de Vroedt. De kern: ‘Wat deze kwestie dubbel zo walgelijk maakt, is dat de burgers van dit land achter ons staan.’ Het is scherp, perfect gespeeld qua mimiek en intonatie door eerste minister Joris Smit.
Liefdesverklaring
De zaterdagavond van ‘HNT speelt altijd’ ving aan met Liefdesverklaring, delen uit een tekst van Magne van den Berg, eerder in 2014 en 2018 opgevoerd als stukken geschreven met Nicole Beutler. Romana Vrede prijst zich in vele toonaarden gelukkig met het publiek dat de moeite heeft genomen om te komen kijken, deelgenoot wil zijn, onverdeelde aandacht schenkt en daarvoor zelfs de schermen thuis heeft weten los te laten. ‘Zo blij dat jullie er zijn.’
Een warm bad…dan verschijnen Vanja Rukovina en Joris Smit op het toneel, ieder aan een kant van Romana Vrede. De heren, met een keurige kuif en blik van een gereformeerde ouderling, beamen eerst in gebaar en vervolgens in woorden de zalvende liefdesverklaring. Dan besef je als publiek ineens: we worden bedot, in de luren gelegd; dit is ironie, die hele liefdesverklaring is nep. (Want zijn we niet gewoon gesubsidieerde snobs?). Waarop Romana vervolgens toch weer zo amechtig en op serieuze toon verder (s)preekt, dat de liefdesverklaring echt lijkt.
Corona vergroot intimiteit
Na deze eerste stukken, de Liefdesverklaring en de sketches van Pinter, is het acht uur. We zijn een half uur in de Koninklijke Schouwburg, waar Eric de Vroedt ons persoonlijk welkom heette. En vraag me dan af: stel, het is na een half uur afgelopen. Heb je van een klassiek toneelstuk van 2,5 uur van een groot gezelschap meer en intenser herinneringen dan van een half uur met drie stukjes toneel; na afloop, een dag later, een week later?
Welke indrukken, welke beelden beklijven er? Waarom geniet ik hier zo? De voorstellingen gedurende de coronacrisis bezorgen grote dankbaarheid: dat ik dit mag meemaken, dat acteurs, schrijvers, regisseurs en medewerkers weken of zelfs maandenlang in touw zijn om voor mij op te treden. De liefdesverklaring is wederzijds.
Bijzonder vind ik de intimiteit van publiek op afstand, waarmee acteurs ook zichtbaar een intensere band weten de scheppen: niet alleen ben je uitverkoren om de schaarse plekken te mogen bezetten. (Te schaarse bezetting? Zijn theaters te voorzichtig in vergelijking tot winkels en vliegverkeer?) Normaliter weet je niet precies wie de vreemde is die naast je zit. Je kijkt niet opzichtig opzij en vergeet die buurvrouw (m/v) terstond, tenzij zij/hij bijzonder aantrekkelijk of irritant is. Maar met mensen die een paar stoelen verder zetelen met lege plekken ertussen, maak je eenvoudiger iets van contact. De driekwart lege zaal geeft meer intimiteit dan een volle zaal…