Begin dit jaar was Mircea Cărtărescu, de grootste schrijver van Roemenië, te gast op het festival Winternachten. Schrijfster Mira Feticu, die werd geboren en opgroeide in Roemenië en als studente zelfs nog college kreeg van Cărtărescu, interviewde voor A Quattro Mani haar voormalige landgenoot en professor. Een mooi gesprek over hun vaderland, de waarheid, literatuur en poëzie.
‘Mijn boeken zijn een soort innerlijke kaarten. Ik breng mijn brein in kaart, mijn verbeelding, mijn gevoeligheid.’
Mijn boek is een zeef voor lezers
Afgaande op hoe dik uw laatste roman Solenoid (Solenoïde) is, zeshonderd pagina’s…
‘Bijna negenhonderd…’
…dan zou iemand kunnen denken dat u uw lezer haat. U laat hem een sisyfusarbeid verrichten.
‘Mijn voornaamste lezer ben ik zelf. Ik denk nooit aan hoeveel lezers mijn boek zal hebben. Ik doe daarom geen concessies in dat verband. Lezers die op mij lijken en die, zoals Umberto Eco zei, dezelfde “innerlijke encyclopedie” als ik hebben, begrijpen waarom ze dit boek tot een einde moeten brengen. Mijn boeken zijn als het ware zelf de zeef die hun lezers ziften. Veel lezers zullen op een kwart van het boek blijven steken, op de helft misschien, en lezen het niet helemaal uit. Maar de winnaars lopen de wedstrijd uit en halen de finish.’
Het torentje dat niet door iedereen beklommen wordt
‘De afstand is groot – het verschil tussen een marathon en een honderd meter sprint – maar vormt ook een proeve van intellectueel, en in zekere zin ook artistiek uithoudingsvermogen. De lezer die de eindstreep van mijn trilogie haalt, verdient naar mijn mening een medaille: “lezer van verdienste”. Andere lezers wens ik mezelf niet toe.’
[bol_product_links block_id=”bol_58ef53b04ddad_selected-products” products=”1001004010963769,1001004007577185″ name=”wetenden” sub_id=”a4m” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”563″ cols=”2″ show_bol_logo=”0″ show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”0″ admin_preview=”1″]‘Het is waar, ik heb ook veel eenvoudiger boeken geschreven, die voor bijna iedereen toegankelijk zijn; ik heb zelfs kinderboeken geschreven. Maar zelfs dat heeft een kern die een gemiddelde lezer niet bereikt. Dus elk boek kan worden gelezen op een gemiddeld niveau, maar daarboven staat nog een torentje dat niet door iedereen beklommen kan worden.’
De grootste schrijver is ook maar een arme ziel
U bent de grootste Roemeense schrijver. Wat betekent dat voor u?
‘Je kunt jezelf geen verdiensten toekennen. Voor mij is de term van ‘schrijver’ of ‘artiest’ een glorietitel die door anderen wordt gegeven. Je bent een nederig mens, een arme ziel, die in de wereld leeft en zichzelf probeert te begrijpen – zo definieer ik mezelf tenminste.’
En met elk boek begrijpt u zichzelf beter?
‘Dat is tenminste wat ik probeer. Mijn boeken zijn een soort innerlijke kaarten. Ik breng mijn brein in kaart, mijn verbeelding, mijn gevoeligheid. In het algemeen kan ik niet over iets spreken als ik er niet eerst over schrijf. Alleen als ik schrijf – wat een moment van meditatie is, van trance eigenlijk – worden de dingen helder in mijn geest.’
Er bestaan alleen maar innerlijken
U schrijft over het innerlijk, zegt u, maar ook over Boekarest. Zoals James Joyce en Jorje Luis Borges schrijft u over de stad waarin u leeft.
‘Er bestaan alleen maar innerlijken. De Roemeens-Amerikaanse schrijver Andrei Codrescu publiceerde The Disappearance of the Outside, ‘Het verdwijnen van het uiterlijke’. Er bestaan alleen innerlijken. Het beeld dat we hebben van dingen bevindt zich in onze hersenen.’
‘Wat wij “realiteit” noemen, alles wat wij om ons heen zien, is een constructie van ons brein en bestaat niet echt. Het is een projectie van een brein. We moeten blij zijn met deze illusie, die de Indianen “Maya” noemden. Maya is eigenlijk onze kleine werkelijkheid die daarbuiten geen enkele betekenis heeft, maar innerlijk vol van betekenissen is, omdat die worden gegeven door gevoelens. De werkelijkheid is wat je vóélt. Het is pijn, het is liefde, de perceptie van de ander, empathie. Dat is de werkelijkheid waarin we leven.’
Onvoorstelbaar veel sterrenstelsels
Kunnen we de realiteit controleren, door minder goede gevoelens om te buigen in betere gevoelens?
‘Er bestaan twee werelden. Er is de menselijke wereld, op de menselijke schaal, waarmee we inter-ageren. We houden van elkaar, we haten elkaar, we benijden elkaar, we hebben allerlei onderlinge relaties en relaties met de wereld om ons heen. En er bestaat een wereld waarin wij geen enkele betekenis hebben, die we kunnen negeren. Die we ook móéten negeren om te kunnen overleven.’
