[update: ze krijgen nog minder, zie bericht onderaan] We kregen verwarrende berichten binnen, afgelopen weekend. Aanleiding was de feestelijke aankondiging van de organisatie van het Eurovisie Songfestival dat er bij de finale in Rotterdam een bijzondere symfonische happening zou plaatsvinden. Gevraagd werden derdejaars- en masterstudenten van het Rotterdams Conservatorium, onderdeel van Codarts, en ook jonge professionele musici. Voor de optredens zou een ‘fee’ beschikbaar zijn. Studenten de het hadden nagevraagd meldden ons dat die ‘fee’ 100 euro betrof, maar dat repeteren voor eigen rekening zou zijn. Drie bronnen leken ons genoeg er een verhaal van te maken, en we vroegen de alleen via mail bereikbare organisatie om een reactie.
Die kwam niet direct binnen het uur, waarna we het verhaal online zetten. Toen reageerden ze wel, vier uur later, met de mededeling dat we er helemaal naast zaten. Hoeveel de musici wél kregen wist de woordvoerder niet één, twee, drie, maar het was meer dan 100 euro. ‘We betalen het remplaçanten tarief.’, verklaarde hij, maar op de vraag of dat ook gold voor de studenten, moest hij het antwoord in eerste instantie schuldig blijven. Nadat hij navraag had gedaan meldde de organisatie dat een en ander geheel volgens de ‘remplaçanten-cao’ zou worden betaald, niemand uitgezonderd, maar dat ze niets over de ‘fee’ in de advertentie hadden gezet omdat ze nog niet wisten hoeveel van de acht vrij te houden dagen er daadwerkelijk gerepeteerd en opgetreden zou worden.
Dan gaan we rekenen.
Maar eens kijken naar die ‘remplaçanten-cao’. Eerst maar eens dat woord: remplaçant is Frans voor ‘invaller’. Je weet wel, die jongen die in de laatste minuut wordt ingezet en het winnende doelpunt van de finale scoort. Enfin: die invallers waren lange tijd vogelvrij. De afgelopen maanden was er ook veel over te doen, omdat ook de zwaarst gesubsidieerde orkesten er niet alleen hun handje mee lichtten, maar soms ook mensen gratis lieten spelen.
In de praktijk lijkt het begrip ‘remplaçant’ te staan voor iedere professionele musicus die niet in vaste loondienst bij een ensemble of orkest werkt. De cao is daarmee dus een handreiking geworden voor het bepalen van tarieven voor gewone freelance musici. Alleen, de tarieven zijn dus idioot laag. En, omdat je alleen remplaçant kunt zijn als je in dienst bent van een stichting voor de inzet van remplaçanten, ontvang je dus ook niet de voordelen van de ondernemersstatus. Tenzij er in een jaar zo weinig Mahler[ref]Een Symfonie van Mahler vergt doorgaans minimaal 120 musici, en dat aantal hebben de meeste orkesten niet in vaste dienst.[/ref] wordt gespeeld dat orkesten het binnen de vaste bezetting kunnen oplossen. Scheelt momenteel toch al gauw een paar duizend euro op jaarbasis. Remplaçanten moeten het dus van hun liefde voor de muziek en grenzeloze ambitie hebben. Er zijn overigens ook orkesten die volledig uit freelancers en remplaçanten bestaan.
Achterstand.
In de inleiding van de remplaçanten-cao staat het volgende te lezen:
‘Partijen betrokken bij de cao remplaçanten zijn het er over eens dat de inkomenspositie van de remplaçanten bij de Nederlandse orkesten aanmerkelijk verbeterd moet worden. De inkomens zijn gedurende een lange periode niet verhoogd waardoor de relatieve en absolute achterstand ten opzichte van de vaste musici is vergroot. Dit terwijl ook de inkomens van de vaste musici ten opzichte van referentiegroepen (docenten conservatoria en kunsteducatie) zijn achtergebleven.’
Nu dan: het bedrag dat je voor een concert vangt staat in het onderstaande overzicht.
135,60€ is niet heel erg veel als dat bruto is, en bruto is het. Maar het is nog brutoër dan je denkt. In ieder geval bij de inzet voor zoiets groots als het Eurovisie Songfestival. Want je zou jezelf een beetje rijker kunnen rekenen wanneer je ervan uitgaat dat je elk van die dagen repeteert, en drie van die dagen ook nog optreedt. Dan heb je dus 8 repetities à 87,70€ en ook nog 3 voorstellingen à 135,60. Is alles bij elkaar, bruto: 1108,40€. Maar dat ga je dus niet krijgen, kunnen we nu al verklappen.
Repeteren of stemmen?
Waarom dat zo is, kun je lezen:
‘De repetitie direct voorafgaand aan een concert geldt als onderdeel van dat concert en wordt als zodanig meegeteld in de podiumactiviteit, waarvoor de werknemer het in bijlage 2 genoemde concerttarief ontvangt. De wachttijd tussen deze repetitie en het concert, niet zijnde lunch- en/of dinerpauze van 30 minuten of langer, wordt meegerekend als werktijd.’ (artikel 4.6)
Dan daalt de maximale vergoeding opeens naar 845,30€. Kost dat artikel 4.6 je zomaar opeens 263 euro en een dubbeltje. Dan zit je dus inderdaad op die 100 euro-en-nog-wat per dag.
Geen hoop
Iedereen die de remplaçanten-cao heeft ondertekend is zich bewust van het schamele karakter van de vergoedingen die erin zijn afgesproken. Uit de hele cao klinkt hoop. In een nieuwe toekomst moeten de subsidies zodanig zijn dat remplaçanten minstens zoveel betaald krijgen en onder dezelfde voorwaarden kunnen werken als hun collega’s in loondienst. Probleem is dat de minister van Cultuur nog maar heel kort geleden heeft gezegd dat de verbetering van de arbeidsvoorwaarden niet tot extra subsidie leidt. Sterker nog: het schuiven binnen de bestaande budgetten neemt zulke dramatische vormen aan dat juist de tijdelijke krachten het nog moeilijker gaan krijgen.
Hoe moeilijk, dat kun je zien aan het Eurovisie Songfestival. Dat krijgt 25 miljoen euro subsidie, stelt een dure directie aan, trekt alles uit de kast voor een schitterend feest, maar betaalt de mensen die met hun vakmanschap het symfonische spektakel verzorgen een bedrag dat zelfs als fooi nog schamel is. Meer subsidie leidt in dit geval vooral tot meer ‘bling’ en beter betaalde ‘creatives’.
Overigens zal het Songfestival geen enkele moeite hebben om het benodigd aantal musici te werven. Mensen zouden meedoen, al moesten ze er geld op toeleggen. Want onvergetelijk en leuk voor je cv.
Een kwart van waar ze recht op hebben! (Hoe de Publieke Omroep musici tot de bedelstaf veroordeelt)