Skip to content

Kaija Saariaho central composer at November Music: subtle timbres paint inky black scenario

In een Umwertung aller Werte presenteert het modernemuziekfestival November Music dit jaar meer muziek van vrouwelijke dan van mannelijke componisten. Hoezee! De Koreaans-Nederlandse Seung-Won Oh trapt op 6 november af met een gloednieuw Bosch Requiem. De Fins-Franse Kaija Saariaho staat centraal in het slotweekend van 13-15 november. Ook zij schreef een nieuwe compositie: Reconnaissance (Rusty Mirror Madrigal) voor koor, slagwerk en contrabas. Dit beleeft zaterdag 14 november zijn wereldpremière in het Jheronimus Bosch Art Center. Portret van een componist met een geraffineerd gevoel voor klankkleur.

Hoewel ik de muziek van Kaija Saariaho (1952) al jaren kende, hoorde ik deze voor het eerst live in 2005. Het Holland Festival presenteerde in het nog niet eens officieel geopende Muziekgebouw aan het IJ de Nederlandse première van haar opera L’amour de loin. Het beschrijft een jonge troubadour die een nooit geziene geliefde bezingt. Bij de eerste daadwerkelijke ontmoeting sterft hij in haar armen. – Waarop zij besluit non te worden.

Etherisch

Saariaho wist dit onwaarschijnlijke verhaal in schitterende klanken te vangen. ‘De muziek is etherisch in de beste zin des woords en zwanger van onvervulde verlangens’, schreef ik. ‘Het is alsof zij je liefdevol omringt. Het klankbeeld lijkt op een abstract, uit talloze pastelkleurige draadjes samengesteld tapijt, of een door de wind bewogen wateroppervlak, dat door de veranderende lichtinval voortdurend van kleur verschiet.’ Ik was niet de enige die genoten had, getuige het wereldwijde succes van L’Amour de loin. Sinds de première in 2000 is de opera vele malen uitgevoerd en uitgegroeid tot een moderne klassieker.

Hierna componeerde Saariaho nog drie opera’s, waarvan Émilie (2008) en Only the Sound Remains (2015) te zien waren in ons land. De voor afgelopen zomer geplande première van haar vijfde opera, Innoncence, viel ten prooi aan corona. Ook de Nederlandse première in oktober bij De Nationale Opera is afgelast. Gelukkig presenteert November Music een dwarsdoorsnede van bijna 20 werken uit haar veelzijdige oeuvre. De selectie omvat klassiekers als het strijkkwartet Nymphéa, het vioolconcert Graal Théâtre en het celloconcert Notes on Light. Daarnaast klinken recentere werken. Zoals Light & Matter voor pianotrio en Light Still & Moving voor fluit en kantele (een Fins hakkebord).

Pièce de résistance wordt het gloednieuwe Reconnaissance (Rusty Mirror Madrigal) voor koor, slagwerk en contrabas. Saariaho componeerde het in opdracht van November Music en de Donaueschinger Musiktage. De eerste uitvoering stond gepland in het Duitse festival, dat echter ook werd afgelast. – Een geluk bij een ongeluk voor November Music, want een wereldpremière van een van ’s werelds belangrijkste levende componisten verleent extra prestige. Indien corona het toelaat zal Saariaho hoogstpersoonlijk vanuit Parijs overkomen voor een gratis toegankelijk interview op 13 november.

Geen culturele achtergrond

Hoewel Saariaho talloze internationale onderscheidingen ontving en inmiddels rotsvast is verankerd in het repertoire van beroemde orkesten, ensembles en solisten, was een carrière als componist bepaald niet vanzelfsprekend. Ze werd in 1952 in Helsinki geboren als Kaija Laakkonen (later zou ze de naam aannemen van haar eerste echtgenoot). Naar eigen zeggen groeide ze op ‘in een gezin zonder enige culturele achtergrond’. Haar vader was metaalbewerker, haar moeder zorgde voor de drie kinderen. Zij hadden wel een ouderwetse radio in huis, waarnaar de jonge Kaija veel luisterde. Zo raakte ze geïnteresseerd in klassieke muziek.

Sommige muziek beangstigde haar, andere sprak haar juist zeer aan. Gevoelig en fantasierijk als ze was ‘hoorde’ ze zelfs muziek als de radio uitstond. ’s Nachts kon ze soms niet slapen van de vele klanken die door haar hoofd spookten. Dan vroeg ze haar moeder ‘het kussen uit te zetten’. Haar ouders stuurden haar naar een Rudolf Steinerschool. Daar werden dertien jaar lang haar artistieke en muzikale talenten verder aangemoedigd en ontwikkeld. Dit verklaart wellicht haar latere focus op interdisciplinariteit: zij kneedt vaak visuele, literaire en muzikale elementen tot één samenhangend geheel.

