Onze regeringsleiders, verenigd in Europa, hebben iets bedacht om het maskeren van corruptie tegen te gaan. Het heet UBO-register. Nederland gaat dat op korte termijn ook invoeren. Dat heeft gevolgen, ook voor culturele stichtingen en verenigingen. Elke organisatie moet namelijk bepalen wie UBO (Ultimate Beneficial Owner ofwel Uiteindelijk Voordeelgenietend Eigenaar) is. Dat geeft wat complicaties.
In de cultuursector is het zeker geen gesprek van de dag en lijkt het een futuristische zeppelin. Maar ook in de kunst stikt het van de UBO’s en pseudo-UBO’s. En daar komt nog iets bij, want ook ‘Politiek Prominente Personen’ (PEP) moeten zich identificeren. De status van ‘BN-er’ heeft vooralsnog geen enkel gevolg. Hoe dan ook: lees hier wat de implicaties kunnen zijn.
Vie privée
Je mocht denken dat Troika Laundromat een tijdelijk visiterend Pools dansgezelschap was, en Oldebrecht een familiegeschiedenis in honderd delen. Maar nee, dit zijn recente corruptie- en fraudezaken waardoor banken in paniek nu ook cultuurstichtingen en verenigingen moeilijke vragen gaan stellen over wie hun UBO is.
Overigens moet je iemand wel om toestemming vragen voordat je deze persoon aanmeldt als UBO of PEP voor het register of bij andere instellingen. Standaardformulieren kun je vast volop verkrijgen bij trustkantoren. Of wie weet zitten zij binnenkort wel samen met u op (pseudo)UBO privacy-cursus.
Profit
Al over een half jaar moet het UBO-register op orde zijn. Organisaties die het niet op orde hebben, kunnen worden beboet met bedragen oplopend van € 250,- tot € 50.000,-. In de cultuursector zijn vrijwel geen hoge winstmarges, het zou toch zonde zijn.
Sterker, in de cultuursector zijn – buiten de vaak zeer lucratieve handel in beeldende kunst – vaak helemaal geen winstmarges en uiteindelijk begunstigden te vinden. In Nederland hebben we zelfs nog veel clubs die als collectief werken.
Over wat nu precies een UBO is, en hoe we de regels precies moeten toepassen, bestaat nog veel onduidelijkheid. Het heeft te maken met grofweg twee dingen: eigendomsbelang en zeggenschap. In de publieke sector kan dit tot gekke toestanden leiden. Ook een minister, of in theorie zelfs publiek dat een kaartje koopt, en zelfs het beroemde echtpaar Henk en Ingrid, kan ‘Ultimate Beneficial Owner’ zijn. Wat te denken bij crowdfunding? Wanneer we de criteria van het bedrijfsleven volgen is een aandeelhouder die meer dan 25 procent van de aandelen bezit een UBO. In de cultuursector is de zeggenschap echter veel lastiger te bepalen. Hier is de autonomie van de kunstenaar immers heilig?
Abus
Dans le wetsvoorstel voor de nieuwe regels maakt het geen verschil of een stichting of vereniging klein of groot is, commerciële activiteiten ontplooit of niet of wel of geen donaties ontvangt: iedereen moet er aan geloven. Dat betekent: inleveren van privacy. Natuurlijk is het belangrijk dat we witwassen bestrijden, maar privacyvraagstukken liggen een stuk gevoeliger. Denk aan ‘BN-ers’ en hun woon- en verblijfsadressen. Zo kan een openbaar register, bedoeld om fraude tegen te gaan, juist leiden tot vormen van misbruik en fraude.
Want iedereen mag straks neuzen in dit rijkenregister, in elk geval in heel Europa. Maar je kunt het verder doortrekken: wat te denken van je broodfonds, of ‘onderlinge’ verzekering. Wie is de UBO in je pensioen- of spaarhypotheekregeling? De vereiste transparantie over de financiële situatie schuurt met grond- en mensenrechten. We moeten hoe dan ook nog afwachten of één en ander aan de eisen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) voldoet.
Option de repli
Uit de beantwoording van questions sur les chambres blijkt dat er geen onderscheid is tussen een ‘echte’ UBO (iemand met financieel belang of ‘control’) en de ‘terugvaloptie’ UBO: de statutair bestuurder van een rechtspersoon die geen ‘echte’ UBO kent. Deze noemen we de ‘pseudo-UBO’. In de not-for-profit sector, waar het in de cultuur meestal over gaat, is deze ‘terugvaloptie’ van toepassing. Ook dagelijks leidinggevenden moeten dan eventueel worden geregistreerd. De optie dat er geen uiteindelijk belanghebbenden zijn, is kennelijk uitgesloten.
