3,5 jaar lang een vaste presentatie, tijdelijke tentoonstellingen en programmering
Het Amsterdam Museum verhuist naar de Hermitage Amsterdam en is daar vanaf zaterdag 5 maart 2022 geopend voor publiek. De huidige locatie van het Amsterdam Museum, het voormalige Burgerweeshuis aan de Kalverstraat 92, sluit in verband met een grootschalige renovatie. Het Amsterdam Museum toont vanaf maart 2022 tot in 2025 in de Amsterdam Museum-vleugel van de Hermitage een geheel nieuwe collectiepresentatie die naast de traditionele geschiedenis van Amsterdam ook veel ruimte biedt aan tegengeluiden en minder bekende en recentere geschiedenissen van de stad. Daarnaast zijn in wisselende tentoonstellingen ook bewoners en liefhebbers van de stad aan het woord om ‘hun Amsterdam’ te laten zien. De dependance van het Amsterdam Museum in de Hermitage zal de bezoeker met bekende objecten uit de collectie en nieuwe of minder bekende werken vooral laten zien dat er niet één geschiedenis van de stad is.
In de vaste chronologische presentatie over de geschiedenissen van Amsterdam; Panorama Amsterdam: een levende geschiedenis van de stad, geven bekende maar ook nieuwe en onbekende verhalen over, en perspectieven op, het verleden van Amsterdam een indruk hoe Amsterdam zich heeft gevormd en nog altijd ontwikkelt. Daarnaast zullen er ook kleinere tentoonstellingen te zien zijn die elk half jaar wisselen. Op de binnenplaats zullen gratis toegankelijke buitententoonstellingen te zien zijn en het Amsterdam Museum organiseert tevens een uitgebreid educatie- en publieksprogramma in zijn tijdelijke onderkomen in de Hermitage.
Vaste collectiepresentatie: Panorama Amsterdam: een levende geschiedenis van de stad
In de collectiepresentatie Panorama Amsterdam: een levende geschiedenis van de stad worden ruim 250 objecten getoond die de bezoeker een veelzijdig beeld geven van de vele geschiedenissen van de stad Amsterdam: klassieke iconen uit de stadscollectie maar ook nieuw of zelden getoond werk.
De door Studio L A ontworpen presentatie kent twee met elkaar communicerende delen. Op de buitenwand is chronologisch een greep uit de verhalen van de stad te zien. De bezoeker loopt door het verleden van Amsterdam en krijgt een indruk hoe de stad en de inwoners zich ontwikkelden. Grote en belangrijke gebeurtenissen hebben daar een plek in, en er wordt stilgestaan bij hoe er in de betreffende tijd tegen de stad aan werd gekeken en hoe dat zich vertaald heeft in de museumcollectie. In de ruimte midden in de zaal, die fungeert als laboratorium, wordt ingezoomd op thema’s die nauw verbonden zijn met de stad maar die in het verleden buiten het grote verhaal van Amsterdam gelaten werden – bewust verzwegen of over het hoofd gezien. ‘Binnen’ en ‘buiten’ vormen relaties met elkaar, waardoor bijzondere en verrassende kruisverbanden ontstaan. Thema’s als wetenschap, handel, vrouwenemancipatie, Tweede Wereldoorlog, protesten, Ajax, migratie en seksuele vrijheid komen bijvoorbeeld aan bod. De presentatie eindigt boven op het laboratorium met uitzicht op de grote zaal: een plek voor reflectie en uitwisseling van ervaringen. Tot 2025 zullen hier verschillende artists-in-residence hun eigen reflecties op de verhalen en het verleden van de stad presenteren. De presentatie Panorama Amsterdam fungeert als proeftuin. In opmars naar de verbouwde hoofdlocatie experimenteert het Amsterdam Museum hier de komende jaren met nieuwe perspectieven op de veelzijdige stadsgeschiedenis en de rijke collectie van de stad Amsterdam.
Naast klassieke topstukken uit de stadscollectie zoals Gezicht op Amsterdam in vogelvlucht van Cornelis Anthonisz (ca. 1505-1553), de Dam van Johannes Lingelbach (1622-1674) en draaiorgel ‘Het Snotneusje’ zijn ook recentere aanwinsten als M54 van Brian Elstak (1980) en Monuments of Regents van Johannes Vermeerprijs-winnaar Natasja Kensmil (1973) te zien. Met het negenluikMonuments of Regents toont Kensmil een nieuw perspectief op de regentessen die zich in de 17-de eeuw lieten vereeuwigen. Het liefdadigheidswerk van regentessen was alleen weggelegd voor vrouwen uit de hogere sociale lagen, in feite dus op basis van door (hun) mannen vergaarde rijkdom. Het koloniale systeem was destijds voor veel van hen het fundament voor macht en rijkdom, maar maakte ook liefdadigheid mogelijk. Dat ongemakkelijke contrast wordt nog scherper omdat naast het werk van Kensmil de Regentessen van het Burgerweeshuis door Adriaen Backer uit 1683 hangt. In het laboratorium wordt verteld wat niet op dit portret te zien is, namelijk dat de positie van alle vier deze vrouwen sterk verbonden is aan de VOC. Bovendien werden door de eeuwen heen veel van de aan hun zorg toevertrouwde weesjongens ingezet als personeel op schepen van VOC en WIC. De bezoeker wordt daarmee gevraagd om na te denken wat dat betekent voor hun perspectief op deze regentessenvrouwen. Doet het iets af aan hun liefdadigheid?
