De cultuursector moet beter luisteren naar de moeder van de minister. Die zei: ‘Je kunt lang treurig zijn over wat je niet hebt gekregen, wees ook blij met wat je wél hebt gekregen.’ Minister Ingrid van Engelshoven haalde haar moeder erbij in de slotfase van het ingelaste begrotingsoverleg over de incidentele steun aan de sector, die vorige week werd afgekondigd. Een markante opmerking van de minister. Bij een vorige gelegenheid in de Kamer benadrukte ze nog dat de sector ‘eindelijk volwassen’ had gereageerd op de problemen die ze toen ondervond. In het hoofd van Ingrid van Engelshoven blijft dus een beeld hangen van zeurende kleuters. Als het over de kunstsector gaat.
Nog iets markants: de minister stelde bijna terloops dat alle branche-organisaties, en met name Kunsten ’92, gekend waren en ingestemd hadden met de steunmaatregelen van 300 miljoen die vorige week uit de ministerraad werden geperst. Dat al die organisaties vervolgens met brieven aan de Kamer komen waarin staat dat de 300 miljoen weliswaar leuk, maar lang niet genoeg is, is dan lullig. ‘Kinderachtig’, zegt de minister vermoedelijk, binnensmonds nog een mogelijke vloek eraan toevoegend. Ze kwam vandaag namelijk wat vermoeid over, en dat snappen we.
Vaccin
Maar we kunnen hoe dan ook stellen dat de hele wereld blij is met de steun voor de kunstsector. We moeten verder ook niet raar opkijken van de miljarden die naar de topmannen van KLM vloeien, of de zaaduientelers die aanmerkelijk meer inkomenssteun krijgen dan het gemiddelde dansgezelschap. Niet zeuren, blij zijn dat je nog leeft, in de wetenschap dat het voor de culturele sector nog allemaal veel erger gaat worden. Immers: we zijn niet alleen deze zomer kwijt, ook komend seizoen en de daarop volgende zomer worden onzeker zolang er nog geen vaccin is.
Waar ook geen vaccin tegen gewassen leek, was de denigrerende houding van de VVD jegens de kunstsector. Die partij zette elk halfjaar een nieuwe stagiaire op het woordvoerderschap, om uit te proberen hoe dat was om gezeik over je heen te krijgen. Met Zohair El Yassini is dat veranderd. Bij zijn eerste optredens, een paar maande geleden, was zijn dossierkennis nog redelijk in overeenstemming met wat de VVD-partijtop ‘aangenaam afwezig’ noemde. Bij het debat van 28 april toonde hij zowaar visie. Zo stelde hij dat het goed was dat de lokale overheden in staat werden gesteld om hun cultuursector te ondersteunen, mede ook vanwege het belang van cultuur voor het vestigingsklimaat.
Vestigingsklimaat
Tot nu toe waren bij de VVD alleen de afschaffing van de Vennootschapsbelasting en het behoud van Schiphol belangrijk voor het vestigingsklimaat, dus er is iets gebeurd, terwijl Mark ‘nagelsalons zijn net zo belangrijk als musea’ Rutte zijn hoofd even bij andere zaken had. De omslag kwam zelfs als een verrassing voor Kamerlid Belhaj van D66, die niet wist hoe snel ze voor haar beurt moest interrumperen om het vestigingsklimaatdingetje terug te claimen voor de Democraten.
Of El Yassini zijn statement vooraf heeft kortgesloten met de partijtop is de vraag. Het zou best kunnen dat de VVD zichzelf een cultuurvriendelijker koers kan permitteren nu de PVV en FVD een beetje in de touwen hangen, en zich bij dit soort debatten niet meer laten zien. Immers, en dat is de beste uitkomst van al deze ellende: het gaat niet meer over cultuursubsidies die als linkse hobby kunnen worden weggezet, maar over cultuur in het algemeen. Of, zoals PvdA’er Asscher met instemming van der minister zei: over onze manier van leven.
Het lijkt erop of de Tweede Kamer eindelijk volwassen is geworden.