Hij heeft meer dan vijfentwintig boeken geschreven, waarvan de helft voor de jeugd, maar eigenlijk wilde Jan Terlouw helemaal niet schrijven. Hij was wis- en natuurkundige, deed kernfusieonderzoek en werd later ook nog politicus – dat was meer dan genoeg. Bovendien was rechtshandig schrijven (zoals het op school werd aangeleerd) voor iemand die linkshandig is, een kwelling. Het had dan ook weinig gescheeld of klassiekers als Oorlogswinter, Koning van Katoren and Briefgeheim waren er nooit gekomen. Vandaag wordt hij 85 jaar. ‘Ik ben tot op de dag van vandaag verbaasd dat ik schrijver ben.’
Engagement
Je zou het hem niet geven: 85. Het vuurtje in Jan Terlouw brandt nog altijd op volle sterkte, vooral als het gaat over politiek of onderwerpen als klimaatverandering. ‘De klimaatverandering is veel ernstiger dan de meeste mensen weten. Het is écht heel ernstig. In zevenenzestig miljoen jaar is de CO2-concentratie niet zo hoog geweest! Waardoor dat zevenenzestig miljoen jaar geleden is ontstaan, weten we niet precies, maar het leidde tot een temperatuurstijging van een graad of vijf, verhoging van de zeespiegel, de groei van palmbomen op Groenland en vele andere effecten. Die stijging van de temperatuur gaat nu ook gebeuren, met een vertraging van enkele tientallen jaren waarschijnlijk, met alle gevolgen van dien. De politiek weet het, maar doet weinig. Ene meneer Trump ontkent zelfs het probleem.’
Vandaag wordt Terlouw niet alleen 85, maar verschijnen er ook twee nieuwe boeken: Het hebzuchtgas and Kop uit ’t Zand, beide over de klimaatverandering en economie. Die geëngageerdheid heeft altijd zijn romans gekenmerkt. Uitgerekend Paul Biegel wees als adviseur van Terlouws eerste uitgeverij Van Holkema en Warendorf het manuscript van Koning van Katoren af. ‘Veel te politiek voor de jeugd, ze vonden het helemaal niks.’
Uitgeverij Lemniscaat dacht daar anders over, en publiceerde Koning van Katoren, dat later met een Gouden Griffel bekroond zou worden. ‘In zekere zin was het een zeer vernieuwend boek,’ lacht Terlouw. ‘Het was geen boek dat zei: kinderen, jullie zijn allemaal stout en als je maar goed oppast, word je net zo goed als wij, volwassenen. Nee, het was een boek dat zei: Jongetje, je bent op weg naar een boze samenleving. Kijk uit! En doe er wat aan.’
Tegen wil en dank
Het is aan zijn vrouw te danken dat Terlouw begon met schrijven. Zij moedigde hem aan de verhalen die hij verzon voor hun kinderen ook aan het papier toe te vertrouwen. Met gezonde tegenzin – ‘tegen wil en dank’ – deed hij wat ze zei, en zo werd een bestsellerauteur geboren. Van elk boek dat hij publiceerde, gingen zestigduizend exemplaren of een veelvoud daarvan over de toonbank.
Dat hij zeer vernieuwende jeugdliteratuur schreef, had Terlouw zelf aanvankelijk nauwelijks in de gaten. Hij verzon alle verhalen voor zijn kinderen zelf. ‘Ik heb ze maar één boek voorgelezen, Alleen op de wereld van Hector Malot. Dat vond ik een boek dat alles had: een mooie geschiedenis, een hoofdpersoon met wie je je kunt identificeren, een spannend verhaal en je komt iets te weten over sociale toestanden in Frankrijk. Maar verder heb ik ze geen bestaand boek voorgelezen. Ik las de jeugdliteratuur van dat moment dus helemaal niet, had geen idee wat er zoal geschreven werd.’