Ook M54 van Brian Elstak wordt gekoppeld aan één van de klassieke objecten uit het Amsterdam Museum, namelijk het Familieportet van de familie Bas door Dirck van Santvoort uit 1635. Waar M54 aan de buitenwand een verhaal vertelt over de verhouding tussen het centrum van de stad en Zuidoost in de huidige tijd, gaat het werk in het laboratorium een relatie aan met het allereerste begin van de Bijlmer, de inpoldering van het Bijlmermeer. De pater familias op het familieportret, Dirck Jacobsz Bas behoorde tot de mensen die die inpoldering financierden en daarom ook tot de eerste landeigenaren. Hij liet een buitenplaats bouwen op de plek waar tegenwoordig de Bijlmerweide is. Bas was ook bewindhebber van de VOC en burgemeester. Die combinatie van betrokkenheid bij koloniale handel en politieke macht zien we terug bij een groot deel van de eerste inpolderaars.
Enkele voorwerpen die zich al langer in de collectie van het Amsterdam Museum bevinden maar nog niet vaak het depot verlieten, zijn ook terug te vinden in de collectiepresentatie Panorama Amsterdam. Bijvoorbeeld een 700 kilo wegend marmeren borstbeeld van Dora Haver (1856-1912), dat werd gemaakt in opdracht van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht in 1913. Het werd geschonken aan de stad en geplaatst in het Stedelijk Museum (het is dus al meer dan 100 jaar in de stadscollectie) maar de directeur van het Stedelijk Museum liet de naam van Haver van de sokkel verwijderen omdat hij de kiesrechtstrijd buiten het museum wenste te houden. In 1921 werd de naam weer toegevoegd. Vrouwenkiesrecht was toen een feit.
Wisselende tentoonstellingen
Naast de collectieopstelling zijn er in het tijdelijk onderkomen van het Amsterdam Museum in de Hermitage verschillende tijdelijke tentoonstellingen te zien, die gemiddeld een halfjaar te zien zijn.
Welkom in de Noordside. Een hartenkreet voor de solidaire stad
In de tentoonstelling Welkom in de Noordside neemt schrijver, columnist en hiphop-muzikant Massih Hutak bezoekers mee naar Amsterdam Noord. Hij brengt het stadsdeel letterlijk in huis door iconische plekken van Noord in de museumzalen na te bouwen:
Bezoekers maken kennis met bijvoorbeeld de lokale snackbar, de kapper of de trappenhuizen. Met objecten en teksten toont Hutak het sociale weefsel van de verschillende wijken en bewoners in Amsterdam Noord. Die verbondenheid wordt bedreigd door gentrificatie. Hutak pleit ervoor om meer oog voor het belang van het sociale weefsel van het stadsdeel en de verbondenheid te hebben. Tijdens de tentoonstelling zijn er enkele concertavonden te bezoeken. Welkom in de Noordside is door het Amsterdam Museum gerealiseerd in samenwerking met Massih Hutak, Productiehuis Noord en het Muziekgebouw aan het IJ. Door de deuren van beide cultuurhuizen open te trappen en een hele groep bewoners en makers mee te nemen, daagt Massih beide organisaties uit om hun relatie met de stad Amsterdam nog meer te verdiepen en de sociale cohesie van de stad te versterken.
Koloniale verhalen: Work in progress
In de tijdelijke tentoonstelling Koloniale verhalen: Work in progress kijkt het Amsterdam Museum kritisch naar de sporen van hetkoloniale verleden in het museum. Bijna 100 jaar geleden, in 1926, kreeg Amsterdam er twee musea bij: een groot Koloniaal Instituut (het huidige Tropenmuseum) gevestigd in een van de meest monumentale gebouwen van de stad, en het Amsterdams Historisch Museum (het huidige Amsterdam Museum), gehuisvest in de oude Waag op de Nieuwmarkt. Het Koloniaal Instituut ging over Nederlandse overzeese gebieden en het Amsterdams Historisch Museum kreeg veel oud stadsbezit in de collectie. Hoewel het stadsmuseum vanuit deze ontstaansgeschiedenis dus niet is opgericht om een representatief beeld van de stad te geven, en ook geen typisch koloniale collectie heeft, wil en moet het Amsterdam Museum vandaag de dag wel de urgente vraag stellen hoe het museum op een relevante manier kan omgaan met het koloniale verleden van Amsterdam.
