Ga naar de inhoud

Meer podiumkunst naar de regio? Dan mogelijk minder podiumkunst in de regio.

Er was de laatste maanden nogal wat gedoe over subsidies, vooral voor de podiumkunsten. Een paar geliefde middengroepen met een mooie staat van dienst kregen geen subsidie meer, ten gunste van nieuwkomers. De redenen voor de verschuiving waren legio. De woede erover ging vooral over de nadruk op Diversiteit en Inclusie en regionale spreiding in de beoordeling door Fonds Podiumkunsten en Raad voor Cultuur. 

Omdat Diversiteit en Inclusie in de beoordeling een relatief kleine rol hebben gespeeld, en kwaliteit van plannen veel belangrijker werd geacht, is het interessant om eens te kijken naar de spreiding. De kans bestaat namelijk dat het streven van de subsidiegevers om meer aanbod te spreiden over de verschillende regio’s, leidt tot in totaal een flink kleiner aanbod in juist die regio’s. In de beoordeling zijn namelijk relatief veel groepen met een goed netwerk en stevige reputatie afgevallen. Zij hebben plaats gemaakt voor relatief onbekende groepen en makers, die dus ook minder breed bekend zijn. 

Relatief verschil

Dan kan het dus voorkomen dat een groep die 70 voorstellingen speelt, waarvan bijvoorbeeld 35 buiten de eigen regio,  plaats heeft gemaakt voor een groep die 20 voorstellingen speelt, waarvan er 15 buiten de eigen standplaats. Dan neemt het aantal voorstellingen ‘in de regio’ met 20 af. Procentueel wint de regio, maar in absolute aantallen gaat die er flink op achteruit. 

We hebben het in een grafiekje gezet: 

In dit overzicht hebben we twee fictieve gezelschappen tegenover elkaar gezet, die dus in absolute enorm van elkaar verschillen, maar relatief gezien anders scoren. De ene groep speelt veel, maar relatief weinig buiten de standplaats, de ander weinig, maar relatief veel in andere regio’s. De mediaan die we in de tabel hebben gezet is de ‘zaaglijn’ binnen deze verdeling, die het Fonds Podiumkunsten hanteert.

Punten tellen

Het Fonds Podiumkunsten omschrijft het principe in een reactie als volgt: “Voor het bepalen van de bijdrage van een aanvrager aan geografische spreiding van uitvoeringen heeft het Fonds gekeken naar de mate van evenredige spreiding van uitvoeringen van een aanvrager per categorie over het land, ook in relatie tot andere aanvragers. Dit betekent dat hoe gelijkmatiger de spreiding is verdeeld over het land, hoe hoger de organisatie op dit onderdeel is gewaardeerd (met 1 of 2 punten). Om dat te kunnen doen heeft het Fonds de volgende systematiek gehanteerd. Binnen een categorie is van alle aanvragers percentueel vastgesteld welk aandeel van hun uitvoeringen in een bepaalde regio of stad zal plaatsvinden. Per stad en regio zijn de percentages van de verschillende aanvragers op volgorde van klein naar groot gezet. Het middelste percentage (de mediaan) is als uitgangspunt gehanteerd bij het beoordelen van de spreiding van individuele aanvragers.” 

Nu het erop lijkt dat vooral gevestigde groepen met veel speelbeurten in hun standplaats en de randstad, en dus relatief gezien minder daarbuiten, zijn afgevallen, er een flinke verschraling van het aanbod buiten de randstad kan optreden. 

Onbedoeld

Dit is een grotendeels onbedoeld neveneffect van de koerswijziging die het Fonds Podiumkunsten heeft ingezet na de jaren tien van deze eeuw. Daarin lag de nadruk veel meer op het aantal voorstellingen, ongeacht het aantal producties, waardoor veel makers veel producties gingen maken om toch veel voorstellingen te kunnen verkopen, terwijl per productie de verkoop was ingezakt. Een groot deel van de verschraling van het aanbod heeft dan ook te maken met de afgenomen kwaliteit in de jaren tien, bij een stijgend aanbod van producties. (Alle macht aan de stad! Het Advies van de Raad voor cultuur ontleed in 9 kansen en 10 bedreigingen – Cultuurpers.)

Nu die ongewenste situatie is gekeerd, dient zich dus een nieuwe uitdaging aan: lege agenda’s bij podia die tot voor kort een levendig aanbod van voorstellingen van verschillende, vaak redelijk bekende groepen hadden. Dat is een neveneffect van de nadruk op kwaliteit, fair practice en spreiding, waar de sector zelf om gevraagd heeft.

Het maakt eens te meer duidelijk dat het systeem waarmee Nederland zijn kunstproductie en -afname in stand houdt, aan een ingrijpende verbouwing toe is. 

Lees ook het vervolg:

Waardeer dit artikel!

Blij met dit verhaal? Laat je waardering blijken met een kleine bijdrage! Zo help je onafhankelijke cultuurjournalistiek in stand houden.

We zijn ervan overtuigd dat goede onderzoeksjournalistiek en deskundige achtergrondinformatie essentieel zijn voor een gezonde cultuursector. Daar is niet altijd plek en tijd voor. Cultuurpers wil die ruimte en tijd wel bieden, en voor iedereen GRATIS toegankelijk houden! Of je nu rijk bent, of arm. Dankzij donaties van lezers zoals jij kunnen we blijven bestaan. Zo bestaat Cultuurpers al sinds 2009!

Je kunt ook lid worden, dan zet je je eenmalige donatie om in blijvende steun!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Wijbrand Schaap

Cultuurjournalist sinds 1996. Werkte als toneelrecensent, columnist en verslaggever voor Algemeen Dagblad, Utrechts Nieuwsblad, Rotterdams Dagblad, Parool en regionale kranten via de Geassocieerde Pers Diensten. Interviews voor TheaterMaker, Theaterkrant Magazine, Ons Erfdeel, Boekman. Podcastmaker, experimenteert graag met nieuwe media. Cultuurpers heet het geesteskind dat ik in 2009 op de wereld zette. Levenspartner van Suzanne Brink huisgenoot van Edje, Fonzie en Rufus. Zoek en vind mij op Mastodon.View Author posts

Klein Cultureel Lidmaatschap
175 / 12 Maanden
Bij omzet minder dan 250.000 per jaar.
Zelf persberichten (laten) plaatsen
Cultureel Lidmaatschap
360 / Jaar
Voor culturele organisaties
Zelf persberichten (laten) plaatsen
Samenwerking
Privé Lidmaatschap
50 / Jaar
Voor natuurlijke personen en zzp’ers.
Exclusieve archieven
Eigen mastodon account op onze instance
nl_NLNederlands