Moniek Merkx neemt op 3 februari van dit jaar afscheid als directeur van Maas Theater&Dans. Ze was in 2013 mede-oprichter van dit Rotterdamse gezelschap dat theater maakt voor mensen van klein tot groot. Een fusie met twee andere jeugdtheaterhuizen uit de Maasstad ontwikkelde zich onder haar leiding tot een van de succesvolste en interessantste theatergroepen van ons land. In onze podcast praat ik een uur met haar over hoe dat zo gekomen is.
Over haar leiderschap zegt ze bijvoorbeeld: ‘We maken allemaal theater voor de jeugd, dus ons publiek komt overeen. We moeten dus ons eigen artistieke ego niet teveel in het middelpunt van de tafel leggen. Dat heeft geholpen. Met name door niet de hele tijd over onszelf te praten, maar de hogere doelen voor ogen te houden, is het uiteindelijk gelukt.’
Niet bang zijn, helpt ook: ‘Ik heb altijd gedurfd stevige types naast me te hebben. Dat heeft centraal gestaan bij mij. Als je hier leiding wilt geven moet je openstaan voor veel ontmoetingen.’
Muzikaal
De voorstellingen die Merkx maakt zijn zeer muzikaal. Dat heeft een reden: ‘Als je puber bent is popmuziek je eerste kennismaking met kunst. Toen ik zelf puber was, was David Bowie mijn grote jeugdheld. Alles aan hem was ook heel theatraal. Later heb ik ook een voorstelling gemaakt over de Beatles, maar dan over de fase voordat ze beroemd werden. Mensen zijn immers vaak bezig met roem, maar niet met de weg ernaartoe. Die willen het al zijn. Het is veel interessanter als je het over de weg hebt.’
Ik heb als recensent haar theater wel eens vergeleken met punk. Dat begon al met Suver Nuver, het gezelschap waar ze eind jaren tachtig een paar grote voorstellingen maakte: ruig en spontaan. ‘Tijdens de crisis van de jaren tachtig is een hele generatie theatermakers opgegroeid die niet per se zoveel kansen, hadden. De babyboomers hadden de plekken, wij kwamen er achteraan, dus we moesten het vanuit een wat subversievere energie doen.’
Merkx’ theater is ‘montagetheater’: geen vaste verhalen, maar losse associaties en beelden, die toch een verhaal overbrengen, maar dan veel losser. ‘Montagetheater is niet makkelijk. Je ligt daar wakker van. Mensen lijken soms te denken dat je dat snel even doet, maar je moet vanuit een bepaald masterplan werken. Ik zie vaak bij mensen die ermee beginnen, dat ze hun plan uit het oog verliezen, waardoor je het niet meer volgt. Ook al is er geen verhaal, je moet een muzikale hartslag voelen in het geheel. Een voorstelling moet als een compositie voelen.’
Schoolplein
De kracht van het jeugdtheater wordt vaak onderschat. Theater dat kinderen en jongeren aanspreekt is vaak ook heel goed te doen voor volwassen kijkers die minder vaak naar het theater gaan. Of juist heel vaak. In de podcast gaat het daar ook over: ‘Er is zoveel in je dagelijks leven dat nog terugverwijst naar het schoolplein waar je groot bent geworden. Dat heeft ook een trieste kant, want niemand heeft hetzelfde schoolplein gehad, maar ik denk dat je dat verongelijkte kind in je blijft voelen. Daar gaat het nog steeds over, tot in het Capitool is het dat schoolpleingevecht dat geleverd wordt.’
Dat jeugdtheater nog steeds niet als volwaardig wordt gezien, heeft haar altijd gestoken , vertelt ze: ‘Ik heb over het algemeen niet te klagen gehad over aandacht van de pers. Ik heb mijn portie gehad, daar ben ik trots op. Maar voor de hele sector vind ik het droevig. Ik veel tijd in gestoken om de emancipatie van het jeugdtheater te versterken. Het jeugdtheater is de basis van het hele landschap. Dat moet ook allure hebben, en niet alleen maar met kleine clubjes en goedkope decortjes. dat moet ook met grote vrachtwagens door het land toeren.
Veel volwassenentheaters zien een familievoorstelling vooral als melkkoe. Er is dus veel scheef in het bestel.’En – ironisch: ‘Nu er meer geld is in het jeugdtheater komen er meer mannen op af.’
Maar toch: ‘Het is een eer om voor de jeugd theater te maken. Dit is een heel andere school van theater maken, die ook wel steeds meer doordringt tot de grote gezelschappen. Juist de grotere zalen zijn heel erg goed voor jong publiek. je kunt daar goed uitpakken met grote groepen en grote decors. Ik zou het iedere maker gunnen dat je dit publiek eens voor je hebt.’