Ze zeggen van Isabelle Huppert, sinds jaren de mooiste en meest mysterieuze verschijning op het filmdoek, dat ze live de uitstraling van een dood zebravinkje heeft. Ik had daar in ieder geval over gehoord, maar het nog nooit in het echt meegemaakt. Tot vrijdagavond 3 juni in de Amsterdamse Stadsschouwburg bij Un Tramway in het Holland Festival.
En het klopt dus.
Live op het toneel, vanaf rij tien gezien, is Isabelle Huppert een in haute couture gestoken dood zebravinkje. Kijk je echter naar haar ter plekke opgenomen beeld, achter haar op een polaroidmatglazen ruit geprojecteerd, zie je de fantastische, flamboyante, etherische vrouw die je kent uit de bioscoop. Zelfde vrouw, zelfde beweging, zelfde moment, maar een totaal andere wereld.
Wat ís dat toch?
Bestaat er zoiets als de magie van het witte doek? De camera die een eigen dimensie toevoegt aan alles wat vlees is en die bij sommige mensen tot een bijzondere chemische reactie leidt? Die vraag hield me bezig tijdens de voorstelling en gelukkig bood die alle gelegenheid om rustig te werken aan het antwoord.
Want we moeten iets over deze voorstelling kwijt, al is het met tegenzin. Immers, de Poolse regisseur Warlikovski, sinds enkele jaren de lieveling van de internationale festivalmarkt, heeft iets heel raars in elkaar gezet met ‘Un tramway’. Hij monteerde allemaal hoogst platte, dan wel filosofische monologen tussen de scenes van Tennessee Williams‘ klassieker ‘Tramlijn Begeerte’ en voegde er bovendien een lichtbejaarde postpunkzangeres aan toe, die heel erg lange teksten kan zingen met een heel erg schelle, verschrikkelijk in het gehoor liggende stem, op foeilelijke seventieskitschmuziek. Zal wel een statement zijn, maar waarover ontging me.
In het decor, dat helaas niet goed in de Amsterdamse Stadsschouwburg paste en daarom de eerste rang-plaatsen in de Stalles het uitzicht benam, overheerst afstand en kilte, net als in het spel. Seksuele verhulling, hét stijlmiddel van Tennessee Williams, is hier vervangen door expliciete bronstigheid. Te plat en afstandelijk: het gaat net wat verder dan de intellectuele exercitie die de Woostergroup later dit festival laat zien in Tennessee Williams’ Vieux Carré. Waar het dus op de een of andere manier wél werkt.
Blijft over: dat wonder van Isabelle Huppert en de camera. Natuurlijk helpt de grofkorreligheid van de lens en de overbelichte CCD-chip bij het verhullen van ouderdomsdetails, maar dat kan het niet alleen zijn. Naarmate het aantal scènes waarin het wonder zich voltrok toenam, viel het kwartje.
In elk van die scènes richt Huppert haar ogen niet op de zaal, maar op de lens. Dat is best lastig, want die camera’s staan dus ergens op het eerste balkon van de Amsterdamse Stadsschouwburg. Of ze een signaaltje krijgt of het aanvoelt, is onbekend, maar het is precies die blik die de toeschouwer via de camera als een bliksem treft.
Die toeschouwer krijgt daarmee een mooie compensatie voor het feit dat Huppert zelf vanaf het toneel geen enkele poging doet om contact te leggen. Haar wereld, haar ziel, vertrouwt ze toe aan de camera en alleen de camera. Die wij dan ook maar tot het eind der dagen zullen volgen.
‘Un Tramway’ met Isabelle Huppert. Gezien op 3 juni in het Holland Festival. Daar nog op 4 en 5 juni. Reserveren
Interessante recensie. Ik ben erg benieuwd want al jaren verliefd op Huppert (waarvoor in Nederland weinig herkenning, de meesten kennen haar niet eens) en dus nu vol verwachting einde vd maand naar Den Haag (A was uitverkocht).
Ik verwacht hier veel van maar moet wellicht een beetje temperen. Als ik eraan denk zal ik einde vd maand hier weer posten.
Van het weekend dan Isabelle Huppert gezien in Den Haag.
Ik snap precies wat Wijnand Schaap bedoeld in zijn recensie bedoeld. In dit stuk zie je de actrice life en erachter op het scherm. Het is interessant te zien dat Huppert op beeld inderdaad meer betoverend dan in het echt. Ik heb het wel vergeleken met de andere acteurs in het stuk, en ook bij hen was dit enigszins het geval. Ik vraag me nu af of het dus ook niet komt, door het jarenlang opgebouwde archief dat we van Huppert in ons hoofd hebben opgebouwd. Wellicht valt het tegen dat zij een mens van vlees en bloed blijkt te zijn die we zouden kunnen aanraken.
Ik ben het niet met Wijnand Schaap eens wat betreft het contact dat ze met het publiek maakte. Ik vond dat ze met de hartstocht van een beginnende actrice voor de zaal speelde, enorm dichtbij was en zich helemaal gaf. Huppert zou zichzelf al jarenlang in een mysterieus air kunnen hullen en zich comfortabel in alle bewondering kunnen wentelen.
Ik ken geen andere kunstenaar die zo gearriveerd is en toch zo dichtbij wil zijn.
Dat ze toch naar ons kleine land komt en haar binnenste buiten keert voor ons heeft me sterk ontroerd. Haar jongere onbekendere mede acteurs gaf ze alle mogelijke ruimte. Dit stuk bevestigde mijn vermoedens over haar, het gaat haar echt alleen om de essentie. Huppert houdt hartstochtelijk van de mensheid in al zijn gedaanten en zwakten, en het is haar passie dit op het toneel te vieren, wat troost biedt. In mijn opinie is dit de essentie en het doel van toneel, en kunst in het algemeen.
Reacties zijn gesloten.