“Maak je zorgen over het leed van anderen. Luister naar ze en bekommer je om hen.” Zelden sloot een aflevering van Zomergasten in de afgelopen decennia af met een zwaarder doordringend slotakkoord dan die van zondag 17 augustus 2025. Zomergast Uğur Ümit Üngör bekroonde daarmee de diepe indruk die hij maakte tijdens de drie uur die hij doorbracht met ons thuis, in aanwezigheid van schrijfster Griet op de Beeck.
We maakten een mens mee die wetenschappelijke zuiverheid paarde aan een radicaal open blik op de wereld en een voorbeeldig menselijk geduld in de zoektocht naar de waarheid. Een antropoloog die als hoogleraar holocaust- en genocidestudies de meest extreme gruwelijkheden onderzoekt die onlosmakelijk verbonden lijken met de menselijke geschiedenis, en toch blijft geloven in de inherente goedheid van onze soort. Daar is geen psychologie van de koude grond tegen opgewassen. Ook geen psychologie van de warme grond, overigens.
We waren doodsbenauwd
Het had dus gruwelijk mis kunnen gaan, deze zondag, want gastvrouw Griet Op de Beeck had zich tijdens de eerste drie afleveringen niet goed gedragen. Vrijwel alles ging fout wat fout kon gaan: we hebben daar in drie afleveringen ook verslag van gedaan: het vooroordeel jegens Eus, de last van te extreme voorbereiding bij Simon Kuper en de lust tot therapie bij Eva Crutzen. Daarna was het alleen maar angstig afwachten wat er zou overblijven van Zomergasten als noodzakelijk instituut van de publieke omroep.
Niemand in mijn omgeving had nog echt van Uğur Ümit Üngör gehoord, maar zijn vakgebied ‘Holocaust- en Genocidestudies’ deed al wel vermoeden dat het geen lichte kost zou gaan worden. Vooraf vreesde ik dat Op de Beeck zou gaan proberen om op zoek te gaan naar ‘hoe dat voelt’, zo’n onderwerp, waarmee de avond zou kunnen uitlopen op een stukje soul searching tegen de achtergrond van walmende gaskamers en puinhopen van ooit bloeiende culturen.
Gewijzigde facebook-update
Een paar dagen voor de uitzending postte Op de Beeck op Facebook een aankondiging die precies dat voorspelde: ze wilde ‘samen op zoek gaan naar wat er nog aan goeds te vinden is’ en iets over haar hulphond, die de eerste afleveringen steeds prominent aanwezig was. Grappig genoeg was de tekst van die post een paar dagen later opeens aangepast. Er was nu slechts een korte tekst over, waarin Op de Beeck meldde veel geleerd te hebben tijdens de voorbereiding.
Zondag 17 augustus zagen we wat Op de Beeck allemaal geleerd had, en het was een feest. Het begon ermee dat ze vragen begon te stellen die nu eens niet met een werkwoord begonnen, maar met open vraagwoorden als ‘hoe?’ en ‘waarom?’. Ze viel nog weleens terug op gesloten vragen waar alleen een heel welwillende gesprekspartner met meer dan ‘ja’, ‘nee’, of ‘geen idee’ kan antwoorden, maar de meer open vraagstelling maakte enorm veel mogelijk.
Üngör was bovendien zo welwillend en openhartig dat hij, ook op die paar momenten dat Op de Beeck toch weer terugviel in pogingen tot psychologiseren, zichzelf en het gesprek vloeiend weer wist te herpakken. Ook dat maakte dat je het liefst elke dag met deze man zou doorbrengen om aan zijn lippen te hangen.
Waar was de hulphond?
Er was nog meer anders dan in de eerste drie afleveringen, en dat zal allemaal te maken hebben met het verschil tussen die twee facebook-updates. Zo was het glitterjasje verdwenen waar zoveel mensen zich aan ergerden. In plaats daarvan droeg Op de Beeck een prachtige zijden blouse en bleven de glitters (kennelijk iets met bijgelovige noodzaak) beperkt tot onder de tafel en op de rug van de gastvrouw.
Wat ook weg was: de hulphond. Ik vermoed, maar dat is speculatie van mij als hondeneigenaar, dat de gast daar iets mee te maken heeft gehad. Kan zijn dat hij allergisch of anderszins afkerig was van honden, kan ook zijn dat de hond zijn kalme aanwezigheid niet kon combineren met de blote mannenbenen van de kortgebroekte hoogleraar. Honden vinden het fijn om daaraan te ruiken en snuffelen, of zelfs likken. Iets wat nogal kan afleiden als je in een geconcentreerd gesprek zit.
Hoe dan ook: de hulphond was niet in beeld en dat leek ervoor te zorgen dat Griet Op de Beeck kwetsbaarder was dan al die andere keren. Dat was te zien aan de manier waarop ze haar gast bejegende, en hoe ze hem aankeek: niet meer met het hoofd achterover, een soort superieure distantie uitstralend, zoals de vorige keren, maar met het hoofd recht vooruit, open contact aangaand met haar gast en echt ook vol overgave luisterend naar diens woorden. Ze liet hem ook opvallend vaak uitspreken, een unicum deze zomer.
Hartekreet
Helemaal prachtig (voor ons thuis dan) was het moment waarop voor het eerst de gevolgen van oorlogsmisdaden voor jonge kinderen aan bod kwamen: Op de Beeck slaakte een hartekreet die ons voor het eerst een blik gunde op de kwetsbare ziel van de schrijfster, die tot dan toe altijd iets op had proberen te houden van de distantie die haar gesprekspartner zoveel natuurlijker bezat. Typisch zo’n moment waarop de hulphond mogelijk had ingegrepen en de Bram in zichzelf was ontwaakt. Goed dat dat nu onmogelijk was.
Zo kreeg Üngör het gesprek dat hij verdiende, met een gesprekspartner, annex interviewer, die zich liet raken door zijn woorden, zoals hij zelf ook prachtig voelbaar maakte hoe hij zich als onderzoeker liet raken door zijn onderwerp.
Kunst en wetenschap
Over dat onderwerp was elk woord dat hij drie uur lang zei raak. Zijn observaties over de verhouding tussen kunst en wetenschap maken 15 jaar pleidooien voor de waarde van kunst overbodig en zijn analyse van de situatie in het Midden Oosten is ongekend zuiver en verhelderend. Ik ga dat niet in mijn eigen woorden parafraseren. Daarvoor moet je terug gaan kijken en zien hoe hij links en rechts de oren wast over al te gemakkelijk ingenomen standpunten.
Naar het slot van de avond neemt de beklemming toe, en blijft weinig over van het uitzicht op positieve gedachten en gevoelens waar Op de Beeck een paar dagen eerder nog naar beloofde te gaan zoeken. Gelukkig maar, want in de diepe donkerte van wat mensen elkaar aandoen door elkaar niet meer als mensen, maar als meningen, kledingstukken, huiden en objecten te zien is er altijd nog de kunst die troost biedt. Zoals de Jezidi-zangers, die dankzij hun gezangen de herinneringen hoog houden aan wat er was voor de genocide.
Love in the Face of Genocide | TRAILER