Tijdens de eerste twee weken van dit Holland Festival ging bijna alle kunst ergens over. Het voor deze gelegenheid bedachte festivalthema ‘democratie’ blijkt zo’n beetje tot in alle haarvaten te zijn doorgedrongen. Soms pijnlijk en sterk actueel, zoals in het fenomenale ‘The Nation’ van het Nationale Toneel, soms ronduit gênant, zoals in het zwaar overschatte ‘Democracy in America’ van Romeo Castellucci, en soms diep persoonlijk. De voorstellingen ‘887‘ en ‘The Gabriels‘ waren op dat gebied zeldzame hoogtepunten van verteltalent en zeggingskracht.
Uit de bakermat van onze democratie, Griekenland, kwam afgelopen weekend een heel ander geluid. De voorstelling The Great Tamer ging namelijk helemaal nergens over. En wat was dat fijn.
Programmaboekje
Vergeet even het verhaal over een verdwijning en zelfmoord dat de maker maanden voor de repetities begonnen moest inleveren bij de schrijvers van het programmaboekje. The Great Tamer (de grote temmer) was een anderhalf uur durende aaneenrijging van komische, mooie, zinnelijk erotische en goochelende beelden die bleef boeien. Het toneel van de Amsterdamse Stadsschouwburg was voor de gelegenheid in een matzwarte helling veranderd, bedekt met dunne platen triplex. Onder die platen zat van alles verborgen: verdwijngaten, een bad, valkuilen en graven.
De spelers waren stuk voor stuk heel erg mooie, atletisch gevormde mannen en vrouwen. Ze vulden dat toneel met prachtige taferelen en maakten soms onnavolgbare bewegingen en tableaus. Alles had met dood en vergankelijkheid te maken, maar het werd onnadrukkelijk gebracht en droogkomisch uitgevoerd.
Kringloop
The Great Tamer ging dus eigenlijk best wel ergens over. Over dat het leven een kringloop is, over dat er weinig verschil is tussen een vers opgegraven lijk en een in stukken gebroken antiek beeld. De aarde neemt en de aarde geeft, en op een gegeven moment zijn we er niet meer.
Eigenlijk is deze manier van nergens nadrukkelijk over gaan een van de betere manieren om te dealen met het leven als je nu in Griekenland woont. Dat land zit immers met een torenhoge schuld aan de rest van Europa opgezadeld. De ironie wil dat wij, de toeschouwers in Amsterdam, feitelijk mogen bepalen hoe ze daar de komende vijftig jaar hun leven moeten lijden. Dat is een onoverzienbare tijd voor iedere betrokkene en een onmenselijke straf bij schuldsanering. Dan is The Great Tamer het perfecte antwoord uit het land dat is opgezadeld met de reputatie dat het ooit onze staatkundige waarden en ons theater heeft uitgevonden.
Lieveling
Tijd heelt alle wonden. Maar hoeveel tijd daar precies voor nodig is? Vraag het de Griek hoe je daarmee dealt.
De maker van dit alles, Dimitris Papaioannou, zal de komende jaren uitgroeien tot lieveling van festivalprogrammeurs over de hele wereld. Hij is daarmee een waardig opvolger voor de iets te dranklustige Marthaler en de iets te luie Castellucci. Voldoende reden om volgend jaar eens die Hollandfestivalschroom te overwinnen en een kaartje te kopen. Zijn ze in Griekenland sowieso blij mee.