‘Mooi meisje’

Een tweede horde vormde haar vrouw-zijn. Als babyboomer ervoer Saariaho dat het fenomeen vrouwelijke componist begin jaren ’70 nog relatief onbekend was. Toen ze zich aanmeldde voor de compositieklas van Paavo Heininen, bezwoer hij haar dat die vol zat. Ze liet zich echter niet afschepen. ‘Ik had besloten dat ik de kamer niet zou verlaten totdat hij me had aangenomen’, zei ze hierover. ‘Ik was gek, maar ik wist dat ik de kamer niet kon verlaten. […] uiteindelijk had hij geen keus. Ik werd zijn leerling.’

Ze bleek de enige vrouwelijke compositiestudent te zijn. Sommige docenten vonden het eigenlijk tijdverspilling haar les te geven. ‘Je bent een mooi meisje, wat doe je hier?’, vroegen ze retorisch. Schaamteloos, zeker. Maar ook anno 2020 zijn female composers nog altijd ondervertegenwoordigd op de concertpodia.

Geen tweede Sibelius of Ferneyhough

Hoe het ook zij, Saariaho studeerde tegelijkertijd met mensen als Esa-Pekka Salonen, Magnus Lindberg en Jouni Kaipainen. Ze ergerden zich aan het conservatieve klimaat op het conservatorium. In zekere zin werden ze opgeleid om een tweede Sibelius te worden, naamgever van het conservatorium in Helsinki. Uit onvrede richtten ze in 1977 ‘Korvat Auki’ (open oren) op. In plaats van naar het verleden te blijven staren keken zij naar de nieuwste ontwikkelingen in Duitsland en Frankrijk. Ze organiseerden concerten en seminars om deze in Finland onder de aandacht te brengen.

Na bezoeken aan de vermaarde zomercursussen in Darmstadt verhuisde Saariaho naar Freiburg om compositie te studeren bij Brian Ferneyhough. De Brit was hét boegbeeld van de ‘nieuwe complexiteit’, een soort dolgedraaide vorm van atonaliteit. Zo’n beetje alles dat ook maar enigszins herkenbaar is voor het menselijke oor was verboden. Ook dit stuitte Saariaho tegen de borst. Ze had niet geweigerd een tweede Sibelius te worden om álle verworvenheden uit het verleden te laten varen. Geïrriteerd constateerde ze: ‘Je mocht geen puls creëren, noch tonaal georiënteerde harmonieën, noch melodieën. Maar ik wil geen muziek schrijven op basis van negaties. Alles mag zolang het maar met smaak gebeurt.’

Ongehoorde klankkleuren

Wanneer ze muziek hoort van de zogenoemde ‘spectralisten’ Tristan Murail en Gérard Grisey betekent dit een eyeopener. Hun oriëntatie op het innerlijk van de klank spreekt haar aan en in 1982 vertrekt ze naar Parijs, waar ze zich inschrijft aan het IRCAM. Aan dit Institut de Recherche et Coordination Acoustique/Musique onderzoekt ze de mogelijkheden van elektronica in relatie tot muziek. Met behulp van computers analyseert ze het spectrum van klanken. Op basis van haar bevindingen ontwikkelt ze de ongekende sensibiliteit voor ongehoorde klankkleuren die inmiddels haar handelsmerk is geworden.

Vaak speelt elektronica hierin een belangrijke rol. Al in 1984 breekt ze door met Verblendungen, waarin ze uit twee elektronisch gemanipuleerde vioolklanken een heel ‘strijkorkest’ opbouwt. Twee jaar later volgt het al even succesvolle Lichtbogen, waarin ze de  klank van zeven instrumenten bewerkt met live elektronica. Zo ontstaat een iriserend klankbeeld, dat is geïnspireerd op het Noorderlicht. Sowieso is Saariaho gefascineerd door licht, zoals blijkt uit de vele titels waarin dit woord opduikt. En dat is niet voor niets. Zoals licht voortdurend van kleur en sfeer kan verschieten, bedwelmt zij onze oren met telkens van karakter wisselende klankkleuren. Ze wordt daarom wel eens – tot haar lichte ongenoegen – vergeleken met Debussy.

Mens en schepping

Deze twee doorbraakstukken staan niet op het programma, maar er is veel ander moois te horen. Naast de al genoemde klassiekers klinken minder vaak uitgevoerde stukken. Zo brengt het door gitarist Aart Strootman geleide studentenensemble fc Jongbloed twee werken voor sopraan en ensemble. Die Aussicht (1996) is gebaseerd op de gelijknamige tekst van Friedrich Hölderlin, het in 2002 gecomponeerde Changing Light is gezet op een gedicht van de Amerikaanse rabbijn Jules Harlow. Beide beschrijven de nietigheid van de mens in het aangezicht van de schepping. De twee miniatuurtjes vormen een goede illustratie van hoe subtiel Saariaho filosofische inzichten weet te vertalen naar sfeervol-smachtende muziek.