[bol_product_links block_id=”bol_58ef53f08092a_selected-products” products=”9200000002308106,9200000005537590″ name=”trofee” sub_id=”a4m” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”550″ cols=”2″ show_bol_logo=”0″ show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”0″ admin_preview=”1″]‘Zo heb ik nog niet zo lang geleden gelezen dat er in het universum 2,3 triljoen melkwegstelsels zijn, 2,3 triljoen melkwegstelsels! Dat wil zeggen: enkele sextiljoenen sterren. En dat is nog niets, want de stringtheorie, de snaartheorie uit de kwantumfysica, zegt dat er 10500 universa bestaan, wat een niet voor te stellen aantal is. Er is dus niet alleen ons universum met zijn sextiljoenen sterren, maar er bestaat nog een oneindig groot aantal universa. Dan voel je je als mens klein, onbeduidend, totaal zinloos. In die realiteit kunnen wij niet leven. Daarom is het beter om die terzijde te laten en ons beperken tot ons kleine leven, tot onze kleine planeet en moeten we proberen goed te zijn, om goed te zijn voor de ander. Dat is alles wat we hebben.’
Lezers en critici
Mircea Cărtărescu neemt een slok rooibosthee. De vraag over de ‘grootste Roemeense schrijver’ zit hem nog dwars. ‘Ik denk niet dat zoiets bestaat,’ zegt hij peinzend. Er zijn zo veel goede schrijvers, onder wie Ștefan Agopian, Mircea Ivănescu,Mircea Horia Simionescu, Marin Preda of Breban, vindt hij.
‘Goede lezers zijn overal hetzelfde, het zijn degenen die een boek waarderen, los van de context, los van het leven van de auteur, los van alles, en die in het boek een gelegenheid van esthetische vreugde vinden, van catharsis, om het zo te zeggen. Ik lees graag de kronieken over mijn vertalingen, want de critici die ze schrijven voelen zich niet in dezelfde wereld als ik, ze leven niet in hetzelfde krachtenveld van een literaire wereld dat door de kracht van de dingen alles deformeert, vervormt.’
‘Als een Roemeense criticus over een boek van mij schrijft, positioneert hij zich op een bepaalde wijze in een literaire wereld die mij accepteert of me verwerpt, die van me houdt of juist niet en afstandelijke gevoelens voor me heeft. Daarom kun je nooit uitgaan van de objectiviteit van een criticus bij ons. Er kan sprake zijn van campagnes die politiek gemotiveerd zijn of betrekking hebben op het literaire beleid. Er kan sprake zijn van allerlei idiosyncrasieën.’
Waarom zou iemand een Roemeense auteur lezen?
‘Maar in het buitenland, waar niemand iets voor of tegen je heeft, ben je gewoon een auteur uit een andere wereld en zijn de critici objectief. En sommigen van hen kunnen zelfs heel empathisch zijn, ook met de tekst van het boek, zonder dat ze iets weten over de wereld waaruit ik kom. Alleen: waarom zou iemand een Roemeense auteur lezen? De lezers weten weinig over de betreffende werelden en dus is het bijna een wonder als een willekeurige lezer een boekhandel binnen stapt, een boek van een Roemeense auteur met een vreemd klinkende naam ziet en het boek koopt. Hoe krijg je iemand zover om de eerste tien pagina’s te lezen?’
Engagement
Staat de uitdrukking “geëngageerd schrijver” u tegen of voelt u zich er solidair mee?
‘Hm. Naar mijn idee zijn schrijvers die proberen iets te demonstreren in hun romans, die een bepaalde ideologie promoten, ook al gaat het om de meest progressieve ideologie, niet serieus te nemen. Ik denk dat schrijvers in hun boeken ideologisch absoluut neutraal dienen te zijn, ideologisch en misschien ook politiek.’
In welke relatie staat dat dan tot de waarheid? Want een schrijver kan zijn roman gebruiken om de waarheid te zeggen en waarheid is geen ideologie. De waarheid is simpelweg de waarheid, die hij niet langs een andere weg kan zeggen…
‘Zeker, natuurlijk heeft iedereen zijn eigen innerlijke waarheid, maar die waarheid dient esthetisch te zijn. Alle andere inhoud dient esthetisch van aard te zijn, want als deze niet in het esthetische versmolten is, kun je de waarheid beter beschrijven in een artikel in een krant, of in een dagboek. Een auteur dient in zijn eigen boek niet geïdeologiseerd te zijn, want daardoor is hij esthetisch niet geloofwaardig meer. Tegelijkertijd, als hij over een podium beschikt en een publiek voor zich heeft gewonnen, kan hij dit podium gebruiken om politieke of ideologische waarheid te verkondigen. De intelligentste schrijvers hebben dit ook begrepen. Zij weten dat ze hun boek niet moeten gebruiken als een krant waarin ze een politiek artikel schrijven. In hun boeken kunnen ze het indirect doen, door artistieke middelen.’