Het museum leverde met tentoonstellingen als De Gouden Koets (18 juni 2021 – 27 februari 2022) en het besluit om de term ‘Gouden Eeuw’ niet meer als synoniem voor de zeventiende eeuw te gebruiken (september 2019) een bijdrage aan een breder beeld van de Amsterdamse en Nederlandse geschiedenis. Tegelijkertijd staat het Amsterdam Museum nog aan het begin van een (zelf)onderzoek naar de vele manieren waarop de stad is verknoopt met het koloniale verleden en hoe deze verhalen hierover zijn terug te vinden in de collectie en de museale praktijk. Het ‘’work in progress’’. In deze tentoonstelling laat het Amsterdam Museum zien hoe het koloniale verleden op dit moment onderzocht wordt. Wat levert nieuw onderzoek op, bijvoorbeeld zoals dat onlangs is verricht door de stad Amsterdam naar het slavernijverleden? Welke verhalen zijn wel of juist niet vertegenwoordigd? Hoe spelen kunstenaars een rol in het kritisch herbeschouwen van de collectie? En hoe verzamel je de verhalen die voortkomen uit de maatschappelijke ontwikkelingen van dit moment?
Collecting the City #1
In het project Collecting the City (2021-2025) ‘verzamelt’ het Amsterdam Museum samen met gemeenschappen, particulieren en instellingen in Amsterdam de verhalen en objecten van de stad van nu. De verzamelde verhalen en objecten van partners worden in de vier zalen van Collecting the City afwisselend getoond. De presentaties wisselen elke zes maanden. Van 5 maart 2022 tot september zijn te zien:
– Jacob Geel vertelt: terug naar een verbonden buurt van Fouad Lakbir, Jesper Buursink en MAP (Moving Arts Project): Bewoners van de reeds afgebroken panden in de Jacob Geel-buurt vertellen hun verhaal over gedwongen afscheid nemen van hun buurt.
– Specerijen! door Julie Ng van de Stichting Meer Dan Babi Pangang: over de Aziatische invloed op de Nederlandse eetcultuur, aan de hand van vijf specerijen. Hoe zijn deze in Nederland beland en hoe worden ze tegenwoordig gebruikt in de Nederlandse keuken?
Culinaire experts reflecteren op kritische wijze.
– In de laatste drie ruimtes van Collecting the City #1 vindt een bijzondere samenwerking plaats met ‘Museum de Hoek’ waar 23 buurtmusea uit Amsterdam in wisselende samenstelling kleine tentoonstellingen maken. De eerste presentatie wordt gemaakt door het Cacaomuseum, Museum Perron Oost, Buurtmuseum Indische Buurt en het Multatuli Museum.
Margriet Schavemaker, artistiek directeur Amsterdam Museum: ‘’Met deze vaste presentatie en tijdelijke tentoonstellingen en een uitvoerig publieksprogramma hopen we ons publiek ook de komende 3,5 jaar, wanneer onze hoofdlocatie aan de Kalverstraat gesloten is, interessante en meerstemmige verhalen over de stad Amsterdam te kunnen vertellen. We hebben zelf nieuwe perspectieven in onze eigen collectie gevonden door samen te werken met anderen en tonen dat je vanuit verschillende kanten naar bepaalde periodes in de geschiedenis van de stad Amsterdam kan kijken.’’
Verbouwing Kalverstraat 92
Het museumcomplex aan de Kalverstraat, het voormalige burgerweeshuis, wordt de komende jaren verbouwd en gerenoveerd. In afwachting van de omgevingsvergunning gaan de voorbereidingen voor de verhuizing gestaag door. Vanaf maandag 28 februari sluiten de deuren van het museum. Tijdens de meerjarige verbouwing programmeert het Amsterdam Museum in de Amsterdam Museum-vleugel in de Hermitage Amsterdam.
De tijdelijke locatie van het Amsterdam Museum in de Hermitage Amsterdam (Amstel 51) is geopend voor publiek vanaf zaterdag 5 maart 2022 voor minimaal 3,5 jaar. Het ontwerp van de presentatie wordt gemaakt door ontwerpstudio L A. Het Amsterdam Museum wordt structureel ondersteunt door de Gemeente Amsterdam en de VriendenLoterij. De presentaties van het Amsterdam Museum in de Hermitage worden mede mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds en Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.
Wat zou het fijn zijn, als Hermitage gewoon weer Amstelhof zou heten. Gewoon puur Amsterdams, niet tweedehands Russisch en ook geen banden meer met Gazprom, Poetin of Petersburg. Daar wil je toch niet bij horen?
Reacties zijn gesloten.