Op 24 december 2020 bracht de provinciale hoor-en bezwaarcommissie n.a.v. een 8-tal ingediende bezwaarschriften een advies uit aan de het College van GS van de Provincie Noord-Brabant. Daarna verscheen -pas een maand later- op 26-1-2021 een mededeling d.d. 26-1-2021 van het College van GS aan Provinciale Staten en een persbericht aan de culturele instellingen die een aanvraag 2021-2024 hebben ingediend.
Het advies van de hoor-en bezwaarcommissie is ontluisterend.
De commissie fileert de manier waarop het College van GS de Brabant Stad cultuurnota procedure 2021-2024 heeft uitgevoerd. De reactie van het College van Gedeputeerde Staten is beschamend. In de staten-mededeling en ook in het persbericht dat naar aanleiding daarvan verscheen gaat het College van GS nog niet inhoudelijk in op de kritiek van de hoor-en bezwaarcommissie. Wel wordt aangekondigd dat de subsidieprocedure 2021-2024 opnieuw door een nieuw te vormen adviescommissie zal worden overgedaan.
GS voert als reden hiervoor op dat er sprake is van belangenverstrengeling, omdat een lid van de adviescommissie een “belang” zou kunnen hebben bij één van de aanvragers.
Ook kondigt GS aan dat alle eerdere subsidiebesluiten 2021-2024 worden gehandhaafd en dat met name de aanvragen van de 8 instellingen die bezwaar hebben ingediend wellicht alsnog kans maken op een subsidietoekenning. Wat er gebeurt met de nieuwe beoordeling van de 60 andere aanvragers wordt niet toegelicht. Een excuus aan al die aanvragers wordt niet uitgesproken.
In Provinciale Staten gingen op 29-1-2021 woordvoerders van de VVD, Lokaal Brabant, Forum voor Democratie, Ja21 vervolgens los op de berichtgeving van GS.
In plaats van zorg uit te spreken over het vernietigende advies van de hoor-en bezwaarcommissie, het op te nemen voor de aanvragers die geconfronteerd zijn met een schokkende en onjuiste uitvoering van de provinciale subsidieregeling, sprak men harde woorden over de Brabantse cultuursector.
Er gingen termen in de statenzaal rond als “Cultuur is subsidie is verleden tijd. Ook cultuur bestaat uit ondernemers” en “Cultuur zou minder subsidie moeten willen hebben; daar moeten ze zelf naar streven; ze moeten meer inkomsten verwerven “. “Het is een onverzadigbare cultuurkliek, die subsidies misbruikt voor hun eigen politieke agenda, een grote beerput. We moeten geen cent meer uitbetalen aan dit subsidie-Oedipus complex. Snobistische hotemetoten-cultuur”, en “Cultuurbudget prima zo, hier moeten we het mee doen” “In het verleden op te grote voet geleefd. Na corona gaan resetten. Sector moet slimmer met geld om gaan; efficiënter; meer zelf verdienen; zelf ook niet structureel gefinancierd willen zijn; minder afhankelijk willen zijn”
Statenleden van VVD, Lokaal Brabant, Forum voor Democratie, Ja21 gaven blijk van dat ze op geen enkele manier moeite hebben gedaan en doen om zich en te verdiepen in het falen van de subsidieprocedure 2021-2024 en nog minder in op welke manier de kunst en cultuursector bijdraagt aan een leefbaar Brabant.
Ook de gedeputeerde voor cultuur de heer van Pinxteren, gaf weinig blijk van een intrinsieke motivatie om echt werk te maken van kunst en cultuur voor de Brabanders.
Al sinds zijn aantreden spreekt hij met twee tongen, hij zegt te willen investeren en verdedigt tegelijkertijd forse bezuinigingen, en hij neemt nog geen enkele verantwoordelijkheid voor hoe de subsidieprocedure 2021-2024 is uitgevoerd.
Wat is er toch aan de hand. Waar heeft de kunst en cultuursector in Brabant – en de velen in Brabant die kunst en cultuur wel waarderen – het aan verdiend dat de meerderheid van Provinciale Staten en het College van GS de makers en gebruikers van het kunst en cultuur aanbod in Brabant keer op keer wegzet bij het oud vuil. Hoe komt het toch dat dit College van GS en ook de meerderheid van Provinciale Staten al sinds hun aantreden er blijk van geven dat men geen waardering heeft voor de betekenis van kunst en cultuur voor de Brabanders. Waarom gaat men het gesprek met makers en gebruikers niet aan met respect en nieuwsgierigheid naar al het moois dat qua kunst en cultuur in Brabant wordt gemaakt.
Juist nu corona ons allen dwingt om samen – meer dan ooit – vorm en inhoud te geven aan een Brabant waarin mensen nieuwe kansen krijgen, waarin het goed wonen en werken is, zou het College van GS en ook Provinciale Staten stevig in moeten zetten op het stimuleren van de verbeelding en verwondering waarmee samen met de kunst en cultuursector Brabant mooier, bijzonder en sterker kan worden.
Het wordt tijd voor een nieuw geluid, voor een ander gesprek!