Kaas
Als natuurkundige had hij geen kaas gegeten van literatuur – hij deed maar wat, zegt hij zelf. Wat hij wel wist: het boek moet een thema hebben dat op elke bladzijde voelbaar is, en het verhaal moet spannend zijn, anders leest niemand het graag. En: geen losse eindjes. ‘Alles moet rond gebogen worden.’
Zijn beroemdste boek, Oorlogswinter, schreef hij in slechts twee maanden tijd. Zijn kinderen kregen de leeftijd die hijzelf had tijdens de Tweede Wereldoorlog, en begonnen er vragen over te stellen. ‘Eens kijken of ik er een boek over kan schrijven,’ dacht hij. Twee maanden later lag het er. Gevolgd door een telefoontje van de uitgever: ‘Geen woord meer aan veranderen, het is prima!’ Ook deze keer mocht Terlouw weer een Gouden Griffel in ontvangst nemen.
Toen kon hij toch eigenlijk niet meer ontkennen dat hij toch wel een beetje schrijver was geworden. Een schrijver die échte, werkelijke problemen uit de wereld van vandaag de dag vertaalt naar kinderen, in de vorm van een allegorie, een sprookje. Schrijven deed hij nog steeds vooral in zijn zomervakantie, als de politiek met reces was. Het bood hem een manier om de kopzorgen, die hij als D66-politicus had, op een creatieve manier het hoofd te bieden.
‘Zoals in Oosterschelde windkracht 10. Daar heb ik me politiek héél druk over gemaakt. Ik móést er een boek over schrijven.’ De enge dreiging dat een van zijn kinderen in een religieuze sekte werd gelokt, verwerkte hij in Gevangenis met open deur; een ander boek, Eigen rechter, gaat over het conflict tussen je geweten en de wet. En hij schreef De kunstrijder, een roman met twee gehandicapte jongens in de hoofdrol, omdat hij graag wilde laten zien dat gehandicapte mensen misschien fysiek iets niet kunnen, maar daarom niet minder leuke of slimme mensen zijn.
Goed en kwaad
Het leverde hem onder critici soms het commentaar op dat zijn werk te moralistisch zou zijn, maar dat heeft Terlouw altijd koud gelaten. Ja, hij schrijft over zaken die van belang zijn, knikt hij. ‘Als ik niet over goed en kwaad mag schrijven, waar moet ik dan over schrijven? Dat is toch de essentie van het mens-zijn. Van die kritiek heb ik nooit zo gek veel last gehad. En als al je boeken bestsellers zijn, wat heb je dan te mopperen?’
Dus blijft Jan Terlouw doen waar hij zo goed in is: schrijven over hedendaagse, belangrijke maatschappelijke thema’s, zoals klimaatverandering. Geen pamflet, geen leerboek, maar gewoon een spannend verhaal over een mooi en belangwekkend onderwerp. ‘De hele wetenschap is het erover eens: we moeten ophouden met fossiele verbranding. Het klimaat verandert op een zeer ernstige wijze omdat we te veel olie, kolen en gas verbranden.
Is het dan moeilijk om naar duurzame energie over te gaan? Nee, het is een peulenschil! Je hoeft maar een fractie van de zonne-energie om te zetten in elektriciteit en je hebt het probleem opgelost. Zouden we dat niet kunnen? Kom nou! We kunnen gaten graven op Mars. We kunnen operaties doen via aderen. Het is simpel. En ik word er razend van dat het niet gebeurt, alleen maar omdat het kapitaal regeert en er investeringen zijn gedaan in al die olie en gassen.’
Jan Terlouw blaast even uit van zijn vurige betoog. ‘Mijn moeder zei altijd: “Je hebt een beetje een pedagogisch complex.” Ik wilde altijd alles uitleggen, als kind al. Tja, als zo’n thema zich opdringt, dan verzet ik mij twee jaar en dan… capituleer ik toch en schrijf ik een boek.’
Kop uit ’t Zand and Het hebzuchtgas verschijnen bij uitgeverij De Kring.