Toen Muziekcentrum Vredenburg in 2007 de deuren sloot voor een ambitieuze verbouwing werden de symfonische concerten verplaatst van het centrum van Utrecht naar de noodlocatie Vredenburg Leidsche Rijn aan de A2. De twee jaar daarvoor in het leven geroepen omroepserie ‘De Vrijdag van Vredenburg’ verkaste mee naar deze tijdelijke behuizing, die al snel werd omgedoopt tot ‘Rode Doos’. Tegen alle verwachtingen in wist programmeur Astrid in ’t Veld daar de prille concertserie uit te bouwen tot publiekslieveling: terwijl de bezoekersaantallen landelijk terugliepen, steeg de zaalbezetting hier met twintig procent. In het afgelopen seizoen werden ruim 2600 abonnementen verkocht, en ook de live uitzendingen op Radio 4 worden uitstekend beluisterd.
Afgelopen week viel de brochure van het negende seizoen van De Vrijdag van Vredenburg op de mat, het laatste dat nog zal plaatsvinden in Vredenburg Leidsche Rijn. Hierin wordt onder andere de honderdvijftigste verjaardag van Richard Strauss (1864-1949) herdacht, met de zesdelige serie ‘De laatste romanticus’. Populaire symfonische gedichten als Also sprach Zarathustra (beroemd van de film 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick), Ein Heldenleben en Tod und Verklärung komen tot klinken, maar ook zijn orkestliederen ontbreken niet. Zo zingt de Canadese ‘Strauss-sopraan’ Adrianne Pieczonka onder andere drie van de Vier letzte Lieder.
Jubilarissen
Loopt de Vrede van Utrecht als rode draad door het huidige seizoen, ook in de nieuwe deelserie ‘Vier jubilarissen’ speelt pacifisme een rol. De Poolse Witold Lutosławski (1913-1994) verzette zich tegen de sovjetdictatuur en gebruikt in zijn Concert voor orkest ongelijksoortige ritmes als symbool van vreedzame co-existentie. Benjamin Britten (1913-1976) trok vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog naar Amerika, waar hij zijn melancholieke Serenade voor tenor, hoorn en strijkers componeerde. De Nederlandse Hans Henkemans (1913-1995) zat in het verzet en is vertegenwoordigd met de Frans getinte Partita voor orkest. Francis Poulenc (1899-1963) begon zijn leven als flierefluiter, maar na een tragisch ongeval van een vriend kwam hij tot inkeer. Van hem klinken koorwerken als Un soir de neige en Litanies à la vierge noire. Jammer alleen dat de vrouwelijke jubilaris Alma Mahler (1879-1964) ontbreekt: haar vijftigste sterfdag in 2014 had mooi in dit rijtje gepast.
Naast deze dode grootmeesters, worden twee bijzondere jubilarissen in het zonnetje gezet: de Hongaarse dirigent en componist Peter Eötvös en de Nederlandse dirigent en organist Ton Koopman. Beiden vieren in 2014 hun zeventigste verjaardag. Een feest met een zwart randje overigens: zij waren allebei jarenlang chef-dirigent van het Radio Kamerorkest, dat in 2005 opging in de Radio Kamer Filharmonie, die met ingang van het nieuwe seizoen wordt opgeheven. Eötvös leidt daarom het Radio Filharmonisch Orkest in de Nederlandse première van zijn Vioolconcert DoReMi, met de Amerikaans-Japanse violiste Gotō Midori; Koopman wijdt een programma aan Bach met zijn eigen Amsterdam Baroque Orchestra.
Vanwege de opheffing van de Radio Kamer Filharmonie treden in het komende seizoen verschillende gastensembles op, waaronder Amsterdam Sinfonietta, Harmonie Universelle en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ook het nieuwe, uit leden van de Radio Kamer Filharmonie gevormde ensemble Ludwig geeft acte de présence. Bijvoorbeeld in de wereldpremière van Together voor twee piano’s en orkest van Theo Loevendie, met de pianisten Arthur en Lucas Jussen. Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor presenteren Requiem Songs van Wim Laman, een tweede opdrachtwerk van De Vrijdag van Vredenburg. Deze ensembles slaan de handen ineen met het Nationaal Kinderkoor voor het oratorium Jeanne d’Arc au bûcher van Arthur Honegger, op voorhand een hoogtepunt in de nieuwe programmering.
[two_fifth]
Comments are closed.