Smaakmakend is ook het concert van Dominique Vleeshouwers op 13 november, met Six Japanese Gardens. Saariaho schreef dit stuk voor slagwerk en elektronica in 1994 na een bezoek aan de tuinen van Kyoto. Naast de live gespeelde klanken triggert de uitvoerder via een computer opnames van natuurgeluiden, ritueel gezang en Japanse slagwerkinstrumenten. Het twintig minuten durende stuk biedt een staalkaart van verschillende ritmes en klankkleuren.

Voor het elektronische deel werkte ze samen met de Franse componist en multimediaspecialist Jean-Baptiste Barrière. Ze leerden elkaar kennen aan het IRCAM en trouwden in 1984. Vanaf 2007 werkt ze ook geregeld samen met hun in 1989 geboren zoon Aleksi.

An artist’s impression of NASA’s Mars Reconnaissance Orbiter above the Red Planet (c) NASA/JPL

Mars Reconnaissance Orbiter

Aleksi Barrière schreef de teksten voor verschillende koorwerken. Hij tekende eveneens voor het libretto van Reconnaissance (Rusty Mirror Madrigal) dat 14 november zijn wereldpremière beleeft. Saariaho componeerde het voor het Franse kamerkoor Accentus, dat een reputatie heeft te verliezen op het gebied van zowel oude als moderne muziek.

De titel lijkt naar deze achtergrond te verwijzen, maar dat is volgens Saariaho niet het geval: ‘Dit soort referenties had ik niet in mijn hoofd. Ik heb het koor veeleer opgevat als mensen die het verhaal van hun geschiedenis vertellen. Aleksi kwam met de titel. Deze verwijst naar verschillende dingen, maar vooral naar de Mars Reconnaissance Orbiter.’ Dit ruimtevaartuig van de NASA cirkelt al vijftien jaar rond Mars en stuurt gedetailleerde foto’s naar de aarde.

Aarde en Mars: roestige spiegels

Barrière zoomt in op de relatie tussen beide planeten. In vijf delen schetst hij hoe de mens stikt in zijn eigen afvalgassen en zijn heil zoek op Mars. In het afsluitende ‘Requiem’ blijken zowel Mars als de Aarde verwoest te zijn. ‘Both worlds have returned to wilderness/ Two rusty mirrors face to face,’ luidt de slotzin.

Veel wil Saariaho niet kwijt over hoe ze zo’n inktzwart, sciencefictionachtig libretto naar muziek heeft vertaald. ‘Ik heb nauw samengewerkt met Aleksi, die mijn muziek goed kent. We bespreken onze ideeën, bepalen losjes vorm en inhoud en hij biedt me nieuwe perspectieven.’ Ze stuurt me wel een schets van het stuk. Hierop lijken de vijf delen elkaar te spiegelen in een A-B-C-B-A vorm, wat mooi aansluit bij de tekst. Zo staan deel I en V in een traag tempo. Deel II en IV zijn bijna dubbel zo snel en voorzien van aanwijzingen als ‘energico’ en ‘ostinato’. Het metronoomcijfer ligt nog weer hoger in III, ‘Green House’, waarbij ook de aanduiding ‘espressivo’ staat genoteerd.

Maar, zo benadrukt Saariaho: ‘Neem die schetsen niet al te serieus, want tijdens het componeren veranderen dingen nog voortdurend.’

Naschrift 4 november. Vanwege de nieuwe coronamaatregelen van 3 november heeft November Music het hele festival afgelast. Het zal dus ook niet via livestreams te beleven zijn. Een ongelooflijke domper!

Appreciate this article!

Happy with this story? Show your appreciation with a small contribution! That's how you help keep independent cultural journalism alive. (If you don't see a button below, use this link: donation!)

Donate smoothly
Donate

Why donate?

We are convinced that good investigative journalism and expert background information are essential for a healthy cultural sector. There is not always space and time for that. Culture Press does want to provide that space and time, and keep it accessible to everyone for FREE! Whether you are rich, or poor. Thanks to donations From readers like you, we can continue to exist. This is how Culture Press has existed since 2009!

You can also become a member, then turn your one-off donation into lasting support!

Wijbrand Schaap

Cultural journalist since 1996. Worked as theatre critic, columnist and reporter for Algemeen Dagblad, Utrechts Nieuwsblad, Rotterdams Dagblad, Parool and regional newspapers through Associated Press Services. Interviews for TheaterMaker, Theatererkrant Magazine, Ons Erfdeel, Boekman. Podcast maker, likes to experiment with new media. Culture Press is called the brainchild I gave birth to in 2009. Life partner of Suzanne Brink roommate of Edje, Fonzie and Rufus. Search and find me on Mastodon.View Author posts

Small Membership
175 / 12 Months
Especially for organisations with a turnover or grant of less than 250,000 per year.
No annoying banners
A premium newsletter
5 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Cultural Membership
360 / Year
For cultural organisations
No annoying banners
A premium newsletter
10 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Participate
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Collaboration
Private Membership
50 / Year
For natural persons and self-employed persons.
No annoying banners
A premium newsletter
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Own mastodon account on our instance
en_GBEnglish (UK)