Alors qui peut être UBO :
- Leden van de raad van bestuur;
- Personen die gemachtigd zijn een vereniging te vertegenwoordigen;
- Personen belast met het dagelijks bestuur van de vereniging of stichting;
- De stichters van een stichting;
- Natuurlijke personen of, wanneer deze personen nog niet werden aangeduid, de categorie van natuurlijke personen in wier hoofdzakelijk belang de vereniging zonder winstoogmerk of stichting werd opgericht of werkzaam is;
- Elke andere natuurlijke persoon die via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de vereniging of stichting uitoefent.
Vacances
De informatie over de UBO en pseudo-UBO die wordt opgenomen in het register moet adequaat, nauwkeurig en actueel zijn. Elke wijziging in deze informatie moet binnen een maand worden meegedeeld. Je zal maar plannen hebben om zes weken met de boot op vakantie te gaan. De juistheid van deze informatie dient jaarlijks te worden bevestigd. Dat brengt voor kleine organisaties in de cultuursector best wat administratieve last met zich mee.
Voyons où cela pourrait mener dans le secteur de l'éducation.
Een stichting exploiteert tien scholen in Zuid-Holland. De stichting heeft een bestuur van drie personen. Aangezien dit een ‘klassieke’ not-for-profit is, betekent dat, dat deze drie bestuurders allemaal ‘ubo’ van de stichting zijn. Eén van deze drie bestuurders is de dochter van een lid van de Tweede Kamer. Zij is daardoor een ‘politiek prominente persoon’, een PEP. Daarmee wordt de gehele stichting hoog risico in de zin van de witwasbestrijding voor de bank, de accountant, het administratiekantoor, de juridische dienstverleners en andere Wwft-plichtigen.
Overigens heeft de status van PEP ook consequenties voor de dochter van het Tweede-Kamerlid. De bank en andere financiële dienstverleners zullen haar als hoog risico aanmerken en extra goed in de gaten houden op signalen van corruptie, witwassen en terrorismefinanciering. De uitleg van ‘naaste geassocieerde’ heeft tot gevolg dat de twee mede-bestuursleden zelf ook ‘PEP’ geworden zijn. Als gevolg daarvan moeten ook zij door hun eigen bank c.s. als hoog risico worden aangemerkt.
Vers l'arrière
Waarom fraudebestrijding niet via controle van financiële transacties plaatsvindt, in plaats van deze hele exercitie, is onduidelijk. Met de verplichting om adressen en verblijfsplaatsen vast te leggen verlegt men de verantwoordelijkheid van overheden naar organisaties en privépersonen. De richtlijn moet witwassen en terreurfinanciering voorkomen en het gebruik van contanten beperken. In de cultuursector kun je in het beste geval alleen maar hopen dat er plotsklaps zakken met ooit achterovergedrukt geld tevoorschijn komen door deze nieuwe regeling.
De Kamer van Koophandel is bouwmeester van dit bijzondere register. Wat de verwachtingen zijn in Nederland wordt binnenkort bekend gemaakt. De tweesterren-app ‘KopieID’ van de rijksoverheid balkt desgewenst uw paspoort. Het wordt een openbaar register waarin van de desbetreffende UBO naam, geboortemaand en –jaar, nationaliteit, land van verblijfplaats en aard en omvang van de deelneming kunt zoeken. Een deel van de gegevens van de UBO wordt niet openbaar en zal uitsluitend ter beschikking komen te staan van opsporingsinstanties (geboortedag, geboorteplaats en geboorteland, adres, BSN en fiscaal nummer, aard, nummer, datum en plaats van uitgifte identificatiedocument en documentatie waarmee de status van de UBO wordt onderbouwd). Hoe dit samengaat met de eisen die Europa stelt aan openbaarheid is op dit moment nog niet bekend. Ook is het één en ander te doen over open data en het Handelsregister.
Voor de nabije toekomst zou het wellicht handig zijn om de pseudo-UBO een aparte non-commerciële status te geven, eventueel aan te tonen via een zeer verkorte accountantsverklaring. De regelgeving en verplichtingen houden mogelijk niet op bij alleen een register en kunnen leiden tot risicobeheersmaatregelen. In Engeland is er bijvoorbeeld onderscheid tussen een ‘foundation’ waar een ‘trade company’ aan gelieerd kan zijn en een ‘charity’. Veel bestuurders van kleinere cultuurstichtingen doen dit in een vrijwillig kader, het zou toch jammer zijn als privacy-overwegingen dit in de weg gaan staan.
Disproportionné
Advocaat Ondernemingsrecht Ellen Timmer écrit in haar blog: “Overigens laat het onverlet dat het aanwijzen van statutair bestuurders als ‘uiteindelijk belanghebbende’ van een rechtspersoon naar mijn mening disproportioneel is, zeker als het gaat om not-for-profit rechtspersonen. Er is geen enkel redelijk belang om statutair bestuurders van ziekenhuizen, onderwijsinstellingen en andere not-for-profitorganisaties tot ubo te bombarderen. Het is te hopen dat men vanuit de not-for-profit de Nederlandse en Europese wetgever tot de orde zal roepen." Voor wie precies wilt weten hoe het zit.