Hull. Wie kent die stad? Ik alleen van horen zeggen. Er vaart een boot heen, en met de trein ben je er in een kleine 9 uur. Voor diegenen onder ons met vliegschaamte. En het ligt in Yorkshire, dat we kennen van Monty Python. Maar verder? Sinds woensdag 27 maart ben ik wijzer, mede dankzij een promotioneel feestje dat het gemeentebestuur van Hull in het Van Gogh-museum organiseerde. Want Hull is Yorkshire, dus David Hockney, dus Van Gogh. En Hull heeft cultureel zelfbewustzijn gekregen doordat de stad in 2017 culturele hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk was.
Wat jammer dat dat idee hier nog niet van de grond komt. Wat een gemiste kans op verbeterd regionaal zelfbewustzijn. Zoals ik dat bij de mensen uit Hull zag tijdens de private meeting in het Van Gogh Museum. Hull is overigens ook zelf naar het Van Gogh toegestapt om zich aan te bieden als sponsor. Dat gebeurt niet vaak.
Nuttig
De stad en zijn Yorkshire’se ommeland wil op de kaart komen bij Nederlanders en de rest van de wereld. De expo van het Van Gogh gaat immers de wereld over, die hoe kun je je beter profileren als regio, dan door mee te liften met zo’n expositie. Slim. En nuttig ook voor het thuisfront.
Over deze overweldigend mooie expositie is al veel geschreven. Alle recensies kloppen. Dit is een expo waar je blij van wordt. Omdat je kunt meekijken met een schilder die een wonder ziet in elke grasspriet, die snapt dat schilderen iets anders is dan fotograferen en die met al die liefde ook een link legt tussen het Zuid Frankrijk van Van Gogh en zijn eigen Yorkshire Wolds. In de kunst zijn geen grenzen. Daar is alleen ander licht. Maar hoe mooi huwen daar het goud van de Provence met de English evergreens.
Wie de kans krijgt om nog ergens een tijdslot te krijgen moet niet aarzelen.