Buitenland
Waarschijnlijk hebt u vaak de mogelijkheid gehad om “in het buitenland te blijven”, zoals dat in het Roemeens destijds heette.
‘Talloze keren. De eerste keer dat ik moest kiezen en dat ik koos – eigenlijk is de keuze vóór mij gemaakt – was toen ik terugkeerde nadat ik in 1990, direct na de Revolutie, een beurs in de Verenigde Staten had genoten. Ik had bijna drie maanden in de Verenigde Staten doorgebracht en daarna moest ik beslissen of ik daar zou blijven of dat ik terug zou keren naar Roemenië. Roemenië was totaal kapot op dat moment. Mijn cultuurshock, toen ik in de VS aankwam, was eveneens kolossaal. Ik kwam vanuit een dictatuur waar niets meer overeind was gebleven en belandde direct in New York. Kunt u nagaan…’
[bol_product_links block_id=”bol_58ef542f1e860_selected-products” products=”9200000045444827,9200000040876674″ name=”mauso” sub_id=”a4m” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”550″ cols=”2″ show_bol_logo=”0″ show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”0″ admin_preview=”1″]Toen ik student was en u college gaf, zei u iets waarvan we niets begrepen. Ik herinner me de zin nog steeds: “Zien jullie die barst in de muur? Die had daar niet moeten zitten.”
‘Toen ik die eerste jaren na de Revolutie terugkeerde uit het buitenland, zag ik alles wat bij ons niet in orde was, inclusief de barsten in onze geest. Op de dag dat ik naar Roemenië zou vertrekken, stond ik daar met mijn bagage op JFK Airport – al is het 26 jaar geleden, ik herinner het me als de dag van vandaag – en ik pakte een muntje van 25 cent, gooide het omhoog en zei tegen mezelf: als het kop is, wordt het Roemenië; als het munt is, wordt het Amerika. Het viel op de kant van Roemenië. Ik heb dat teken van het lot gevolgd en ben in Roemenië gebleven.’
Ik ben gebleven omdat het was voorbestemd
‘Daarna heb ik nog een aantal malen de sterke drang gevoeld om te vertrekken – zelfs anderhalf jaar geleden nog, toen ik een beurs in Berlijn had. Maar iedere keer was er iets wat me terug naar Roemenië trok. Ik zou het niet kunnen benoemen. Het heeft niets te maken met enig patriottistisch cliché of iets dergelijks. Ik ben in het land gebleven, omdat het zo was voorbestemd.’
Dat klinkt fatalistisch.
‘Ja. Ik weet niet wie ik was geweest als ik een kwart eeuw geleden in de VS gebleven was. Waarschijnlijk was ik iemand anders geweest. Ik denk niet dat ik ongelukkig geweest zou zijn, maar dat ben ik nu ook nu niet omdat ik niet in de VS ben gebleven. Ieder mens heeft maar één leven. Er bestaat een verhaal van Henry James waarin een personage een voor hem belangrijke beslissing neemt. Hij gaat naar de directeur van het bedrijf waar hij werkt om iets te vragen. Wanneer hij voor diens deur staat, aarzelt hij om naar binnen te gaan. Twintig jaar later ontmoet hij iemand met wie hij wat converseert, totdat hij zich realiseren dat de ander degene is die wél bij de directeur naar binnen is gegaan, terwijl hijzelf degene is die níet naar binnen ging. Ze waren twee totaal verschillende mensen. Zo is het ook met mijn reële ik, die hier is en met u spreekt, en degene die ik zou zijn als ik in Amerika was gebleven.’
Poëzie
Schrijft u nog poëzie en waar werkt u momenteel aan?
Op de eerste vraag is mijn antwoord: ik schrijf geen poëzie, ik leef poëzie. Poëzie is niet wat in de boeken met verzen staat, poëzie is overal, het is een manier om dingen te zien. Poëzie zit uiteindelijk in de geest van degene die de dingen ziet. En wat dat betreft kan ik tevreden zijn dat ik altijd een dichter ben geweest en altijd een dichter zal blijven. De blik van een dichter lijkt erg op die van een bepaald type autist: het is die scheve, vreemde blik. Sommige autisten bekijken de zaken van onderaf of vanuit een ander perspectief.’
‘Je ziet weleens kinderen die anders zijn dan anderen, kinderen die naar iets kijken op een manier waarop niemand het doet, vanaf een bepaalde kant, en proberen om iets te zien wat niemand anders ziet; dat is uiteindelijk poëzie. En dichters die het literaire genre schrijven dat poëzie heet, profiteren van hun bijzonderheid; van het feit dat ze kind kunnen blijven tot aan het eind van hun leven, en daardoor kunnen zij de woorden op een bepaalde manier gebruiken. Ik ben dichter in alles wat ik doorleef en in alles wat ik schrijf. Als ik romans schrijf, wil dat niet zeggen dat ik geïnteresseerd ben in intrige, in driehoeksverhoudingen of weet ik veel wat voor zaken. De poëzie ervan is wat mij interesseert.’
Van Mircea Cărtărescu is de Orbitor-trilogie verschenen onder de titels De wetenden, De trofee en Het onmetelijke mausoleum, bij De Bezige Bij.